Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Nachtmerrie

Een warme dikke deken, prachtige sneeuw een grote kerstboom, ik heb het allemaal en toch is m'n geluk nog niet helemaal compleet.... Het was zo raar die ene nacht.. Dromen kan ook maar...

Een koude winternacht voor kerst...

Ik schrik wakker met een verwarrend gevoel, ik kijk op de klok het is kwart over drie midden in de nacht. Ik draai me om en probeer weer te gaan slapen...
Dan ineens begint mijn nachtmerrie weer opnieuw. Iemand achtervolgt me, mijn beeld is donker en wazig. Ik probeer weg te rennen maar het blijft me achtervolgen... nu wordt het beeld duidelijker zijn aanwezigheid voelt zo sterk... Hij is groot en breed een man van in de dertig misschien tenminste aan zijn kleren te zien. Hij is net te ver weg om zijn gezicht te kunnen zien. Alles is donker en ik ben helemaal alleen. Overal zijn muren om me heen, maar ergens in de verte zie ik een licht in het donker, het lijkt wel een opening, een zijstraatje, ik moet de man kwijt zien te raken want duidelijk is dat hij iets van me wil. Door al het rennen is het moeilijk een goed beeld van de man te vormen, toch kijk ik nog een keer om... hij is al dichterbij en zijn gezicht begint steeds scherper te worden, ik ben uitgeput en kan niet meer... ik besluit om te blijven staan en me over te geven, nu komt de man steeds dichterbij en net als ik de man probeer te herkennen verdwijnt hij ineens, zomaar in het niets...
Maar het beangstigende gevoel dat hij ineens voor me staat of hier nog steeds ergens ronddwaalt wordt steeds erger! Iets een stem in mijn hoofd zegt dat ik dat straatje toch in moet gaan... Het is er guur, verder stinkt het naar dooie ratten... Ik hou mijn oren goed dichtgedrukt en begin zachtjes een melodie te neurieën, die akelige stilte geeft me een eng gevoel.
Dan ineens zie ik een deur aan het einde van de straat, zal dat me dan helpen hier weg te komen?

Ik loop naar de deur en probeer de deur open te krijgen maar er zit een slot op, ik geef nog één harde ruk aan de deur en dan ineens... voel ik een hand op mijn schouder, geschokt draai ik mij voorzichtig om... het is de man die me achtervolgde; nu zag ik zijn gezicht het was helemaal verbrand. Maar hoe kwam hij hier en wat moest hij van me?
Voor ik het hem kon vragen, zei hij: 'ik heb de sleutel, ik ben jouw geest en jouw nachtmerrie' alsof hij mijn gedachten kon lezen! Ik begreep het niet 'de pijn, de pijn' zei hij met een schuwe schorre stem. 'We voelen het allebei' op zo'n toon van dat ik ervoor moet boeten wat mensen hèm hebben aangedaan. Alle woede, verdriet en pijn kwam uit zijn stem naar voren.
Maar waarom ik? bedacht ik me, waarom...?
'We zijn hier alleen en komen niet uit deze nachtmerrie zolang we gescheiden blijven, je hebt me nodig' ik hoor het hem weer zeggen. Uit dit antwoord kon ik ook wel bedenken dat hij meer van me wilde.

Ineens komt hij dichterbij, ik kan nergens anders heen, hij drukt mij tegen de deur, komt met zijn lichaam dichterbij en ineens begint hij me overal te zoenen en te strelen, terwijl mijn ogen zich vulden met tranen. Ik hou me groot en doe m'n ogen stijf dicht in de hoop dat het snel voorbij zal gaan.
Waarom, waarom doet hij me dit aan? 'De sleutel, ik ben jouw sleutel, ik ben jouw enige hoop' zegt hij weer... ik hou vol dat dit echt een nachtmerrie is en dat er toch een eind komt aan elke enge droom.
Hij komt nu nog dichterbij, ik kan hem niet tegenhouden 'de pijn, voel de pijn die ik heb gevoeld' hij pakt me bij m'n arm en duwt me tegen de muur aan. Waarom geen kogel? Dat is het eerste wat door me heengaat... hier kan ik niet mee leven! schreeuw ik. De man pakt een spiegel en zegt: 'kijk dan, je bent het niet waard!' en begint me te slaan; ineens voelt hij een hevige pijn. 'Jouw pijn is mijn pijn, en mijn pijn is jouw pijn' zeg ik met al m'n kracht en spuug hem in het gezicht. Met een brok in mijn keel en bloed in mijn mond wilde ik nog één ding zeggen... 'Je kunt me kapot maken, je hebt macht en ik geef me ook over maar je bent te laf om in de spiegel te kijken'!
Omdat hij wist dat ik gelijk had werd hij alleen maar kwader.

Met een schop tegen de achterkant van m'n knieën gooit hij me op de grond, rukt m'n armen naar achter en bindt m'n polsen vast en rukt m'n kleren uit. Ik heb geen energie meer om me nog te verzetten. Helemaal kapot en versleten doe ik m'n ogen dicht en hoop dat het zo snel mogelijk over is. Ineens hoor ik een lieve, zachte stem in m'n hoofd 'rustig maar, het komt weer goed' ineens ging er een warmte door mijn lichaam heen en ik wist: hier moet ik me aan vasthouden... Dan ineens staat er een jongen achter de man 'ben je te laf om me diep in m'n ogen aan te kijken en te laten zien wie je werkelijk bent?' de man keert zich langzaam om en kijkt de jongen in zijn felgekleurde panterogen, de man valt verblind op de grond. De jongen duwt de man op zijn buik, zodat hij zijn polsen met staaldraad vast kan binden. De jongen schreeuwt tegen de man 'hoe voelt het nou, zo hulpeloos en eenzaam in het donker??!!!' De jongen spuugde nog eenmaal in de man z'n gezicht 'daar word je hard van!' Zoals de man al eerder verdween was hij weer ineens zomaar opgelost in het niets maar zou niet meer terugkomen...

'Ik weet niet meer wie ik kan vertrouwen' zeg ik zacht in mezelf, als een junk zit ik halfdood en onder het bloed, naakt, in elkaar gezakt tegen de muur. De jongen komt naast me zitten maakt m'n polsen los en geeft m'n kleren aan maar toch elke onverwachte beweging die hij maakt doet mij pijn van de schrik. Dan zegt hij: 'ik was de stem in je hoofd, ik was het die zei dat het goed zou komen... vergeef me dat ik je niet eerder kon helpen maar ik zal je nooit kapot laten maken'!
Dan slaat hij een arm om me heen... 'ik wil niet'.. en hij kuste het bloed van m'n wang af... 'ik wil niet meer' is het laatste wat ik gezegd heb. Het zal goed komen zegt hij nog een keer en geeft me de sleutel van het slot... je zal nooit meer hoeven vechten tegen boze geesten, ik zal je helpen. Ga nu maar zei hij... maar ik ga niet zonder jou, jij hebt m'n leven gered en ik weet je naam niet eens! 'Ik zal ook altijd bij je zijn' zijn stem vervaagde en ineens verdween de jongen. Ik strompelde naar de deur en het was de goeie sleutel... de deur ging open en ineens werd ik wakker in mijn vriend z'n armen met een gezicht vol tranen en ik hoorde weer die lieve zachte stem en voelde weer die warme armen om me heen, toen viel alles een beetje op z'n plaats en begon ik het te begrijpen. De goeie geest is in hem gegaan. Dit kon maar één ding betekenen: zijn liefde is sterker dan wie mij ooit ook maar pijn zou willen doen.

Nu had ik dat stukje liefde gevonden dat ik nog zo miste en werd mijn kerst toch nog compleet.

Schrijver: jumanji, 21 oktober 2001


Geplaatst in de categorie: overig

1.6 met 48 stemmen 2.121



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Janna Nendels
Datum:
11 januari 2002
Email:
jeannyhennemannhotmail.com

Vond het "echt" spannend, en geloof me maar dat ik veel gelezen heb!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)