Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Boze buurman 2

‘Wat.. Hoe’, meer weet ik niet uit te brengen.
De laatste oneffenheden op het lakwerk zijn gisteren door de spuiter bijgewerkt, ik ben net in de langste autowasstraat van de stad geweest, daarna drie keer in sprakeloze bewondering om mijn druipende aanwinst gelopen en heb met de afstandsbediening de centrale deurvergrendeling onophoudelijk aan en uit gezet.

‘Lock’..,únlock’ . Bij elke keer flikkeren aan de voor- en achterkant de lampen even op en schieten er overal in de auto knopjes naar boven en naar beneden. Ik heb Miles Davis gedraaid op concertsterkte, er zijn beschaafde lichtjes die gaan branden als je de deur opendoet en die na 10 seconden weer zachtjes dimmen zodat je ook in een pikzwarte nacht het contactslot kunt vinden, het dashboard geeft zelfs de buitentemperatuur aan.
En nu..geschonden, aangerand.

Nooit had ik me gerealiseerd dat mijn gehechtheid aan materie, waar ik in de beste boeddhistische traditie boven dacht te staan, me zo vol in de maag zou kunnen raken.
'Het gaat er niet om wat je hebt, maar wie je bent‘, ligt mij voortdurend in de mond bestorven maar klinkt me nu als een inhoudloze hypocriete slogan in de oren.
Leuk voor als je niks hebt. Maar ik had NET een nieuwe auto..!

Buurman laat de rest van zijn relaas de gang inlopen.
Een busje stond op zijn privé parkeerplaats en schampte bij het achteruit rijden de zijkant van mijn auto. De bestuurster is doorgereden.

Buurman kijkt me vergenoegd aan, er komt blijkbaar nog meer.
Een ogenblik gluipt hij slinks om zich heen.
‘Maar ik heb het nummer en bovendien kwam ze uit het 5e achtertuintje.’

Kijk, daar hebben we wat aan. Nu de collaborerende karaktertrekken van buurman in mijn voordeel verschuiven stel ik het beeld van hem bij in dat van een oplettende medebewoner die hart heeft voor zijn flatgenoten.
De lijn tussen verraad en solidariteit is in mijn normenstelsel blijkbaar flinterdun.

‘Laten we eerst maar eens gaan kijken’, stel ik voor.
Uit de meterkast diep ik een zaklamp op en we spoeden ons in de motregen naar mijn auto.
De deuk en de krassen op het achterportier lichten op in het duister.
Ik besluit tot onmiddellijke actie. Buurman verstrekt me een duidelijk signalement van bestuurster en merk auto en biedt aan me te vergezellen om als getuige à charge mijn aanspraken op vergelding kracht bij te zetten. Beleefd maar beslist wimpel ik hem af. Ik vind de hele situatie al ongemakkelijk genoeg en om nu ook eens met een onguur bebaarde wreker in mijn kielzog voor een vreemde deur te staan.

De vrouw die na het luidruchtig verwijderen van divers hang-en sluitwerk voorzichtig haar voordeur opent kijkt me aan alsof ik een seriemoordenaar of op z’n minst colporteur van de leesportefeuille ben.
Ik zet mijn meest vertrouwenwekkende glimlach op en doe mijn verhaal, waarbij ik niet nalaat te vermelden dat ik het óók heel vervelend vind, maar ja hier sta ik en ik kan niet anders...

Ze ontdooit, speurt haar geheugen af en herinnert zich plotseling het bezoek van haar moeder die vanmiddag, onbekend met het geldende parkeerbeleid, haar auto op de eerste de beste lege plek had neergezet.
Ik mag binnenkomen en nadat ze eerst zelf een uitvoerig telefoongesprek met haar heeft gevoerd, krijg ik het nummer van moeder overhandigd.

Thuis haal ik diep adem en druk de toetsen in.
‘Met Anneke van Raak'.
Dat begint goed, ik moet op mijn tong bijten om mijn positie niet meteen aan het begin van de onderhandelingen met een olijke woordgrap om zeep te helpen. Nu éven niet, hou ’t nou eens zakelijk man!

Dat blijkt niet nodig. Mevrouw is onmiddellijk bereid schuld te bekennen, maar de toedracht werpt een geheel nieuw licht op buurmans bereidwilligheid: schuldgevoel.
Hij joeg haar de stuipen op het lijf toen ze verkeerd geparkeerd stond en dwong haar achteruit het terrein af te rijden omdat hij weigerde plaats te maken. In haar zenuwen heeft ze niet goed opgelet.

De formaliteiten zijn snel geregeld, maar met buurman ben ik nog niet klaar. Het is een maanloze nacht, de perfecte omstandigheden voor een klein touché van een reusachtige Volvobumper tegen een uiterst kwetsbare Subaru Pipo.
Daar merk je als bestuurder niets van.
Zeker niet als je Miles Davis op hebt staan..

Schrijver: trawant, 19 december 2008


Geplaatst in de categorie: emoties

4.0 met 6 stemmen 352



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)