Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kroes III

Om zes uur des voormiddags stond Anita voor mijn deur, geheel in nauwsluitend zwart leder gekleed. Ik had mijn duffelse jack aan.
‘Wat een lullig jekkie heb je aan. Daar moeten we gauw eens iets aan doen.’
Ik kon het niet tegenspreken. Mijn garderobe was niet op internationaal motorverkeer ingesteld en ik wou het ook gewoon niet koud hebben. Ik zou mijn masculiniteit later wel bevestigen. De helm die ze me gaf was trouwens ook een soort Willempie-model. Tant pis maar helaas, om maar een voorschot te nemen op de Franse dreven.
We scheurden weg, de buren beangst naar de ramen drijvend.

Dat we zouden stoppen klopte. De snelweg hadden we bij de grens verlaten en we bereden de provinciale wegen. In Hoei daalden we met grote snelheid een acht-procents helling af, tot vreugde van een tweetal gendarmes die onderaan bij het kruispunt stonden te wachten.
Die wreven zich in de handen, nog verhevigd toen Anita de helm afzette en zich een cascade van helblond haar ontwikkelde.
Anita’s nauwsluitende zwartlederen aankleding ontging de wetshandhavers evenmin. Ze trok de rits een aantal centimeters naar omlaag, daarbij een ruime inkijk niet schuwend. Blijkbaar had ze eronder niets aan. Ze kon het hebben. De gendarmes nauwelijks.

‘Bonjour messieurs.’ Haar gevoileerde stem, die ik van haar ken bij het naderen van het supreme moment.
‘Bonjour madame’. Dan, als bij nader inzien, een afgemeten knikje naar mij. ‘M’sieu.’
Daarna onttrokken de ontwikkelingen zich aan mijn directe waarneming. Mijn taalkennis voldoet slechts aan de primaire eisen van le cheval die dans le pré staat.
Zo niet bij Anita. In een vloed van rap Frans, met veel lachen en op de schouders slaan en de rits nog wat verder naar beneden, communiceerde de overtreedster met de ambtenaren, met af en toe een blik naar mij en binnen enkele minuten schudden partijen elkaar de hand. Eén gendarme wees in de verte en gaf blijkbaar instructies.
‘Merci mille fois, messieurs. Mille fois. Au revoir.’
‘Au revoir, madame. Et bonne route.’
Voor mij nu een meewarige blik. ‘Bonne santé, monsieur.’

Anita besteeg weer de motor, deed wel de helm op maar nog niets aan het decolleté en vertrok, nadat de politiemensen het verkeer op het kruispunt even hadden tegen gehouden, zodat we ongestoord konden oversteken.
Bij de tweede volgende zijstraat sloeg ze rechtsaf. Aan het begin ervan stond een bordje met een H er op. Hospitaal?
Anita gierde. ‘Ik heb gezegd dat je je niet zo goed voelde en dat ik even met je naar het ziekenhuis wilde.’
Dan tweemaal links en we kwamen weer op de hoofdstraat. Langzaam reed ze door, zonder lawaai te maken. Na een bocht stopte ze, deed de rits naar boven (‘anders vat ik kou’) en gaf vol gas.

We reden ons reisdoel binnen. Een oud stadje aan een langzaam stromende rivier, met een citadel op een hoge heuvel, die het plaatsje overzag. Er voerde een kabelbaantje heen.
‘Kom, we gaan eerst naar boven. Het licht is nu nog mooi. Straks zoeken we wel een hotel.’
Boven konden we ver het land in kijken. De laagstaande zon legde slagschaduwen over de rivier en de stad in het dal en verlichtte de omringende heuvels.
Door de stilte heen hoorden we het stadsgeruis dat van beneden kwam. We zagen kleine mensjes aan de kade en koeien in de velden. Om ons heen kringelden zwarte vogels. We stonden zwijgend met de armen om elkaar heen en ik voelde haar lichaamswarmte. Zonder praten ook gingen we naar beneden over een pad, terug naar de rivier. Daarlangs een keur aan hotels. Ik was benieuwd.

Schrijver: hendrik
Inzender: Hendrik Laanen, 6 maart 2009


Geplaatst in de categorie: liefde

2.5 met 2 stemmen 291



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
hendrik
Datum:
8 maart 2009
Email:
hendrik-ulive.nl
Ja, het liep prima met Anita en dan komt nog het laatste deel, te België zelf.
Naam:
foppe
Datum:
7 maart 2009
Email:
foppeoosttelfort.nl
leuk verhaal met een goede afloop gelukkig

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)