Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Koud vuur

“Na Mutter, wer ist das denn?” vroeg vader met een beetje opgeschroefde blijheid in zijn iets te harde stem. Ik hurkte op dat moment voor een kleine, magere vrouw. Zij zat wat ineengedoken in de voor haar postuur te groot lijkende makkelijke stoel. Zodra ik in haar gelaat keek, schrok ik enorm. Een dikke laag kippenvel kroop over mijn hele nog jonge lichaam…

In het jaar 1956 keek ik met dezelfde blik toen ik afscheid van haar nam om me in Rotterdam te vestigen. Ik zag het betraande gezicht van mijn grootmoeder, die ik in mijn jonge leven tot aan dit tijdstip nog nooit had zien huilen. Ze had toen een gezonde, wat rossige gelaatskleur en haar ogen schitterden helder maar bedroefd door haar tranen heen. “Waarom?” In haar vraag lag geen verwijt maar wel onbegrip. “Om dezelfde reden die jou als jong meisje van Berlijn naar het Ruhrgebied deed gaan. De liefde oma, weet je nog wel? Anders had ik nu toch niet voor jou gestaan?” - Ze omarmde me snikkend. Een struise vrouw, een kopje kleiner dan ik. “Het ga je goed; ik zal altijd aan je denken”.

De volgende jaren schenen in een sneltreinvaart voorbij te gaan. In de eerste helft van jaren zestig overleed mijn grootvader. Korte tijd daarna bereikten mij berichten, dat oma hard achteruit ging en tekenen van dementie vertoonde. Later, bij mijn voorlaatste bezoek noemde ze mij beurtelings meneer en 'Jîntâ'. Dat laatste woord was de Berlijnse uitspraak van mijn naam, zoals zij ook met grootvader altijd alleen Berlijns sprak.

Ruim een jaar later hoorde ik, dat het niet goed ging met oma. Inmiddels was er vastgesteld, dat zij aan de ziekte van Alzheimer leed. Steeds wist zij ongemerkt aan de aandacht van mijn ouders te ontsnappen, die inmiddels de volledige verzorging op zich hadden genomen. Ze woonden naast elkaar op dezelfde onderste woonlaag en vader wilde niet, dat zij in een verpleeghuis zou worden opgenomen. Zo werd zij door kennissen eens gesignaleerd op bijna een kilometer afstand van haar woning, een keukenstoel met zich mee slepend. Een andere keer probeerde zij bij buren twee hoog “een enkeltje Berlijn” te kopen. Ze wilde terug naar haar moeder, die toen al meer dan 30 jaar geleden was heengegaan. - Later ontvingen mijn vrouw en ik een brief, waarin vader ons verzocht over te komen in verband met de verslechterende toestand van oma. Ze was inmiddels al meer dan vijf maanden geheel apathisch, praatte niet meer en scheen ook niets meer van haar omgeving waar te nemen. Wij moesten dus maar niet schrikken als wij haar zouden zien.

“Na Mutter, wer ist das denn?” klonk de vraag van vader nog als een zwak echo na. In gehurkte houding zat ik voor een sterk vermagerd fragiel figuurtje. Het vaalgrijze sluike haar omzoomde een sterk vermagerd ingevallen gelaat, waarvan de jukbeenderen als klippen uit het water naar buiten staken. Een tandenloze mond liet geen lippen meer zien en had meer weg van een gerimpelde kringspier. Haar ogen lagen diep in de oogkassen en waren dof als beslagen badkamerspiegels. Plotseling leek het, alsof een steekvlam actief werd; zoals de zon tijdens een storm voor seconden het zonlicht door een opening van het wolkendek laat en alles in een flits in het volle zonlicht laat baden. Het scheen, alsof haar matte ogen een kortstondige flikkerende schittering kregen. Gelijktijdig trok er een blosje over de perkamentachtige huid van haar gezicht. De mond opende zich, mummelde heel even en haar hese stem zei zachtjes slechts één woord: “Jîntâ”! Alles voltrok zich in ongeveer twintig seconden. Dit woord brandde als vuur en ik kreeg het er tegelijkertijd koud van.

Vader zei verbaasd: “ze praat weer”. Mijn gemoed schoot vol. “Heb je me gemist, oma?” vroeg ik aangedaan. Ze reageerde niet meer en ook die twee dagen dat wij er waren niet. Ze heeft tot haar dood nooit meer enig geluid gemaakt. “Een kasplantje” zei een ieder hulpeloos. Uiteindelijk is zij aan een longontsteking overleden.

De goede oude tijd, schrijf er nog eens over. De goedbedoelde suggesties van sommigen zijn deels te begrijpen. Ouder wordende mensen hebben het veel over vroeger, over nostalgie en ook, dat alles altijd beter was. Hoewel ik met beide benen in de realiteit sta, heb ook ik veel de neiging om voor mijn inzendingen gebeurtenissen uit het verleden te kiezen. Nu ik erop terugkijk, valt mij op, dat het boven omschreven moment bij mij de meeste impact heeft gehad. Nog steeds voel ik die emotie, de droefenis en het kippenvel, waarmee ik tevens wil aangeven, dat niet alle dingen van die goede oude tijd even knus en gezellig waren.

Heden en verleden… Het is en blijft, hoe men het ook wendt of keert, appels met peren vergelijken. Bij die vergelijking is bij mij de meest in het oog springende tegenstelling, dat men een appel kan eten en een peer wél… als men begrijpt wat ik bedoel.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 20 november 2007


Geplaatst in de categorie: emoties

4.1 met 15 stemmen 1.713



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
27 november 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Je verwijst naar dit verhaal in je Hartenkreet van 25 november 2014. Wat heb je dit ontroerend en hartverscheurend mooi beschreven. Je moet wel erg speciaal geweest zijn voor je lieve grootmoeder dat ze zó opleefde, toen ze je in haar zo klein geworden wereldje nog eenmaal zag.
Naam:
Charissa
Datum:
9 december 2007
Email:
cgundermannhotmail.com
Eindelijk ook een reactie van mij, sorry, heeft veeeel te lang geduurd.
Natuurlijk weer briljant geschreven! Ga zo door!
Naam:
Theodorus
Datum:
22 november 2007
Met tranen in m`n ogen.
Naam:
Iris Van de Casteele
Datum:
22 november 2007
'Jîntâ'. Wie het Berlijns dialect van nabij heeft leren kennen weet dat er geen ander ter wereld is dat zich zo diep en zo lang in het hart kan blijven nestelen. Eén woord kan volstaan om het nooit meer uit je geheugen te bannen, temeer wanneer dit woord gesproken wordt door je grootmoeder die alles in je wakker roept waarmee je kinderjaren voorgoed verbonden zijn. Een diep ontroerend verhaal waarin de schoonheid en tegelijk de aftakeling van een geliefd iemand centraal staan.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)