Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Brandend zand

Haar voeten leken op een gloeiende plaat te stappen van een fornuis.
De zon scheen dan ook genadeloos op het zand en alles schitterde in de felle zon. Nergens was een zuchtje wind te bekennen.
Bijna zou ze de wens hardop willen uiten weer in eigen land te zijn. Ontevreden en ondankbaar zou ze dan wel genoemd worden, bedacht ze. Ze besloot een spurt naar het water te maken. Wat was deze verkoeling heerlijk.

Het probleem was nu wel, dat ze nog niet wist hoe ze terug naar de trap zou komen. Het water was nu even fijn, maar eigenlijk had ze zich voorgesteld heerlijk in het zand te woelen op haar blote voeten.
Dit bleek dus niet mogelijk te zijn. Het was veel en veel te heet.
Misschien moest ze de beroemde siësta gaan houden en was dit door dit hete zand wel ingesteld.

Ineens moest ze lachen en dacht aan het liedje “Brandend zand”, dat ze vroeger op haar gitaar had leren spelen. Eigenlijk had ze nog nooit over de titel nagedacht, maar nu besefte ze dat het wel een rare titel geweest moest zijn.
Het vreemde was wel, dat haar voeten nu echt in brandend zand stonden en dat ze daar nu niet bepaald blij mee was. Een eindje verder zat er een klein mensje met een levensgrote hoed in het zand iets te scheppen leek het wel. Ze besloot toch even polshoogte te gaan nemen.
Daar zat een donkerbruin kindje met een wit hoedje op midden in een zandkuiltje dat voorzien werd van water vanuit zee. “Wat slim eigenlijk”, bedacht ze.. Nu zat het kind te spelen met water en zand, iets wat elk kind wel fijn zou vinden.

Haar ogen speuren het strand af, of er iets van een ouder aanwezig was.
Ze zag een grote parasol met een vrouw, die een boek aan het lezen was.
Zij zou dan wel bij het kind horen. Ze was ook bruin en ze bedacht dat die twee het goed voor elkaar hadden. Zou ze hen vragen hoe ze het beste terug kon komen bij de trap om de boulevard te bereiken?
Aarzelend bleef ze in de buurt van het kind staan. Ze keek richting van de vermoedelijke moeder en toen die terugkeek, glimlachte ze naar haar.
Het kindje brabbelde wat tegen haar, iets wat ze niet verstond en ook daar lachte ze tegen. Toen de donkere vrouw de richting van het kind opliep, wist ze dat ze goed gegokt had.
Een moeder zou altijd naar haar kind omzien.
Ze bleef nog steeds met haar voeten binnen de vloedlijn staan, zodat ze verzekerd was van enige afkoeling.
De vrouw zei iets tegen haar, maar ook dat verstond ze niet. Het waren vermoedelijk ook geen vakantiegangers. Er bleef haar niets anders over dan met de moed der wanhoop te gaan rennen om haar voeten zo kort mogelijk met het brandende zand in aanraking te brengen.
Ze glimlachte nogmaals richting de vrouw en het kindje en nam een spurt richting de trap naar de boulevard.

Later, veel later nam ze een fris voetenbad op haar kamer en bedacht ze dat ze toch beter thuis had kunnen blijven.
Ze hield absoluut niet van brandend zand.

Schrijver: Eva Mensch, 23 april 2007


Geplaatst in de categorie: vakantie

2.0 met 1 stemmen 304



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)