Pasen
Pasen. Hoeveel mensen zouden nog weten wat er volgens de Bijbel met Pasen heeft plaatsgevonden? De betekenis van Kerstmis is wel bekend, maar Pasen? Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik voor de zekerheid Wikipedia moest raadplegen, maar voor wie het niet weet: met Pasen gedenken we de wederopstanding van Jezus.
Ook wordt Pasen gezien als het begin van de lente, het ontwaken van de natuur na een lange winter. Het gras wordt weer heerlijk groen en lammetjes huppelen door de wei. Er zijn zelfs weerspreuken over Pasen. Wie herinnert zich niet de legendarische Jan Pelleboer, die altijd zijn weerpraatje met een spreuk afsloot. Zo eindigde hij eens met: "Komt Pasen in april, dan valt de vriezeman stil." En als Pelleboer dat zei, dan geloofde je het.
Op de zondag voor Pasen, Palmzondag, lopen lange slierten kinderen met prachtig versierde stokken door de straten, terwijl ze het volgende liedje zingen:
Palm Palm Pasen
hei koerei
over ene zondag
krijgen wij een ei
één ei is geen ei
twee ei is een half ei
drie ei is een Paasei
Dat deden ik en mijn twee jongste broertjes vroeger ook. Bij onze dorpsbakker Paalman waren broodhaantjes besteld, die bovenop de stok moesten worden geprikt. Wij hadden de gewoonte voor de tijd de haantjes al zodanig ver op te eten, dat alleen nog enigszins aan de kop te herkennen was dat het toch echt om een haantje ging. Niet dat we anders niet genoeg te eten kregen, mijn moeder was een topkok en meestal schepten we twee keer op. De verleiding van zo’n goudgeel gebakken zacht broodje was gewoon te groot voor een kind. De stokken waren verder versierd met buxustakjes en touwen, die werden volgehangen met sinaasappels en snoepjes in de meest bonte kleuren. Wij liepen dus in de optocht mee met een stok met een halve hanekop en twee touwen, waaraan als je geluk had nog drie snoepjes prijkten. Tot schande van mijn moeder, die langs de kant van de weg stond te kijken. Wij als een gek zwaaien, maar om de een of andere reden zwaaide ze nooit terug.
Een traditie die ook echt bij Pasen hoort is het eten van eieren. Een ei en het daaruit voortkomende kuikentje staan voor nieuw leven. Laatst las ik ergens dat er in ons land tijdens deze dagen zo’n veertig miljoen eieren worden geconsumeerd.
Ook mijn moeder stond een paar dagen voor Pasen in de rij bij de plaatselijke eierboer, waar de scharrelkippen overuren draaiden en een extra haan was ingeleend. Ze kwam altijd slingerend het pad weer op gefietst, terwijl ze met één hand vier traytjes achterop vasthield. De traytjes waren gevuld met twintig kakelverse eieren elk. Totaal waren dat dus tachtig eieren. Nu waren we met zijn achten, maar toch.
Mijn moeder kookte in een gigantische pan de eieren hard en zette ze op Eerste Paasdag trots op tafel, alsof ze zelf had gelegd. Ze had ze natuurlijk ook vermomd als Paashaas beschilderd en al in de tuin kunnen verstoppen, waarna wij, vier zoons en twee dochters, de opdracht hadden gekregen ze weer op te zoeken, maar dit was makkelijker. En Pasen wordt dan wel beschouwd als het begin van de lente, maar vaak is de vorst nog lang niet het land uit en dan was het voor het arme mens behoorlijk hakken geworden om al die eieren de grond in te krijgen.
Nee, wij hadden een andere traditie, genaamd Eitjetikken. Elk kind kreeg zijn eierenmunitie en dan ging het erom wie het langst zijn eieren heel hield. Altijd begon het vredig. De eerste eieren liepen een deuk op en er werd vrolijk gelachen. Maar op een gegeven moment werd de sfeer grimmiger. Mijn moeder zag het natuurlijk al aankomen en zei dan tegen mijn vader “Dat löp op jank’n uut.” En ze kreeg elk jaar weer gelijk.
De eerste vier deelnemers hadden ondertussen geen compleet ei meer over en de twee oudste broers voerden een heftige strijd om als overwinnaar uit de bus te komen met een geheel gaaf exemplaar. Het ging eigenlijk nergens om, want ik kan me niet heugen dat er ooit een prijs verbonden was aan het tikgevecht. Het eindigde er meestal mee dat de ene broer het hoofd van de andere aanzag voor een heel groot ei en er een behoorlijke deuk in sloeg, in het ei dan. En ja, daar was het gejank dat mijn moeder al had voorspeld. De dader werd naar zijn kamer gestuurd en het slachtoffer keek extra zielig, om maar vooral te laten zien dat hij echt geen aanleiding had gegeven voor dit zinloze geweld op een dag als deze.
Mijn moeder was echter de goedheid zelve, want na vijf minuten mocht de schuldige weer naar beneden komen, waarbij wel de voorwaarde werd gesteld dat hij zijn excuses aanbood aan zijn broer, die nog altijd met een enorme pruillip over zijn hoofd wreef. Hij deed dit met zo’n heilig gezicht dat er nog net niet spontaan een aureooltje boven zijn hoofd verscheen en hij als koorknaap auditie had kunnen doen bij X-Factor. Daarna mocht iedereen weer plaatsnemen aan de Paasdis en was het ouderwets gezellig.
Voor veel mensen betekent Pasen ook een lang weekend vrij. Tijd om even de boel de boel te laten en lekker uit te rusten. Hoewel we ons op Tweede Paasdag vaak al aardig beginnen te vervelen en we traditioneel samen met duizenden andere rustzoekers in de file staan richting Ikea, waar je tien meter voor de bewuste afrit door een blije motoragent rechtdoor wordt gedirigeerd en onverrichter zake weer huiswaarts moet keren. Maar omdat het Pasen is, denk je dan “Ach, die jongen doet ook gewoon zijn werk.”
Wat je ook gaat doen, of je nu trots langs de kant staat bij een Palmpaasoptocht, gelooft dat er een manshoog knaagdier bestaat dat je eieren voor je verstopt, het risico neemt om te gaan Eitjetikken met je buren of je als Jan de Bouvier gedraagt bij Ikea: Vrolijk Pasen!
Geplaatst in de categorie: feest