Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Aard van het beestje

Twee jonge Siberische tijgers waarvan de moeder door stropers is gedood om haar kostbare vacht, zijn door jachtopziener Ivan meegenomen en bij hem thuis grootgebracht. Als ze te groot worden verhuizen ze naar de dierentuin, een nachtverblijf met een stukje bos als buitenverblijf.

‘Ik heb honger’, zegt tijger Boris geeuwend tegen zijn zus Taiga, die naast hem in het gras ligt te luisteren naar het knorren van haar maag. ‘Het is nog te vroeg’, zucht ze en wijst naar de jongen die met zijn neus tegen het hek staat: ‘Ik droom ‘s nachts dat er zo’n malse kluif aan deze kant van de tralies staat’. Boris reageert verbaasd, ‘kun je mensen eten?’
Taiga mompelt, ’Je herinnert je vast wel de gevangen tijger in een kooi bij Ivan thuis en de dorpelingen die riepen, het is de menseneter!’

> Er moet eerst de gedachte zijn, het idee, zonder komt het niet tot daden. Een nieuwe gedachte een nieuw idee is een uitvinding en uitvindingen worden per toeval gedaan, dat geldt voor mens en dier; in de praktijk leren we overleven van de ouderen, we zijn na-apers, een tijgerjong die het jagen niet van zijn moeder leert verhongert <

‘ Je hebt nog nooit een mens geproefd misschien zijn ze niet te vreten’, grijnslacht Boris. ‘De geur die de jongen uitzendt herinnert mij aan het fijnste vlees dat ik ooit heb gegeten’, antwoordt Taiga en vervolgt ‘wij vrouwen zijn daar goed in, omdat wij voor onze jongen moeten zorgen, onze neus vertelt ons alles omtrent kwaliteit, jullie mannen zijn onhandig in die dingen’. ‘Dus jij denkt dat mensenvlees lekker is’, vraagt Boris. ‘Een delicatesse als ik afga op de geur’, we moeten we het eens proberen’, zucht Taiga.

***

Alleen Ivan vertoont zich in het tijgerverblijf, hij komt regelmatig langs om met zijn ‘pleegkinderen’ te ravotten. ‘Ik krijg de laatste tijd honger als Ivan er is, hij ruikt naar vlees’, gromt Taiga. De twee tijgers kijken elkaar zwijgend aan. ‘Jij denkt hetzelfde als ik, want je kwijlt’, merkt Taiga op. ‘Dat we daar niet eerder op gekomen zijn’, zegt Boris, ‘maar dat hoort bij het volwassen worden, dan komt onze aard pas echt tot zijn recht’.

De verzorger van de roofdieren waarschuwt Ivan voor de tijgers: ‘jij denkt dat ze je aardig vinden, maar tijgers zijn solitair, zeg maar psychopathisch, ze hechten zich niet, ze verstaan alleen beloning en straf, en dat ze zich door jou laten knuffelen komt omdat ze nog niet op het idee zijn gekomen dat jij een stuk vlees bent’.

***

De dierentuin is gesloten als Ivan arriveert licht gekleed vanwege de warmte. Twee paar fonkelende ogen zien hem deze keer anders, er wandelt een biefstuk. ‘Wat zal Ivan trots op ons zijn dat we volwassen tijgers zijn geworden die, ondanks opvoeding door mensen, hun aard niet verloochenen en zelf bedacht hebben dat mensen wel eens een uitbreiding van de menukaart kunnen vormen’, fluistert Boris. ‘Zeker weten’, knikt Taiga.

‘Wat staat er toch op hun gezichten te lezen, wat fonkelt er toch in hun ogen?’ Dat zijn Ivans laatste gedachten. Door de klap waarmee hij tegen de grond slaat is hij gelijk bewusteloos en heeft niet geweten wat hem is overkomen.

De tijgers vreten zich onwel, verslinden Ivan met huid en haar, uitgeput met opgezwollen lijf vlijen ze zich neer in het koele gras onder een boom. Het vlees dat even later door de verzorger wordt neergelegd bijft onaangeroerd en de dierentuin maakt zich zorgen om de gezondheid van de tijgers. Ivan wordt als vermist opgegeven, men heeft meelij met de jonge tijgers die, volgens de roofdierenverzorger, van verdriet al twee dagen geen honger hebben, alsof ze weten dat Ivan niet terug komt.

Heel veel later is de schedel van Ivan gevonden in de vijver bij renovatie van het buitenverblijf en is de geschiedenis herschreven.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 25 november 2009


Geplaatst in de categorie: dieren

4.4 met 5 stemmen 169



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)