Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Rad van Fortuin

De belevingswereld van peuters en kleuters is net een oase, een ruimte binnen een regenboogkleurige zeepbel. Een enkel woordje of een simpel gebaar wordt meteen begrepen – geen diepe overpeinzingen voordat er een bepaalde actie wordt ondernomen. Geen belemmeringen door normen en waarden, arm en rijk, rangen en standen, maatschappelijke status, zoals die bij volwassenen soms wel een rol kunnen spelen…

“Jongetje, wil jij met me spelen?” vroeg het meisje. Net als ik was zij toen drie turven hoog en eveneens zes jaar oud. Ik logeerde weer eens bij oma. Zij woonde in het statige herenhuis met de naar buiten stekende halfronde erkers, prachtig versiert met ornamenten. Mijn opa, bouwvakker van beroep, had twee jaar eerder zijn eigen moderne woonhuis er pal tegenaan gebouwd. De vader van het meisje was eigenaar van een grote beddenzaak in het centrum van de stad. Haar ouders zaten er, in die tijd, warmpjes bij en hadden zelfs een dienstmeisje intern. Deze buren en mijn grootouders negeerden elkaar al vanaf het begin. Hondsbrutaal van een ‘arbeider’ om hun leefomgeving te verpesten door zich naast hen te vestigen – in dezelfde straat notabene. Dat stond gelijk met de aanwezigheid van een boerderij tussen de villa’s in b.v. het plaatsje Wassenaar…

“Wat spelen?’’ vroeg ik, “ik heet Günter… en jij?’’, terwijl ik haar poppenwagentje bewonderde. Het was niet zo’n houten gevalletje met dito wieltjes, maar een heuse kopie van een groot bestaand model, met échte wieltjes, een afneembare bak en veel chroom. “Rina” antwoordde ze, “enne… we spelen vadertje en moedertje en de pop is ons kind’’. Hoe ons kind dan heette wilde ik weten. “Gewoon, Pop’’ zei ze op een toon, die geen tegenspraak duldde. Nog voordat ons prille gezinnetje ook maar enige invulling kon krijgen begon het hard te regenen. Rina regelde het, dat ik mee naar binnen mocht om met haar in haar speelgoedwinkeltje te spelen.

Haar moeder bekeek me kritisch van top tot teen, riep het dienstmeisje en droeg haar op mij mijn handen te wassen en mijn schoenen uit te trekken. Rina’s oma, een “bril op een lange stok” vasthoudend, zat in een gemakkelijke stoel en volgde alles nauwlettend. – Gespeeld werd er nauwelijks. Ik mocht al zo bijna niets aanraken en bovendien had ik veel meer aandacht voor de centimeters dikke vloerkleden en het glimmende interieur.

Enige weken later zag ik haar weer eens met “Pop” en wagen buiten. Rina vertelde mij, dat ze van haar ouders niet meer met mij mocht spelen. Ze zat op een aparte lagere school en later zou ze naar een “slaapschool” (internaat) gaan. Ik haalde haar over om met mij een wandeling te maken. We legden toen een traject af van ongeveer drie kilometer en waren uren onvindbaar. Wij fantaseerden, dat we een grote reis maakten. Ik herinner me eigenlijk nog maar weinig details. Wél staat het nog haarscherp in mijn geest gegrift, wat er gebeurde toen wij na uren eindedijk weer naar huis terugkeerden.

Rina’s moeder en mijn oma stonden ons in paniek én met onheilspellende blikken op te wachten. Vrijwel onmiddellijk barstte de bom. Mijn oma werd verweten, dat ze te weinig op haar “blaag en ongemanierde straatvlegel” had gelet en dat ik haar lieve meisje tegen haar zin had ontvoerd. Nimmer zou zij vrijwillig de straat zou hebben verlaten. Maar ja, wat kon je ook anders van zo'n ‘straatjoch’ verwachten! Mijn oma deed toen, met haar armen in haar zij, enkele vlugge passen in de richting van Rina’s moeder. “Nou moet je eens goed naar me luisteren, kakmadam…” De aangesprokene greep echter razend snel Rina en haar poppenwagen en verdween van het toneel, haar huisdeur luid scheldend achter zich dichttrekkend. Pas toen kreeg ik van oma de eerste en ook de laatste (niet al te harde) tikken in mijn leven – Rina verdween daarna uit beeld. Ik vernam wel van oma, dat ze, na haar studie, werkzaam was in een ziekenhuis en inmiddels ook was getrouwd.

Ruim 31 jaar later stond ik, tijdens een bezoek aan mijn ouderlijk huis, voor de huisdeur. “Jongetje, wil je met mij spelen?” – Voor mij stond een mij onbekende vrouw. Eigenlijk kon het echter maar één persoon zijn… “Rina?...” Inderdaad, zij was het. Wij haalden ons het verhaal van toen weer voor de geest, ieder met een iets andere herinnering. Haar ouders waren beiden overleden; vader door een ongeluk en haar moeder, die zij nog jaren thuis verpleegde, door kanker. Haar huwelijk was, kinderloos, op de klippen gelopen en ze was nadien tijdelijk gaan zwerven en aan de drank geraakt. Nu bewoonde ze, met haar dochtertje (Rina werd later misbruikt door een hulpverlener) het oude herenhuis, nu haar eigendom. Haar enige zorg was gericht op de studie van haar dochter; alle andere zaken vond zij minder belangrijk. Het raakte mij, dat zij met haar doorleefde gezicht, jaren ouder leek.

Terugkijkend op mijn eigen leven vond ik, dat ik toch maar enorm had geboft. Opeens voelde ik dan ook een enorm respect voor deze vrouw… - Natuurlijk luidt haar échte naam anders. De naam Rina is door mij bijna willekeurig gekozen, hoewel… er bestaat natuurlijk wél een Rina, die ik niet persoonlijk ken, maar die ik eveneens oprecht respecteer.

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 27 januari 2008


Geplaatst in de categorie: maatschappij

3.1 met 14 stemmen 1.348



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Rina van Dijk
Datum:
2 februari 2008
Mooi verhaal, Günter! En, ik voel me zéér vereerd dat je mijn naam geleend hebt. Het respect is wederzijds.
Naam:
Michelle
Datum:
30 januari 2008
Email:
michellesilverbullet-karting.nl
Wauw, wat mooi.
Echt een schitterend verhaal.
hoewel ik de titel niet echt snap.
Naam:
Iris Van de Casteele
Datum:
28 januari 2008
Beter als Lodewijk kan ik het niet "verwoorden".
Mooi!
Naam:
Lodewijk
Datum:
28 januari 2008
't Wordt steeds beter zei iemand op deze site.
Mee eens. Mooi ,,verwoord'' (in de betekenis die Van Dale aan dit woord geeft ,,een overlevering die door de mond van een dichter verwoord wordt'').

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)