Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bas-1

Een bruin getint lokaal. In een hoek drie serieuze drinkers, zwijgend, zonder belangstelling voor hun omgeving. De communicatie bestaat uit het opsteken van een aantal vingers naar de tapkast, ter aanduiding van het getal der gewenste consumpties. De aard daarvan is bepaald door traditie en volledig bekend bij Jonas, aan gene zijde van de toog die is opgetrokken uit oud eikenhout met vochtplekken. De bierpomp heeft veel koper en blauw porselein.

Aan de toog zit een oude morsige man, met op de kruk naast zich een evenzeer onderkomen hond. Het ras is onbestemd. Hij luistert soms naar de naam Bas.
Jonas begroet de gast aan de toog. ‘Ha, die meneer Dirk.’
Deze zucht vermoeid. ‘Ha, die Jonas.’
‘Hoe gaat het met u? Lange tijd niet gezien.’
‘Nee.’
‘Weg geweest?’
Dirk knikt. ‘Ja. Ik was in het buitenland.’
‘En dat beviel niet?’
‘Hoe raad je het zo.’
‘Ach meneer. Achter de toog doet men wel wat mensenkennis op. En het lezen der lichaamstaal. Hetzelfde maar weer, als vanouds?’

Jonas wacht de bevestiging niet af en zet een oude dubbel gebeide neer. Die wordt in kleine glaasjes verstrekt en bezit meer kracht dan daaruit zou kunnen worden afgeleid.
‘En de hond, meneer?’
‘Die heet Bas. Hij is op leeftijd.’
‘In den vreemde verworven?’
‘Ja, Jonas. Of eigenlijk toegewezen gekregen. Door een zwerver, die binnen korte tijd dacht dood te zullen gaan.’
‘En dat vond plaats?’
‘Weet ik niet. Ik ben snel vertrokken, want ik wilde dat liever niet meemaken.’
Jonas knikt begripsvol. ‘Bas ook iets, meneer?’
‘Alleen een koekje, Jonas. Hij moet nog rijden.’
‘Die meneer, altijd nog even humoristisch.’
Dirk nijgt dankend het hoofd. ‘En hoe is het met jou, Jonas.’
‘Gangetje meneer, gangetje.’
‘Nog steeds alleen?’

Een pijnlijke trek gaat over het gelaat van Jonas.
‘Niet steeds, meneer. Weer.’
Dirk kijkt medelijdend. ‘Ongelukkige liefde, Jonas?’
‘Wat heet, meneer. Pure ellende.’ Hij veegt oppervlakkig de pomp en de toog af met een grauwe doek. ‘En nog kostbaar ook. Maar laat ik u daar niet mee lastig vallen.’
‘Ja, Jonas. Ons soort mensen wordt niets bespaard.’
Jonas knikt mismoedig. ‘Zegt u dat, meneer. Maar heeft u daarginds nog mensen ontmoet?’
Dirk draait met de wijsvinger boven zijn inmiddels lege glaasje, ter indicatie van de wens tot een nieuwe vulling. ‘En neem zelf ook wat, Jonas.’
De heren drinken elkaar toe. Jonas blijft hem vragend aankijken.
‘Oh ja, je wou weten of ik… Nou, ik zei toch al iets over zwervers. Ik had daar een vaste stek. In het park, aan de rivier. Met nog een stel.’
‘Kon u ze dan verstaan?’
‘Nou, de ouderen spraken wat Duits, in de oorlog geleerd. Die speelden een beetje tolk, want die taal daar is niet te leren voor een man op mijn leeftijd.’
Dirk drinkt zijn glaasje leeg. ‘Nou, Jonas, leuk om je weer eens gesproken te hebben.’
‘Wederzijds, meneer. Tot ziens dan maar weer.’
‘Wie zal het zeggen, Jonas. Men weet het maar nooit. Kom Bas, we gaan eens kijken hoe het park er hier bij ligt. Hier praten ze tenminste mijn moers taal.’

Het belletje boven de deur klingelt als ze het lokaal verlaten.

Schrijver: hendrik
Inzender: Hendrik Laanen, 24 maart 2009


Geplaatst in de categorie: mannen

3.0 met 2 stemmen 224



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)