Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

In het café

Het zal me een worst wezen dat de twee mannen in pak die komen binnenlopen morgen te laat zijn op hun werk, maar ik ben zo nieuwsgierig naar waar ze vandaan komen, wat ze hier doen, waar ze straks heen gaan en op welk kantoor ze morgenochtend eventueel met een kater aankomen.

Waarschijnlijk zal het niet zo spannend zijn als ik zou willen, daarom is het best leuk om er zelf een draai aan te geven.
De ene man komt me bekend voor, al zou ik niet weten waarvan.
De ander is duidelijk jonger dan de eerste man. Het is net of hij op een bepaalde manier naar hem opkijkt. Zijn rug is kaarsrecht en hij kijkt af en toe zenuwachtig van mij naar de andere man alsof hij me wil laten weten dat deze man wel erg belangrijk is. Nu ben ik niet zo gauw van m´n stuk gebracht en zeker niet van mannen in pak die zichzelf erg belangrijk lijken te vinden.

Toch komt er een grote ergernis bij me bovendrijven die ik niet kan onderdrukken. Ik gok dat de jongere man een stagair is bij een groot en belangrijk bedrijf en dat de oudere man zijn supervisor is. Wie weet hebben ze wel een grote opdracht binnengehaald en zijn ze ergens wat gaan drinken om het te vieren. De twee raken zo in gesprek dat de tijd ineens voorbij is en ze ´laatste ronde!´ door de zaak horen schreeuwen. Ze besluiten ergens anders heen te gaan en met een paar biertjes op staan ze ineens aan de bar waar ik achter sta. Of ze hebben misschien tot in de late uurtjes zitten vergaderen en zijn ze niet aangeschoten maar gewoon vervelend van zichzelf. Toch blijf ik vermoeden dat de mannen al behoorlijk aangeschoten zijn, maar dat met man en macht proberen te verbergen.

De oudere man bestelt twee biertjes en wanneer ik ze op de bar zet noem ik het bedrag dat ze mij verschuldigd zijn. De man kijkt me verbaasd aan en met een arrogante ondertoon vraagt (beveelt) hij: 'Kun je dat niet even opschrijven?'

Aangezien mijn baas me altijd nadrukkelijk zegt dat ik geen bon mag maken, maar gelijk moet afrekenen, kan ik het niet opschrijven. Daarbij komt dat ik op woensdag in m'n eentje sta en ik niet echt veel zin heb om achter mensen aan te rennen die zijn 'vergeten' hun bon af te rekenen. Dus zeg ik: 'Nee, meneer ik zou graag meteen met u willen afrekenen.'
Aangezien de oudere man geen 'nee' wil accepteren besluit hij toch de discussie met me aan te gaan. 'Je kunt het toch gewoon even opschrijven!' zegt de man. Mijn haren gaan recht overeind staan. Ik bedenk me hoe ik gereageerd had als dit m'n eerste dag had geweest. Waarschijnlijk had ik dan met een klein stemmetje 'ja' geantwoord en het nog voor hem opgeschreven ook.

Maar aangezien dit niet mijn eerste dag is, maar ik hier al bijna vier jaar werk, voel ik me geroepen om deze man even op zijn plek te zetten. Toch doe ik het niet. Ik haal twee keer adem, kijk de man aan en probeer zo koeltjes mogenlijk over te komen. 'Sorry meneer, orders van de baas. Ik voer alleen mijn werk uit.' De man kijkt me aan en doet me denken aan een student die een eerstejaars in elkaar wil timmeren gewoon omdat hij ontgroend moet worden. 'Dan moet je baas dat maar veranderen,' antwoordt de man die kijkt alsof er met een bulldozer over zijn ziel gereden is.

Nu gaan de ogen uit m'n kassen springen. Ik voel dat m'n hoofd rood aanloopt en mijn handen beginnen te tintelen. Een hele waslijst aan scheldwoorden schiet in m'n hoofd voorbij. Uiteindelijk weet ik er een zwakke 'dat denk ik dus niet,' uit te brengen.
Op het moment dat ik het zeg heb ik al spijt. Kon ik niks beters bedenken? Ik trek m'n wenkbrauwen iets omhoog en kijk hem niet aan als ik weer twee biertjes op de bar zet. De man haalt zijn portemonnee uit z'n binnenzak en legt demonstratief het geld op de bar.

Op dat moment komen er twee jongens binnen waarvan ik er een ken. Ik voel een vleug van opluchting m'n hoofd binnenstromen. Van de jongen die ik ken weet ik dat hij een regelmatige drugsgebruiker is. Maar het kan me niet schelen, voorlopig voel ik me verlost van de twee pakken. Ik voel me raar dat ik me meer op m'n gemak voel in de buurt van een drugsgebruiker dan twee 'nette' mannen in pak.

Richard, de drugsgebruiker, is altijd vrolijk. Of dat door de drugs komt of niet, dat maakt me dus niet uit. Hij voelt tenminste niet de behoefte zich belangrijker voor te doen dan hij is. Terwijl Richard en ik druk praten en lachen, hoop ik dat de mannen in pak zien dat ik ook gezellig kan zijn, maar niet tegen hun. Nadat Richard en zijn vriend hun drankje op hebben besluiten ze ergens anders heen te gaan. Tot mijn grote teleurstelling, want nu zit ik weer met die pakken opgescheept.

Gelukkig blijven ze niet lang en hoop ik met heel mijn sadistische hebben en houwen dat ze morgen met een ongelooflijke kater wakker worden.

Schrijver: Sanne M, 12 februari 2009


Geplaatst in de categorie: werk

2.0 met 2 stemmen 519



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)