Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De bevers.

De kinderen van het bruine beertjecollege gingen op stap met de boswachter in Drenthe. Nu het waren al pubers van dertien jaar maar dat maakt niet uit. Het was een dagje Drenthe voor de beugelbekkies in het vieze en smerige bos volgens hun bescheiden mening.

De boswachter was geen populair type volgens de meiden want hij droeg een verkeerd broekmerk aan zijn kont. En daar bleven veel meiden onder elkaar over hebben. Bovendien droeg de man een sik en dat kon natuurlijk helemaal niet. Dat was fout. Fout ja!

De kinderen begonnen zich al snel te ergeren aan de giftige bloemen op stelen die kleefden aan hun schone merkkleding. En de vieze blubber onder hun schoenen en lelijke kevers die krioelden over de dennennaalden. De dennenbomen ruikend naar zeep vonden ze stom.

De boswachter nam nu met hen een nauw pad tussen struiken met stekels en hangende takken vol rode jeneverbessen. Vogelaar riepen een paar kinderen, we vinden hier niets aan!
Bos vinden we niks aan!

Ach kinderen, zei de boswachter, ik wil jullie meenemen naar een beverhuis waar een echte bevermoeder leeft met haar kinderen.
Gatverdamme, zeiden de meeste kinderen, wat vies en onhygiënisch!
Zit daar ook een blubbersloot achter vroeg een jongen. 'Ja' zei de boswachter daar zit een sloot achter het beverhuis.
Nu begon een jongen te huilen en greep de trui vast van de boswachter. Ik ben zo bang voor bevers zei het kind. Ik wil naar huis voor schone sokken, mama en mijn Klaas Vaakcomputer!

Weer andere jongens huilden en waren heel bang dat de bever met zijn grote peddelstaart met ribbels, ook met heel veel enge ribbels en haar tanden en haar slangenbuik achter hun aan zou hollen als zo dat hokje opengaat.
We willen hem niet voeren hoor dat vinden we vies, schreeuwden de jongens.
Ach kinderen, zei de boswachter, jullie hebben nog nooit een koe in levende lijve gezien.

Nee zeiden de kinderen. We houden alleen maar van dierentuindieren en van onze poes en van vensterbankplanten op de vensterbank.
Van truttige dieren houden wij! En niet van meelzakken op graafpoten die wroeten in de blubber en harig zijn met een ribbelstaart en met van die grote snijtanden,knaag,knaag,knaag. Nee hoor dat vinden we stom!

De boswachter verzekerde hen dat wanneer hij het deurtje van de beverwoning zou openen er een lieve bevermoeder uit zou komen met grote belangstelling voor de kinderen. Nu een jongen werd nu hysterisch en een andere jongen begon te huilen.
Wij vinden u een hele enge man riep nu een meisje de boswachter toe.

En u draagt een foute broek snauwde een ander meisje de boswachter toe. En we houden alleen van dierentuindieren achter glas en achter zware slot en grendel en van onze poes en van vensterbankplanten op de vensterbank zei een jongen nu.
En ik wil naar mijn joysticks achter mijn pc snikte een andere jongen.

Wij willen niets met die vieze slang met hangbuik en tandenborstel op zijn rug met wroet en ploeterneus en kijkdozen in de kop met haaietanden of zo te maken hebben zeiden de meeste kinderen in koor.
Daarop schoof de boswachter het luik open van de beverwoning en na een lange tijd toen de meeste pubers al huiswaarts waren gevlucht kroop er een beest met een hoge rug langzaam uit het hok.

Ze was nat want ze had zojuist nog in het water gezwommen.Ze droeg achter haar lijf een enorme peddelstaart wat leek op een grote bruine amandel.Een jongen gilde het nu uit bij het zien van het dier en zijn hele armen en benen zaten door de angst vol met rode frambozenpitten. Ik houd het niet meer uit schreeuwde het kind.Ach zei de boswachter het diertje heeft belangstelling voor je open gezicht en wil je groeten vanuit de beverwereld. Ze heeft tak voor tak gevlochten over het bosmeer om bij jou te komen. Voor jou heeft ze de dam gebouwd tak na tak en geknaagd heeft ze in het hardste hout boom na boom om bij jou te mogen wezen. En nu is ze de brug over. En nu wil ze dat je meegaat met haar het hok in. En haar baby's verwelkomt.

Nu de jongen was gerustgesteld trok hij zijn sokken uit en kroop het hok in. Het zocht in het hokje naar een bever maar het kon er geen een vinden. Opeens vielen er valhekken naar beneden en sloot het hok voor immer. Het kind zat nu in een vies hok met geen enkele mogelijkheid om op te staan. Met handen en voeten zakte het in de diepe modder. Het kind gilde van de angst. De boswachter probeerde de valhekken open te krijgen maar het lukte hem niet. Uiteindelijk vertrok de boswachter. Het kind was veroordeeld om achter tralies van zwaar ijzer op handen en voeten in het hokje te blijven. Middenin een diep en donker bos. Het huilde dagenlang zonder eind. Af en toe zwom er een bever naar het hok en knabbelde aan de tralies van ijzer met haar grote witte knaagtanden maar het hielp niets.

Het hielp nooit meer, de tralies van ijzer hadden het kind voor altijd opgesloten. Wat water op de peddelstaart van de bever kon het kind drinken en wat plantjes kreeg het als voer van de bevers. En nooit kwam er meer een meisje of jongen met een boswachter naar hem omkijken.

En steeds maar weer probeerden de bevers de tralies van het hokje door te knagen om het kind te redden.Maar het lukte niet.Voor altijd bleef het kind met gebogen rug en op zijn handen en voeten in het hokje.Toen de jongen groter werd moest hij zijn lichaam dubbelvouwen om nog in het hokje te passen.

Schrijver: cornil, 25 maart 2010


Geplaatst in de categorie: dieren

3.0 met 2 stemmen 286



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
26 maart 2010
Email:
hmessielive.nl
Het verhaal is vol pubers, die de kont tegen de krib willen gooien. Het lijkt wel of dat ene jongetje gestraft wordt voor zijn vooroordelen tegen dieren, al heeft hij zich tenslotte om laten praten door de boswachter. Een zeer droevig einde.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)