Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

BRITJE

“Verdomme, meiske, wat heb je nu alweer mee?” vroeg haar vader, lichtjes het hoofd schuddend, zich af. Hij zei het niet hardop. Hij wou haar diep en vermanend in de ogen kijken maar Brigitje gunde haar papa geen blik.
Al haar aandacht ging naar haar samengehouden handjes waarin ze zorgvuldig een grote huisjesslak koesterde die ze onvrijwillig aangetrapt had.
Het weekdiertjeshuis was gekneusd en ze dacht dat haar papa het wel zou kunnen lijmen of er een kleefbandje aan doen. Vader schudde het hoofd en zei daarop dat het niet veel zou helpen. “Maar ik wil het wel voor jou proberen”, suste hij. Haar dankbare kijkers vertederden hem terwijl hij haar zachtjes over het hoofd wreef. Hij zuchtte onhoorbaar.

Bovenstaand voorval is slechts één van de honderden die Britje in haar lange leven heeft meegemaakt.
Britje bleek een uitzonderlijk bezorgd iemand te zijn. Bang om iemand pijn te doen, meevoelend met iemands kommer en kwel en angstig voor de gevolgen van andermans onbezonnen daden.
Liep er een kat over straat, ze hield haar hart vast. Rolde er een bal van spelende kinderen de weg op, dan riep ze luidkeels naar de kinderen: “Opgelet, er komt een auto aan” hoewel die nog zeer ver van hen verwijderd was.
Onder een ladder doorlopen zou ze nooit doen. Je weet nooit, hé! Twee gekruiste lemmers van messen op tafel zal ze direct scheiden. Maar een spin, een lieveheersbeestje of zelfs mieren in de kast zal ze zeer secuur opnemen en in de tuin vrijlaten.
Zo ook kon ze minutenlang gefascineerd toekijken hoe de speelse avondmuggen hun vliegpasjes ononderbroken uitvoerden. “Voor mij”, dacht ze dan.
Britje was een bijzonder iemand die door iedereen werd geacht om haar zachtmoedigheid.

Later werd ze verpleegster in een ziekenhuis. Haar levensdroom! Een dergelijk beroep lag haar helemaal: bezorgd en bekommerd om anderen en dit met een totale inzet van haar persoon. Niet al haar collega’s bewonderden haar als dusdanig. Er waren er die misbruik maakten van haar goedheid. Ze speelden het altijd klaar om haar de “moeilijke” patiënten steevast door te spelen. En Britje deed het zó graag, zó intens dat de onvermijdelijke dag eraan kwam dat ze er zowel fysisch als psychisch onderuit ging.

Toen ze na lange tijd terugkwam, ging ze er opnieuw flink tegenaan. Nog had ze het niet door dat men haar in de maling nam. Gevolg: niet veel later zou haar goede inborst haar andermaal vellen.
De vele dokters, die ze nadien heeft geraadpleegd, waren het er allen over eens dat ze, met haar Ubermenschlichkeit, wat betreft de bezorgdheid zó niet verder kon. Ze zou beter naar ander werk uitkijken. En weinig later kwam Britje, de overbezorgde engel, uiteindelijk terecht bij het Ministerie van Volksgezondheid, als verpleegster toegevoegd aan de arbeidsgeneesheer.

Nog gedurende vele jaren is ze de lichaamslengte, het gewicht en de urineplasjes gaan op- en afnemen van staatsambtenaren en -werklui die in aanmerking kwamen voor een beroepsziekte.
“Van kok en loodgieter tot Sinte Pieter”, gekscheerde ze dikwijls. Ze promoveerde zelfs tot hoofdverpleegster maar dan nóg bleef de bezorgdheid voor haar “patiënten”. Ze had nu méér tijd om lange gesprekken te voeren met hen en te peilen naar de toestand thuis. “Hoe is het met uwe man?” of “En de kinderen, doen ze hun best op school?” waren haar ijsbrekers. Om het jaar zag ze die mensen terug. Goedschiks, kwaadschiks nam ze dan de draad weer op waar ze dacht hem achtergelaten te hebben. En dat was niet altijd juist.

Zoals Britje waren er geen twee bekend, uren in het rond. Ze was niet te groot, had zwarte haren, een modieus brilletje op haar bevallig neusje. Dag in, dag uit torste ze een zwaar gouden kruis aan een dito halsketting op haar boezempje. In die gedaante gingen in de loop der jaren het zwart haar van grijs over naar wit. Ze is nu al vele jaren met pensioen maar nog altijd even begaan met mens en dier.

Zevenentachtig is ze er nu al. Haar man is allang overleden. De tel van haar achterkleinkinderen is ze kwijtgeraakt. Ze woont nog alleen en elke dag komt ze met de taxi, op abonnementsbasis, om 9.30 u naar het koopcentrum. De chauffeur komt haar twee uur later opnieuw ophalen. De aankopen steekt ze in haar boodschappenkarretje dat ze achter zich aansleept.
Onlangs werd ze gadegeslagen en gevolgd door drie personen, twee mannen en een vrouw. Toen ze de lift nam naar de eerste verdieping ging het drietal om haar staan. Ze vroegen vriendelijk doch met aandrang om haar bankkaart af te geven. Verlamd door schrik en totaal verbouwereerd gaf ze spontaan haar geldbeugel af. Ze groetten haar vriendelijk bij het verlaten van de lift. Niemand had iets gemerkt, zelfs niet dat Britje, bleek en buiten adem, zich had laten neervallen op een bank. Niemand keek naar haar om terwijl ze zwaar op en neer hijgde.
Ze had er nooit aan gedacht om hulp te roepen, laat staan zich teweer te stellen tegen de agressievelingen.
Toen ze na enige tijd weer tot zichzelf was gekomen en even op haar polshorloge had gekeken, merkte ze op dat het tijd was om de taximan op te zoeken. Hij stond haar al op te wachten en hielp haar het boodschappenkarretje op te bergen in de koffer. Toen hij de deur opende om haar te laten instappen, werd plots aan de andere zijde ook de deur opengerukt. Een donkerharige vrouw zei aan de chauffeur dat ze in dezelfde straat van Britje woonde en vroeg of ze mee mocht. De man aarzelde, maar opeens herkende Britje dat mens als diegene die de twee mannen had vergezeld op hun strooptocht. Britje begon te tieren en de chauffeur aan te manen direct naar het politiebureau te rijden. Ondertussen probeerde ze de vrouw naar buiten te duwen. Op al dat gekrijs en tumult van Britje verliet de feeks de taxi.

Op het bureau kon ze haar lang verhaal kwijt, waarop de politiemensen haar enkele foto’s lieten zien van vermoedelijke verdachten. En effectief, ze herkende, potdorie, die twee snoodaards wel zeker. Het bleken “nomaden” te zijn die op de voor zwervers bedoelde rustplaats verbleven.
Meerdere malen was de politie er al moeten “optreden” om pv op te stellen voor vernielingen en diefstal van de sanitaire voorzieningen en dito meubilair. Ook voor rondslingerend huis- en ander vuil en het niet naleven van het huishoudelijk reglement werden ze al geverbaliseerd. Zelfs de conciërge, die terechte aanmerkingen te hunnen opzicht had gemaakt, werd hardhandig aangepakt.

Nadien is Britje aangifte van de diefstal van haar bankkaart gaan doen bij haar bank.
Britje is hoe dan ook nog thuisgeraakt na haar hachelijk avontuur. Hoe de taximan het zal hebben klaargespeeld met zijn bazen konden we niet achterhalen.
Ondertussen, kalm, zeer kalm, heeft Britje de voordeur ontsloten, heeft nog geknikt naar de postbode aan de overkant, en is, moeizaam het karretje de drempel optrekkend, naar binnengegaan.

Later bleek, dat vóór de dieven konden worden opgepakt, er al meer dan 750 euro van haar rekening was afgehaald.
’s Anderendaags waren de overvallers al terug bij hun woonwagens.

Een pv zal wel zijn opgemaakt. Dát wel!


Zie ook: http://www.cursiefjes.tk

Schrijver: Jan Coessens, 11 april 2010


Geplaatst in de categorie: geweld

1.8 met 4 stemmen 2.343



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)