Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het circus der eenzaamheid

Een boek van de gevierde veelschrijver Jeroen Brouwers. Een ongenaakbare wijze. De psychiater van de literatuurmakers! Wat lezen wij? De aftakeling van Paul de Wispelaere, zijn sombere zelfbeklag, zijn veel jongere vrouw en muze Ilse, wat zeurt die Paul toch! Menig oude knar met kunstgebit zou jaloers zijn, niet in de minste plaats op zijn respectabel werk. Benno Barnard lijkt te verzanden in een tragische vaderidentificatie, terwijl hij er toch met meer en meer vuurspatters bovenuit stijgt. Hij komt maar moeilijk los van zijn vaderpatronen, hij dreigt te verstikken in herhalingsdwang, hij zoekt wanhopig naar vormen van houvast, maar leegte rest. Zijn grootste angst: Benno is niemand, Benno is onzichtbaar in de schaduw van zijn vader. Benno Mann? Brouwers weet zichzelf uit te schakelen / weg te cijferen om volledig in een ander te kruipen. Brouwers brouwt daardoor krachtige, werkzame brouwselen. Leonard Nolens is de vereenzaamde eenling, die zich liever goed verstopt, zodat hij nooit ontdekt wordt. En waar hij zich laat vinden, knaagt het zelfverraad aan hem. Een onbegrepene, die zich honderd jaar te laat geboren waant, lijdend aan een zelfopgelegd, vretend heimwee, onoplosbaar. Hij zet zichzelf vast in thema's die terug voeren naar de 'zwarte romantiek'. 'Ik heb mij door dit dagboek bijzonder aangesproken gevoeld', schrijft Brouwers, waarmee hij zichzelf ondergraaft en torpedeert, want het zal niet lang meer duren of deze defaitistische leef- en schrijfstijl is voltooid verleden tijd, hoe ingenieus ook hun hersenwerk. De nieuwe schrijvers zijn van een bevrijdend allure, rechtstreeks. Natuurlijk, Brouwers' schrijven heeft iets erotisch: een ideale vrouwenborst, om eindeloos aan te zuigen, een onmogelijk substituut, te doorkneed, te zeker van zichzelf, te weekhartig, te melkloos in feite. Hij laat wel een gespannen moederborst zien, maar de tepel ontbreekt. Geen zinloze zoektocht, maar wel een onbevredigende, al kan hij zich tot nu toe warmen aan de literaire huid van zijn zelfgeschapen literatuurborst! Hij proeft de niet-denkbeeldige smaak van zijn bittere illusies. Alleen met een mes kan hij zijn waanborst opensnijden en alleen dan zal blijken dat zijn suïcidale obsessies een echte bedreiging voor hemzelf bevatten, maar hij zou het trauma menswaardiger kunnen verwerken, zonder spiegels, omwegen en afweermechanismen. Een verlichte Brouwers, stel je voor! Van slachtoffers naar winnaars! Van het dode verleden naar het flexibele heden! Van somberheid naar vrolijkheid! Van hel naar hemel! Van verstikkende rampen naar geestelijke overwinningen! Kortom, van een ziekelijk fatalisme naar een gezond vitalisme! Wie zal het zeggen? Dromen, blijven dromen, als hopen niet meer kan. Of niet, dan geldt meer wat Barnard junior dichtte voor Brouwers: blijven drinken, destructief verzuipen in de holten van ontroostbaarheid. Maar pas op! Deze opmerkzaamheid is slechts over een deel van zijn werk, een facet, zoals een indianenhoofdtooi niet bij een net kostuum past, pindasaus kan lekker zijn, maar ik wens wel eens een vrolijker kleur. Vooruit! Christine D'haen rekent af af met verstofte tradities en komt op voor de yin-kant in velerlei variaties, ze blijkt superbe, maar wel in uitzondering. Jammer voor haar dat Johan Polak ( overigens: naast zijn uitgeversvak ( ooit baas van mijn ex-uitgever ) een warmbloedig schrijver! ) niet meer leeft, even excentriek als zij en zo'n grote, adorerende steunpilaar voor haar. Levend vanuit een inwendig tekort, zonder dat zij de teugels verliest of het vlijmscherpe overzicht. Anna van der Tak was het corrigeervermogen van Elsschot en zijn muze, niet zijn maîtresse? Wat denk je zelf? Haar toekomstige man had suïcide gepleegd. Zij werkte bij dezelfde firma als Elsschot. Brouwers rekent genadeloos af met de Elsschot-biograaf Anthierens, die inderdaad geen hoog i.q. bleek te bezitten. Angèle Manteau, althans het boek over haar, wordt evenzeer tactisch neergesabeld, het boek is gewoonweg ongewenst, aldus Brouwers, die zelf bij Manteau gewerkt heeft ( toen Jotie T'Hooft nog leefde! ), dus hij zal het wel weten. Ik moet zeggen, dat hij wederom op zijn manier overtuigend blijft, een fameuze criticus, die met groot geschut vecht. Angèle blijkt een waanzieke roddelmadam, met wie Jeroen nog wel een appeltje te schillen had. Zij denkt dat ze een engel is, terwijl ze net zo goed of juist van vlees en bloed en dus onvolmaakt is, narcistisch tot op het bot, ongeneeslijk. Zij heeft nooit van een ander gehouden, dat noemt Brouwers de enige niet-leugen van haar. Terecht een femme fatale! Waarom trekt hij opeens Janis Joplin de literatuurwereld in? Inderdaad wel een tragische persoonlijkheid die zichzelf kapotmaakte, een verlorene die zichtbaar opbrandde, gruwelijk eenzaam. Ach, Mr. André Baillon! Het wrikkende gevecht van een beklagenswaardige man, die schrijver was en psychiatrisch patiënt, evenals Vestdijk, Achterberg, Andreus, Arends, Biesheuvel, 't Hardt ( grapje ), Strindberg ect. Schrijven op de rand van de afgrond. Gevangen in een slachtofferrol. De trieste balans van een vermoorde ziel. Schokkend en adembenemend. Daniël Robberechts wordt neergezet als een woestijnheilige kluizenaar in het horrorwassenbeeldenmuseum van Brouwers. Robberechts als gevangene van zijn eigen denkbeeldige ( maar net zo echt als San Quentin! ) gevangenis, een schrijver die levenslange opsluiting moest verduren, een man die slachtoffer werd van zijn starre patronen en daardoor, om tenminste iets van zijn trots overeind te houden, besloot vrijwillig op de electrische stoel te gaan zitten. Adriaan Venema wordt herinnerd als een literaire kameleon en een onbegrepen genie, met ongeslepen kanten, waardoor hij zijn rijke kern moeilijk zichtbaar kon maken. Hij was iemand die van alles herhaaldelijk beweerde, waardoor niemand meer reageerde, hem niet meer kon geloven, tot het te laat was. Brouwers gaat stug door met het aaneenrijgen van de zelfmoordenketting, waar haalt de krachtpatser zijn energie vandaan? Ongelofelijk, wat een literaire bouwvakker van wereldklasse! Hij heeft de macht als literatuurpaus en hij gebruikt zijn inzichten fraai en integer. Zo geeft hij 'het gebeente van Nico Slothouwer' een aardig plekje in zijn relikwieënkast, ene Robeck wordt afgestoft en bijgeplaatst, de vrijzinnige Améry wordt er tussen gevoegd, Chatterton mag meespelen, in 'De laatste deur' speelde hij al een grotere rol, dus hij moet niet dreinen nu Klaus Mann in de schijnwerpers mag pronken met een verhelderende uiteenzetting.

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 279



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)