Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Edwin’s kiezersblok (Twee)

II

Edwin vraagt zich af: ‘Hoe komt het dat mijn vrienden op een halve hand te tellen zijn?’ Hij denkt: ‘Ze hebben een fantastische carrière, geen tijd en interesse voor mij.’
En andere vragen: ‘Heeft het geloof mij nog iets te bieden, heeft het me gestimuleerd of dwarsgelegen?’

Vandaag moet hij op sollicitatiegesprek. Niet dat hij gekozen heeft om iets aan zijn situatie te veranderen. Zijn werkplek wordt geschrapt samen met vijfhonderd andere.
Edwin heeft het gevraagde opleidingsnivo en ruim vijftien jaar ervaring, hij hoeft niet te kiezen. Zijn sollicitatie volgt gewoon uit de situatie.
Hij denkt: ‘Kiezen is wat anders. Kiezen heeft te maken met vrijwilligheid.’

Edwin stuurt de snelweg op. In de auto komt snel een gedachtestroom op gang met Radio 4 op de achtergrond.
‘Carrières zijn niet te regisseren. Maar gereserveerdheid om te investeren in werk is fout. Volle inzet en betrokkenheid zien ze als minimum. Dat is mijn probleem. Ik vind werk niet interessant. Niet omdat het saai is, of pietepeuterig op de allerkleinste details, wetenschap moet dat zijn. Werk lijkt zich bezig te houden met randvoorwaarden. Ik geloof niet meer in werk. Uiteindelijk doen we alles voor eten en drinken. Het hoort bij deze tijd dat we kunnen denken dat werk een randvoorwaarde is. Dat komt vanwege de nadruk op winst en de belachelijke ladder die erdoor ontstaat. “Op welke sport sta jij?” Van een nieuw doorgebroken schrijver wordt ineens jeugdwerk gewaardeerd en zijn mening over God doet er toe. De onzin die een natuurkundige verkondigd aan de lunchtafel over intelligentie wordt gedronken als zoete wijn.
Zou de drijvende kracht achter de carrière van velen niet gewoon de behoefte zijn om belangrijk te zijn?’

Hij nadert de ring van Amsterdam. Hij wordt links en rechts ingehaald, honderd is niet snel genoeg.
‘Ik heb te maken met concurrenten, de top is niet hoog genoeg. Als ik straks zeg wat ik denk, kan ik het vergeten. Als ik zeg wat ze horen willen, kom ik niet overtuigend over. Je pikt de mensen er zo uit die menen wat ze zeggen, die leuk vinden wat ze doen of die geïnteresseerd doen omdat het goed is voor hun ‘ontwikkeling’. Wat wilt men echt? Het is waar, ik heb me door een theorie aan laten praten dat mensen automaten zijn. Maar het lijkt alsof iedereen weet wat hij doet net als bij mieren. De praktijk is anders dan theorie.’

Hij is de eerste 80 van de trajectcontrole al gepasseerd als Edwin zich realiseert dat hij te snel rijdt.
‘Ik moet even rustiger aan doen, anders krijg ik een bon.’ Het bestelbusje achter hem haalt geïrriteerd in. ‘Je kunt slapend wakker lijken. Is het wel verstandig je denken, doen en laten te toetsen? Het automatische plezier gaat er direct vanaf. Niets blijft zoals het lijkt. De afstand tot geaccepteerde waarden en normen wordt groot. Bijna iedereen gelooft in zijn werk en ik niet eens in zijn belang. Uiteindelijk staan bij elke gedachte en alle beslissingen vraagtekens. Gelukkig dat je ’s ochtends niet hoeft te besluiten adem te gaan halen.’

Edwin moet ineens denken aan de spookrijder die gisteren op de A-10 west gemeld werd.
‘Er is geen weg terug zonder gevaar. Het slijten van dagen doet soms pijn, maar gewoontepatronen afbreken veel meer. Het grootste patroon is het denken.’
Hij denkt aan het artikeltje in de Intermediair: ‘Wie abortus pleegt om carrière te maken weet niet wat ze doet. Of denk ik te romantisch, te ouderwets?
Ik wilde ook alles inzetten, niet voor carrière maar zelfontwikkeling. Niemand zou het bij mij uithouden als ik elke dag zou zelfontwikkelen. Ik zou mijn vrouw, mijn kinderen en mijn hobby’s moeten aborteren. Ik zou een zelfontwikkelde kluizenaar worden. Toch is dat de ondubbelzinnige voorwaarde om zelfontwikkeld te worden.
Zelfontwikkeling bedoelen velen als ‘ontwikkeling van skills’. Hoe hou je mensen tevreden, zelfs zonder iets van ze te moeten, hoe komt je werk in de schijnwerpers en hoe zorg je dat je deskundig overkomt. Alleen het zichtbaar goede doen en laten tellen. Je mag een hond zijn, als je vaardigheden maar te gebruiken zijn. En je moet ook bestand zijn tegen kritiek en opvallende dingen doen. Je moet flexibel zijn en altijd klaar staan voor superieuren die zich coach noemen.’

Schrijver: Willem Houtgraaf, 21 oktober 2007


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.0 met 3 stemmen 210



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Jerry Panday
Datum:
22 oktober 2007
Email:
jerrypandayhotmail.com
Gewoon je eigen gang gaan. "De" maatschappij bestaat niet (zou Maxima kunnen zeggen)!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)