Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Sollicitatie

Het lijkt een mooi baantje. Teamleider worden op de acute afdeling. Zes bedjes, of zijn het er acht? , een mannetje of vijftien personeel. Nou ja, vrouwtjes dan. Maakt niet uit, het is een leuke afdeling, niet moeilijk, niet te groot, niet te vaak ziek, sociaal, zonder klitterig en in zichzelf gekeerd te zijn.

Het wordt ook tijd voor wat anders. Aan bed heb ik het wel zo'n beetje gezien. Al dat lijden, al dat doodgaan. Daar tussendoor de gewoon zieke mensen. En die kunnen strontvervelend zijn, zeuren en klagen, hun verkeerd zittende sok, hun veegje in de luier is het grootste probleem in de wereld en dient direct te worden opgelost.

Ik heb bewondering voor het engelengeduld waarmee Woemi die klanten tegemoettreedt. Zonder zichzelf te verliezen en dienstmeid, sloof te worden. Als iemand voor de miljoenste keer belt stampt ze quasiverontwaardigd de kamer binnen. 'Nu moet je eens goed naar me luisteren, nu is het af met dat gebel' blaft ze. Dan lacht ze, gooit er wat nepdialect tegenaan: 'menneke wat hedde ge allemaal toch' of begint zomaar over de foto op het nachtkastje. Dan wordt de sok rechtgedaan, het veegje uit de luier gehaald. Een schone dat is nergens voor nodig. Te duur ook, het mannetje kan toe met drie per dag heeft iemand van de luiercommissie berekend. En de controle is streng.

Maar dat is Woemi en dat is het verpleeghuis. Een andere wereld haast. Hard en zakelijk soms, maar ook intiem en warm. Echt vooral en betrokken. Daar heet je nog gewoon ome Piet, en kan je een aai over je bol krijgen.
Hier, in het ziekenhuis is het meer een eindeloze optocht, een eindeloos komen en gaan. De een wordt beter, de ander sukkelt nog een poos voort, een derde gaat gelijk dood.

Ik stap op mijn fiets en ga naar huis. Lekker, vanavond finale Champions League. Op naar de caravan. Niet dat het er het weer voor is maar nadat vorige week een hoosbui mijn voortent bijna gekraakt heeft, durf ik het boeltje geen windvlaag of regenbui alleen te laten. Gelukkig dat een mens buren heeft, ook op de camping. Ze hebben de hele zooi weer overeind geholpen, nieuwe scheerlijnen gemaakt en het spulletje zelfs iedere dag gelucht terwijl ik weg was. Dat is wel een flesje waard, zo'n vriendendienst.

'En?' wil ze gelijk weten, 'is het wat geworden?' Ik ben eerlijk gezegd vergeten dat ik het haar verteld heb. Heb het al een beetje verdrongen. Nee, het is niks geworden, het is haast ondenkbaar maar ze hebben een betere gevonden. Het gesprek ging goed, te eigenlijk. Ik lulde ze de gaten in hun sokken. Ontwikkelde in een half uur de grootste plannen voor de afdeling. Maakte van acht bedden vierentwintig, schetste een beter leerklimaat voor leerlingen, fungeerde als overdrukventiel voor een overvolle spoed, liet patiënten rechtstreeks naar de OK rijden, en, als verder opname nergens voor nodig is gewoon lekker weer naar huis, verzorgde een vakantieplanning waarmee iedereen uit de voeten kon en nam moeiteloos en zonder mopperen de taken over van zieke en zwakke collega-teamleiders.

'Dat is wel een beetje veel' zegt ze, 'voor een half uurtje'. Ik zwijg. Ik kan niet leven zonder dromen, ik kan niet leven zonder mijn fantasie. Om bij de les te blijven heb ik vrouwen nodig. Zoals Woemi. Ze noemt me soms haar kleine Napoleon. Ook als Nelson mijn vloot vernietigt, de muggen, de tyfus, de beriberi of wat voor tropische kutziekte ook, de Russische kou, een brandend Moskou mijn legers decimeren of ik domweg op het slagveld door Wellington verslagen wordt, blijf ik geloven in het onmogelijke. Een verenigd, democratisch Europa. Liefst onder mijn leiding natuurlijk.

Tja, de buurvrouw is er niet. Niemand die me vraagt wat het geworden is, niemand die geïnteresseerd is in mijn nederlaag. Wel een beetje saai zo. Zit ik daar straks een beetje alleen naar dat stomme voetbal te kijken.
Dan sms't Woemi: 'biertje?'
'Er is wel voetbal' sms ik terug.
'Geeft niet'
'Samen kijken?'
'K'. Dat betekent: ok, zit niet zo te zieken en schiet nou maar op. Ik pak mijn fiets en trap terug, naar boven zoals ze dat zo plastisch noemt. Er is vast nog een streepje zon in haar tuin. En het wordt vast een mooie pot.

Schrijver: jorrit, 8 juni 2009


Geplaatst in de categorie: werk

4.0 met 8 stemmen 439



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)