Dirk en de drinkers
Het zachte namiddaglicht vervaagt de contouren van het lokaal. In de hoek zitten nu twee drinkers.
Dirk zit aan de tap met hond Bas naast zich. ‘Wat weet jij van de ratio van het bestaan, Jonas?’
Jonas veegt machinaal de toog schoon. ‘Daaromtrent beschik ik niet over informatie, meneer.’
Dirk kijkt het lokaal rond. ‘Ken je dan wellicht de reden voor het ontbreken van de derde drinker?’
‘Klaas? Het spijt me, meneer.’ Hij zegt niet wat hem spijt.
Dirk staat op en zet zich aan de hoektafel.
‘Heren.’ En hij tikt aan de slaap met de wijsvinger, de informele groetwijze van de eenvoudiger standen.
De heren tikken zwijgend terug. Dirk maakt een vragend gebaar boven hun lege glaasjes. Ze knikken.
‘Jonas?’
‘Ik heb het gezien, meneer. Komt er aan.’
Men heft de glaasjes. ‘Proost meneer Dirk.’ De eerste verbale reactie, zij het iets afstandelijk.
Bas komt er ook aan en zet zich op de lege stoel. Een van de drinkers kriebelt hem achter het oor. ‘Goeie hond, meneer. Niet zo mooi, maar wel lief.’
Dirk kijkt naar buiten, waar het regent.
De drinkers kijken met hem mee. ‘Geen best weertje, meneer.’
Deze knikt beamend.
‘Kunt u niet naar het park.’
Blijkbaar horen de heren meer dan op het eerste gezicht lijkt.
‘U moet oppassen daar, meneer. Daar is het slecht gezelschap. Blazen en veile vrouwen.’
‘Blazen?’
‘Blowen.’
De horizont van de mannen ligt verder dan men zou denken.
Ze vervallen weer in zwijgen. Bas gaat op de grond liggen slapen. Dirk geniet van de ontspannen rust. Van tijd tot tijd vult Jonas zonder aansporing de glaasjes bij.
Bij de laatste maal komt hij er bij zitten. ‘Waar is Klaas?’
‘Thuis, Jonas.’ Oude klanten, aan wie gemeenzaamheid toekomt.
Jonas zwijgt.
Een drinker licht toe. ‘Hij had hoofdpijn.’
‘Ziek?’
‘Nee. Komt door het deurbelletje. Kunnen we dat iets zachter zetten?’
Inzender: Hendrik Laanen, 29 maart 2009
Geplaatst in de categorie: mannen