Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zeeuwse foto-avonturen

"Hoelang fotografeer jij al,?" vraagt Peter, een kennis van me.
Hij overhandigt mij een stapeltje foto's dat hij net bekeken heeft, "dat heb je zeker al meer gedaan? Misschien toen je voor de krant werkte?"
"Nee, toen schreef ik alleen," antwoord ik. Ik ben een beetje verrast door zijn compliment.

Sins maart 2009 heb ik een nieuwe hobby: fotograferen. Op een gegeven moment kon ik niet langer achterblijven; ik betrad het digitale tijdperk. Ik schafte, naast een digitale camera, ook een computer aan. Een goede vriend installeerde een gratis fotoprogramma, Picasa 3, op mijn computer. Nu kon er niks meer mis gaan, dacht ik.

Ik neem een opstapje mee, denk ik, daar kan ik op staan. Een beetje zenuwachtig loop ik naar de Westerschelde in Terneuzen (Zeeland). In Terneuzen zijn sluizen. Daar gaan zeventigduizend schepen per jaar door heen. Op het water is er altijd druk scheepvaartverkeer. Ideaal voor een amateurfotograaf die haar eerste schreden in de wereld van de fotografie zet.

Op het strand bij de Westerschelde zie ik grote zwarte stenen. Als ik daar mijn plastic opstapje zet, dan kan ik de stenen op de voorgrond zetten en misschien nog een paar golven, denk ik. Ik zet het hulpmiddel in de modder en en ga voorzichtig zitten. Ik voel het gebeuren; de achterste poten van het opstapje zakken helemaal in de grond. Daar zit ik dan, helemaal schuin en rondom mij modder. Nu ik hier toch zit, kan ik net zo goed een paar foto's maken, besluit ik. Daarna moet ik mijn camera beschermen. Ik blijf ongewoon kalm. Blijven zitten tot ik een oplossing vind, denk ik, terwijl een supergroot schip voorbij vaart. Na een kwartier besluit ik om op te staan. Ik wankel en blijf met moeite staan. Nu zitten mijn handen onder de modder en de achterkant van mijn hulpstuk onder het zand. Ik trek hem uit de modder en blijf even staan. Ik kijk naar mijn vuile handen. Als ik zo foto's ga trekken, gaat mijn camera er aan. Plotseling kom ik op een idee; ik laat mijn handen drogen! Door de strakke wind zijn ze snel droog en ik veeg ze schoon aan mijn lange broek. Dat gaat er wel af in de was. Dit is dus het begin van mijn foto-avontuur, grinnik ik.

Naast schepen fotograferen ga ik ook naar natuurgebieden. "Kom een middagje naar mij," zegt mijn zus, "dan gaan we naar de Liniedijk in Hulst (Zeeland) wandelen." De Liniedijk is een soort dijk met bolwerken. Een schitterend gebied. We bekijken het eerste en tweede bolwerk en halen herinneringen op. Als kinderen speelden wij hier. We klommen altijd in een een smalle boom die niet zo hoog was en dunne takken had. Ik noemde hem de motorboom, ik weet niet meer waarom.
Op een fotootje, dat mijn zus later laat zien, zitten we met zes kinderen op zijn takken. Het is niet te geloven dat we daar niet uitgevallen zijn. Mijn zus en ik zoeken tot we onze boom gevonden hebben. Daar staat hij; de motorboom is prachtig! Zijn takken zijn nu dik en enkele wijzen naar de hemel. De boom is hoog geworden en heeft een prachtige kleur. Het is ongelooflijk dat hij er na vijftig jaar zo gloednieuw uitziet.
"Ik zou er eigenlijk in moeten gaan zitten," verklaart mijn zus. Ze ziet dat ik al met mijn camera in de aanslag sta. Ik raad het haar af, want zo makkelijk als vroeger zal dat niet meer gaan. Van alle kanten wordt de motorboom op de foto gezet door mij. Ik ben ontroerd.

Bij het tweede bolwerk is een prachtig viswater. Er naast ligt landbouwgrond. De frisse groene mais staat heel hoog.
"Ik loop even een eindje tussen de mais," leg ik uit aan mijn zus die aan de kant blijft staan.
"Als ik tussen de mais sta, krijg ik vast een junglegevoel, dat zal mooi op de foto uitkomen," roep ik tegen haar, terwijl ik naar het veld loop. Ik ga het paadje op. Wat is het hier mooi; de ene plant is nog mooier dan de andere. Ongemerkt loop ik verder, ik ben altijd nogal fanatiek, terwijl ik de ene na de andere foto maak. Als ik terug wil aarzel ik. Kwam ik nou uit dat paadje of uit het andere? Nee, ik weet het zeker het is het linkse. Of is het nou het rechtse, is dat niet breder? Plotseling hoor ik mijn zus schreeuwen: "Elvira, waar ben je nou!? Ik roep zo hard mogelijk terug, maar ze is een beetje hardhorend en hoort me niet. Ik ga op het geluid af en plotseling ziet ze mij.
"Waar was je nou? Ik was al ongerust. Je was op weg naar Clinge!" zegt ze met een kleine stemverheffing.
"Ja, sorry hoor," antwoord ik lachend, " je hebt nog geluk dat ik niet in een doolhof zat. Dan had je me ongetwijfeld vanavond moeten komen redden!" Ze lacht nu met me mee.
"Wie verdwaalt er nu in een maisveld? Dat geloven ze thuis nooit," hikt ze. De tweede keer fotograferen verliep dus ook niet vlekkeloos.

Ik zorg dat de batterijen van mijn camera altijd geladen zijn Elke keer als ik op stap ga, vraag ik me van te voren af wat er nu weer gaat gebeuren. Ik heb inmiddels met mijn blote benen in een grote plek met brandnetels gestaan, de taxi kon me niet meer vinden en ik verdwaalde geregeld. Kortom genoeg stof voor mijn volgende verhaal. Ongetwijfeld zal ik ook weer nieuwe dingen meemaken; ik ben nu al nieuwsgierig!

Schrijver: Elvira Taelman, 16 september 2009


Geplaatst in de categorie: fotografie

2.3 met 3 stemmen 600



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)