Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ingeslikt verdriet

(voor Georg Trakl (1887 - 1914))

In de mist van woorden zocht hij naar een woord van helderheid, dat hem kon redden van de ondergang, de hel in zijn hart, doorboord met gifpijlen, brandende speren, priemen van hout.
Wie zo zichzelf een pad moest banen, verloor zijn lach al gauw. Zijn angsten triomfeerden in een jeugd verstoft door oude schaduwen uit bange tijden, waar ogen niet bestonden, waar leegte in de leegte windstil kraaide van wanhoop en walging om het al te pijnlijke, de gruwel van onzalige beelden, vervloekte taferelen, gierende gedrochten in stoffige kelders van vervuilde spookkastelen, vol hardnekkige spinnewebben en levensgroot ongedierte.
De tralies in zijn verweekte ogen, weggezonken staal. Bijtende mieren en opgejaagde ratten liepen door de snelwegen van zijn getormenteerde hersens, door zijn inktzwarte bloedvaten. Ze hadden honger en hij voerde hen alsmaar meer witte ellende. Alles was roes en roes leefde van roes naar roes. Onder de roes lagen de borrelende woorden, die hij nooit uitsprak, de woeste wolven van een wreed voorgeslacht. De ruïnes in zijn torenkamer werden minder en korter bezocht,er bleef niets anders over dan door het onherbergzame bos te dwalen, verdwalen tot in alle eeuwen, dromend van gestolen naberichten, dwaze krampachtigheden van een afgekapseld superego in het grote niets, waar desalniettemin prehistorische katachtigen de naakte planeten bevolken, een krankzinnige aarde stuiterend van planeet naar planeet.
Een sombere monnik uit Lhasa gebruikte vele kilo's peyote om vervolgens voorgoed uit zijn dak te gaan. Ergens bij Jupiter knalde hij tegen Trakl op. Men noemt die knal de Big Bang en Oostenrijk is dan ook ontstaan uit gloeiendhete Trakl-sneeuw. Kijk nogmaals naar de kromme dolken in zijn hersens en zie hoe zijn bloed sijpelt op het afgunstige spugen van volgevreten gieren en onder zijn gestaalde huid hunkert het mijnenveld naar ontploffing, de woede om het duivelse onrecht, altijd groter dan welk slachtveld ook. Onder zijn mateloze verdovingen lag een onaangetast verlangen naar wraak, helder en vlijmscherp. De uithollende zelfontkenning overwon, terwijl de revanche vanuit zijn dode lichaam oversprong naar zijn levende taal, levend van een monsterlijke woede, die in de dolende ziel van Trakl huist, dolend zolang hij niet met zijn spokende woorden, spokende wind, het gelijk van ons en de overgave van haar, van haar alleen, op een ochtend zonder bloed en zonder banden krijgt, zoals God het leven inblaast, maar dan wel de God van Trakl en de God van ons.
Doe het stil en wees behoedzaam, wanneer hij van uw gedachten eet, maar weiger nooit een kapotgewerkte slaaf zijn lonkende vrijheid, een dichter zijn liefde. Hij is onze partner in het onzegbare van een lijden, zo eenzaam, zo bitter, dat er tijden na hem een kristallen stortbui van respect op zijn droevige bloedletters afketst, zoals confetti op de naakte bruid, zijn zuster in spiegelende V-vorm.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 mei 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 3 stemmen 190



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)