Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bij een minnares in de biechtstoel (12)

Het intellect is niet wezenlijk, raakt geen verdrongen gevoelens, zal nooit het mysterie ontdekken. Jij, vrouw, bent mijn mysterie. Iedere vezel wil ik zorgvuldig likken met mijn gulzige tong, in jouw poriën zoek ik naar de waarheid, in jouw holten zoek ik de verloren boekdelen over de occulte erotiek, dochter van de eeuwigheid.
's Nachts speelde ik bij een brug voor verzetsheld, ik lag klaar voor een hinderlaag op Duitse officieren en ik schoot raak. Het was zo echt, een (eigen?) herinnering, Akasha-materiaal, kundalinirestanten of een psychose? Verschuivingen, platgebrande vlakten, steeds meer niemand, een lege huls, inspiratieloos, een amoebe, minder.
Rotklooster! Twee keer heb ik de daar Kerstnacht meegemaakt, beide keren waren een grote teleurstelling voor mij, ondanks het feestelijke gebeuren. Beide keren ben ik dronken geworden van de warme bisschopswijn in de refter. Er was eindelijk volop wijn voor handen! Iedereen was uitgelaten, dus wanneer ik iets meer nam dan de anderen, dan zou niemand dat merken en dat klopte, want tot mijn grote verbazing was het merendeel van de gemeenschap afwezig bij de grote wijnketel. Diegenen die er wel waren, die hielden wel van een slok, dacht ik, en daar bleek ik geen ongelijk in te hebben, ze glimlachten al voordat ze een slok hadden genomen. Wijn heb ik nooit kunnen weerstaan, maar de eerste christenen gebruikten voornamelijk wijn en olie als hulpmiddelen, dus ik hoefde me geenszins te schamen, integendeel, ik kon mijn broeders trots en voldaan in de ogen kijken, als ik dat gewild had.
Lieve schat, ik droomde alleen maar van vergetelheid, dat deed ik al sinds de ondergang van mijn eerste liefde en die Christusverschijning in Heerenveen. Dat zal nooit veranderen. Toen een pater om een of andere reden knorrig tegen mij deed, barstte ik in tranen uit. Die onthutste pater begreep er niets van. Ik ook niet, maar het vervolg was wel dat ik de gehele Kerstnachtmis in tranen heb doorgebracht. Het ergste was nog, dat iedereen zo blij was met dit religieuze feest, dat niemand zich kon indenken dat er iemand zou huilen, laat staan een kloosterling, laat staan ik.
Niemand merkte mij op en in wezen was dat mijn oertrauma, onopgemerkt ten onder gaan, van verdriet sterven, wegkwijnen in troosteloosheid. Na de tweede Kerstnacht en de traditionele versnaperingen daarna vluchtte ik naar buiten om mijn emotionele wonden te likken, een bloedend dier op zoek naar geborgenheid. Jammer dat ik geen champagne voor handen had, want ik had me graag volgegoten met dit edele vocht. Eerst ging ik nog langs de radiokamer om die oude, diepbeminde radio mee te nemen. Wat was ik vaak diep in de nacht naar die radio geslopen om naar troostrijke songs te luisteren en wat was ik blij geweest toen ik een klokradio cadeau kreeg van een leerling-priester. Dat was dezelfde vriend met wie ik naar die harde pornofilm ben geweest, ik zal hem er eeuwig dankbaar voor blijven. Hij heeft mij beloofd, dat hoe ik ook zou verloederen, ik kon ten allen tijde bij hem terecht en zeker wanneer hij bisschop was, want dat wilde hij worden.
De laatste berichten over hem zijn dat hij hulpkapelaan is in een onbeduidend dorp, maar toch hou ik van hem, want hij heeft gezien hoe ik leed. Ik liep met het pistool tegen mijn bovenste gehemelte, er was niemand die zag hoe beroerd ik eraan toe was. Mijn geestelijk leidsman had ooit een verwarde jongeman uit de inrichting van Heiloo binnengelaten en geholpen zoveel hij kon. Ik had die jongen zien dwalen door onze kloostertuin, zingend 'Thorn between two lovers' en huilend bij iedere boom. Ik had veel medelijden met hem en ik begreep hem maar al te goed. Ik stond immers op de rand naar zijn gekte. Nog even en ik zou uitbarsten.
De explosie kwam, exploderen, mijn lieve neukdiertje, daar draait het om in het westen, de meesten zijn meester over hun erotische spanningen, maar ik geloof nergens meer in, in geen enkel verstandelijk onderdrukkingssysteem, ik geloof enkel nog in ontspannen overgave. De witte vlag, op alle gebieden. Ik ben een weekdier geworden, een slapjanus, een doetje. Begrijp me goed, ik ben door vele dalen heengegaan, ik heb vele keren de dood gekust en vele keren ben ik op het nippertje ontsnapt aan haar eeuwige greep. Ik heb niets meer over, ik ben leeg als een kwal op het droge, als een vurige minnaar zonder minnares, zonder jou.
Ik liep dus naar buiten, de kerstkonijnen achter mij latend, het was pikdonker, maar ik had een radio in mijn rechterhand, ik hoefde niet bang te zijn, maar ik was het wel, doodsbang. Ik wandelde naar de zogenaamde vlindertuin, de tuin van onze vlinderbroeder, die dol was op vlinders en die daarom ook een eigen stuk tuin had, vol met planten, die vlinders aantrekken. Hij had ooit in de Panorama gestaan, iets waar hij waanzinnig trots op was. Zijn contacten liepen zelfs tot de vlindertuin van de dierentuin te Emmen. Maar allez, ik plofte daar ergens neer, ik weet het nog goed, het was zelfs iets van vijftien meter verder, achter een soort van opbergschuur, in een verwilderd stuk natuur. Daar gooide ik mijn lichaam tegen de vlakte. Ik vertrapte het dierbaarste in mij. Ik vergooide al mijn kansen op geluk. Geluk, zo'n ijdel woord. Ik had een helder uitzicht op de boerderij, waar jij in leefde. Ik was dronken van de wijn en van het engelachtige zingen, de wierook en de extra wijn tijdens de eucharistie. De geur van wijn, de geur van vrouwen zal mij altijd bedwelmen, ik ben een ongeneeslijke zwakkeling, dit is onherroepelijk. Daar lag ik dan, precies op mijn plaats, in de kou en tussen de planten en tussen de nachtdieren, ook overwaaiende nachtvlinders met zachte, prikkelende voelsprieten. Ik leunde met mijn rug tegen een oud, stenen kippenhok en ik had mij als het ware afgekeerd van mijn monniksgeest. Rond mij krioelde het van de jonge, wellustige vrouwen, geesten dan. Zo zat ik daar, met een krakende jaarnulradio.

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 januari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 125



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)