Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Frederik Willem van Eeden

De 'rotsvaste zekerheid van een hiernamaals waarin hij met open armen ontvangen zal worden' (Dick Schlüter) moet een grote troost geweest zijn voor een man als Van Eeden, na zijn moeizaam en ingewikkeld leven vol onzekerheden.
Naar 'open armen' heeft hij altijd sterk verlangd, met name omdat de armen van zijn ouders zo dikwijls gesloten waren.

Zijn leven begint op 3 april 1860 aan de Kleine Houtweg 23 te Haarlem. Zijn voorvaderen waren bloemkwekers.
Zijn vader was een geletterd man, op een amateuristisch niveau.
Zijn moeder kwam uit een milieu van dominees. Hij had een oudere broer. Het huwelijk van zijn ouders was geen succes, zijn vader was een gekwelde mislukkeling, terwijl zijn moeder een strenge, naar perfectie strevende vrouw was. Hun levensvisies botsten nogal.
Zijn start was slecht, hij leerde als kind al voortdurend geestelijke strijd te voeren, een pijnlijke, in wezen ondraaglijke overlevingsstrijd. Zijn latere genialiteit kwam voort uit een gestoorde relatie met zijn ouders, waarbij het opvalt dat zijn vader een gefrustreerde despoot was, ronduit ongelukkig en depressief.

'Gespletenheid' is het kernwoord voor het leven van Van Eeden. Hij leerde al vroeg zijn ware emoties af te splitsen, op te bergen, daar die te zeer bedreigd werden. Hij moet zwaar geleden hebben onder de dominante onvrede van zijn getraumatiseerde vader. Zijn vader leed aan een pathologische vorm van identiteitsverlies, veroorzaakt door een mensonvriendelijke prestatiemaatschappij en liefdeloze, onkundige ouders.

Ook verklaart dit de gedreven psychiater in de oudere Frederik. Niet voor niets is hij het die de psycho-analyse in Nederland introduceert. Mede door de onenigheid tussen zijn ouders, vluchtte Frederik in troostrijke droomwerelden. Hij droomde zijn leven mooier dan het in feite was.
Hij moest wel, want een bewust besef van zijn verwaarloosde situatie en zijn gebrek aan liefde zou te overweldigend en vernietigend geweest zijn. Naast zijn droombeelden ontwikkelde hij ook een funeste vader-identificatie, waar hij zijn leven lang mee worstelde. Hij leed, zoals veel schrijvers, aan een tergend vadercomplex. Vermoedelijk omdat hij nooit heeft toegegeven dat zijn vader in wezen een zich mooi voordoende, krankzinnige was. De maskerade van de mensen onderling, vooral van zijn familie dan, moet hem diep gekweld hebben en dat achtervolgde hem.

Zijn debuut 'Grassprietjes' is een parodie op de brave dominee-dichters van zijn tijd, zoals Beets en Ten Kate. De hypocrisie was nergens zo sterk aanwezig als bij deze waanzieke rijmelaars, die zich vroom voordeden, maar voorzeker de katjes in het duister knepen. Vaderprojectie!
Maar eigenlijk richtte hij zich tegen de hautaine vroomheid van zijn moeder.

Na de HBS te Haarlem volgt de studie medicijnen te Amsterdam en uiteindelijk zal hij zich gaan specialiseren in de psycho-analyse, na vele leerzame omzwervingen. Dat was barheid ten top in Barneveld.

'De witte waterlelie' is het bekendste en mooiste gedicht van Fré, sterk beïnvloed door oosterse wijsheid en Tagore. Ik citeer het hier niet, om jullie gemakzucht te tergen. De overgave aan het eind van dit gedicht is een vervulling, die Fré maar zelden gekend heeft in zijn zwaar beproefde leven. Hij is verliefd op een bloem, merkwaardig en op z'n minst een tikkeltje pervers; toch weet Fré er een hoog-edele liefde van te maken en dat kan alleen een natuurtalent, een romanticus pur sang. Of is de waterlelie een vrouw? Bekend is zijn waterlelie-vignet, maar dat terzijde. Misschien is het zelfs wel een knap verhuld erotisch gedicht. Dan zou 'de witte waterlelie' een schuilbeeld voor de boezem van de vrouw zijn, 'die zo blank is', natuurlijk, veel zon kregen de borsten van vroeger niet. En 'haar kroon', is ongetwijfeld haar tepel(s), 'uitplooit' is ook niet verwonderlijk, want de zonnestralen doen dat nou eenmaal met nog stijve tepels. En over 'in 't licht' kan ik dit zeggen: er zal in het verborgene vast wel het een en ander ontbloot zijn, juist in die walgelijk puriteinse tijden.

Het is slechts mijn hypothese. Literatuur is een goed onderkomen voor ongeneeslijke neurotici als ik. Die balans tussen literatuur en psychologie, dat spreekt mij wel aan en voor mijn leraar Fré gold waarschijnlijk hetzelfde. Het niet-welkom-gevoel is navrant en hemeltergend, wás het, dit was ook de reden dat ik Van Eeden tot mijn echte vader heb gemaakt en later vele, vele anderen.

'Herkenning' is een sleutelwoord, Fré liet zichzelf volledig zien, zowel zijn zwarte als zijn witte kanten, hij was de wijze ekster die ik nodig had. De sturende en stimulerende vader-figuur. Iemand die durfde te leven, koste wat het kost. Iemand die mij liefdevol voorbereidde op zelfacceptatie, hoe mijn mens-zijn of liever gezegd mens-wording er ook uit zou gaan zien, in ups en downs, choquerend of teleurstellend, zolang het maar puur bleef, puur zichzelf.
Hedwig Marga de Fontayne. Zij was een spiegel voor mijn depressieve ziel, zij troostte mij waar ik geen woorden meer vond tegen de verwondingen en de krenkingen. Als er een romanfiguur tot leven is gekomen voor mij, dan is zij het, meer dan Eline Vere of madame Bovary.
Ik herkende mij volkomen in haar en het ontroerde mij hoe vaderlijk Fré haar leven beschreven heeft. Hedwig en ik werden één en dat was voor een tijd mijn redding.
Ik bewaar dat boek als een relikwie, mijn persoonlijke lijkwade van Turijn. Ik maak Chinese buigingen voor de dierbare herinnering aan haar geestelijke spiegelbeeld.
'De kleine Johannes' werd omgedoopt in 'De kleine Joanan'. In het gemeentehuis te Bussum staat een standbeeld van de kleine Johannes. 'Ellen, een lied van de smart' heeft mij daadwerkelijk doen huilen.
'Het rode lampje' las ik voor het eerst in het klooster te Egmond, in de zijkapel hing een rood lampje.
Uiteindelijk vond Van Eeden troost bij een klein lampje, rood van liefde.

Hij stierf op 16 juni 1932 te Bussum, deze hoogst belangrijke schrijver/dichter/essayist/psychiater/wereldhervormer!
Hopelijk heb ik jullie nieuwsgierig gemaakt naar zijn boeken.
Blaas het stof er af!

---------------------------------------
'Wegen tot God zijn als zonnestralen,
eindloos in veelheid, enig in accoord.'

Frederik van Eeden

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: idool

3.2 met 4 stemmen 313



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)