Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het voorstel

Langs de Adriatische kust heerst een algenplaag.
In de badplaats Rimini wordt desondanks nog volop gezwommen, de geur van het zeewater lokt, zijn verfrissende werking blijft aantrekken. Iedereen geniet van het plezierig invullen van de vrijheid. De mensen paraderen over het strand, muziek komt uit alle hoeken, ijs en drank is er in overvloed, het is goddelijk.

Op zo'n dag zou je Fellini en al de andere doden de acute opstanding gunnen. Tussen al die zonaanbidders ligt Jochem, een stoere vrijbuiter uit Harlingen, niet uitzonderlijk gespierd, met een wijnvatbuikje, een tatoeage van een zeemeermin op zijn linkerbovenarm. Jochem is voor het eerst in Italië, daar is hij de goden dankbaar voor, want het is een vervulling van een krankzinnige behoefte, een kwestie van overleven.
'Dat is een lekker wijf!', denkt hij. Er loopt een Playboy-achtige verschijning voorbij, niet meer dan een lichaam, maar hier telt weinig meer, wat een zalige verademing is na het jarenlange ondermijnen van genot. 'De zon is rond, rond, rond', denkt hij, 'de ronde zon, teken van vrouwelijkheid, van warmte, van loomheid.'.
Hij strekt zich uit, terwijl hij een ijsventer wenkt. 'Dit is de hemel, het verloren paradijs, Gods tuin, hier wil ik sterven, doet u mij het duurste ijsje maar, die aardbeiensmaak, alstublieft, alstublieft, de rest mag u houden, dank u, een goede dag verder!'.

'Grazia heet ze', zegt de man in het wit, hij zwaait als een dronken nar voor zijn koning, zwierig en levenslustig. Een pizza lijkt Jochem nu wel wat, hij zwalkt over de winkelstraat naar een populaire pizzatent. 'Doet u mij maar een salami met kaas!', zegt hij beleefd. Tijdens de terugtocht naar zijn chique hotel wordt hij zich opeens bewust van zijn eenzaamheid. 'Dat is verrekte lastig', denkt hij nu, 'daar moeten eerst wat glazen witte wijn doorheen', alsof het eenzaamheidsgevoel een auto betreft, die verse olie moet krijgen.
Als hij achter een witte wijn zit bazelt hij wat in de ruimte: 'Het verstand kun je benevelen, het gevoel niet, wat zegt mijn gevoel? juist, op vrouwenjacht, de disco's in, alsof dat geen beneveling is, kloten nog aan toe, wat moet een mens anders! Wel fijn dat ze die glazen tot de rand toe vullen'.
Naast hem zitten twee meisjes uit dezelfde vakantiebus, ze lachen naar hem, hij lacht terug, toch nog iets van contact. Hij observeert de indrukwekkende voorbijgangers; vette, luidruchtige Amerikanen met dure Japanse filmapparatuur, malle Finnen die 'Hey Jude' zingen, lompe Duitsers in bikini's met vooroorlogse bloemetjesmotieven, uitbundige Italianen, barstend van de testosteron, die flirten met giechelende Françaises, modieus en sexy gekleed, zielige negers die armbanden en slechte kwaliteit cassettes verkopen, ruimhartige Hollanders die hun tact niet kunnen weerstaan.

Het avondeten is klaar. Jochem zoekt een plek. Hij schuift aan bij een verliefd paartje, het zwartharige meisje lacht verleidelijk, de blonde jongeman praat met hem over het uitgaansleven in Rimini. 'Ik ben in twee discotheken geweest', oppert Jochem, 'ze dansen hier heel anders dan in Holland, dans is hier een kunstvorm, een tollen op de grond, glad van drank en wrijving. Blauwe lucht, blauwe zee, blauwe aura's, alles is blauw.
De jongeman kijkt bedenkelijk, hij lacht zenuwachtig naar zijn vriendin, hij kijkt weer naar Jochem en hij vraagt met een ondeugende gloed in zijn ogen: 'Heb je het al met een Italiaans meisje gedaan?'. Jochem pakt instinctief zijn wijnglas, een volle teug dendert als de Niagara-waterval door zijn toegeknepen strot, tegenkrachten bonzen en botsen in zijn lijf, flitsen van Venetië schieten als vuurkometen voorbij, seks in Italië, erotiek in de San Marco-kathedraal, dromen van de liefdesdaad in een gondel, terwijl de gondelier navrant over dood en verval zingt, voelen aan al die sappige, verhulde borsten, hij zinkt weg in zijn glas, het glas is leeg.
'Ik laat ze niets merken', denkt hij, 'een Camel-sigaret, vuur, Jezusmina, wat een mooi wijf, zou ze het met mij willen doen? straks, na het eten, wanneer haar vriend met een dochter van de hotelbazin gaat vrijen?'.
'Roken jullie?', vraagt hij ter afleiding. 'Ze roken niet, god-god, wat moet ik nou zeggen?', denkt hij totaal in paniek. Even raakt het meisje toevallig of opzettelijk zijn been aan, zijn spieren spannen zich als kruisbogen in de klauwen van kasteelveroveraars. 'Schone jonkvrouwe', dicht hij in zichzelf, 'geen cliché's, Jochem, daar vang je zulke neukdieren niet mee!'.
'En?', vraagt de blonde Erik de Noorman ineens. 'En wat?', antwoordt Jochem, de domkop spelend, uitstel claimend. 'Ik heb er verschillende ontmoet', liegt hij, 'supergeil en supermooi, maar ze zijn zo vluchtig, zo naïef.'
'Veel, heel veel hoeren verkopen hun supergeile lichaam langs de boulevard, 's nachts, daar moet je zijn, maar kijk uit voor travestieten!', vertelt de jongen, wijzend met zijn kwijlende tong. 'Wat voor tieten? nee, grapje.'
'Als je er tenminste wat geld voor over hebt', voegt het meisje er schaamteloos aan toe. 'Bedankt voor de tip', weet Jochem nog te zeggen.

Hij gaat naar zijn kamer, op het toilet rukt hij zich af en hij neemt een douche, die voor eens en altijd blust wat hem dwars zit, het koele water doet alles krimpen, behalve zijn angsten. 'Lieve wereld', mompelt hij intens verdrietig, 'ik hou verschrikkelijk veel van jou, ik kan niet zonder jou, zonder jou zou ik sterven, sterven van verdriet'.
Vanaf zijn balkon ziet hij zijn tafelgenoten elkaar stevig omarmend het nachtelijk vertier induiken. Hij bespeurt nog net een onvervalste tongzoen, voordat ze uit zicht verdwijnen. De ober blijft de mensen maar volle glazen brengen. Zijn stoel staat leeg. Daar moet hij naartoe.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 november 2009


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.0 met 2 stemmen 603



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)