Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

GROTE KERKSPROOKJE

Deze vertelling speelt zich af in de late middeleeuwen, ergens bij Chaam, Meerle of Meersel-Dreef.
Een bedaagde baron kuierde rond in het park van zijn kasteel. Het leek wel of het ruisen van de eiken en beuken hem wenkte. Bedaard wandelde de deftige heer mee met de stem van het zacht wiegelende lover.
"Ja, in mijn kinderjaren luisterde ik graag naar de taal van bomen," mijmerde hij. "Ik dacht dat die geheimzinnige zuchten mij de weg naar een schat zouden wijzen. Dan piekerde ik over een kist vol edelstenen, tussen de wortels van een oude boom. Zelfs nu ik al op leeftijd ben, bekoort het gefluister van avondwind en bomen mij nog evenzeer, al verwacht ik er niets meer van."
De baron kwam bij de rododendronstruiken, die van boven tot onder vol paarsroze bloemen waren.
"Kijk, die prachtige struiken wuiven me toch zo vriendelijk tegemoet. Ze geven me te kennen dat ik tevreden kan zijn met wat ik heb. Inderdaad, ik heb een gezellig kasteel en een mooi landgoed. Moet ik soms meer verlangen? O, vanmiddag vertelde mijn kok me dat ik moest weten wat ze nu in Breda gaan bouwen. Ach, dat hoeft van mij niet. Maar nu begin ik wel naar mijn bed te verlangen."

De volgende avond liep de baron weer onder zijn hoge bomen.
"Vanmiddag zag ik in de verte wat paardenwagens vol stenen rijden. Dat zal wel iets van doen hebben met dat nieuwe gebouw in Breda. Nou, laat het maar gebeuren als de burgers het zo willen."
De oude heer bereikte de rand van zijn landgoed. Daar ging hij zitten op de kant van zijn grote vijver. Vergenoegd staarde hij langs het riet, over het golvende weiland daarachter.
"Al dit moois geeft me op mijn oude dag opeens nog zwerflust," mompelde de baron.
"Ja, nu zult u ook een verre tocht maken," klonk een zangerige stem.
In de aankomende schemer liet een blinkende engel zich zien. Plotseling verdween alles voor de ogen van de verbaasde baron. Samen met de engel stond hij op een levendig marktplein.
"Wat een ongelofelijk mooie kerktoren!" riep de baron verwonderd uit. "Een sierlijke, puntige zuil; zo hoog en glanzend blank!"
"U heeft nu een reis van zes eeuwen gemaakt," vertelde de engel. "U staat in Breda van het jaar 2010. Op dit ogenblik is er hier feest omdat de bouw van deze majestueuze kerk zeshonderd jaar geleden begon. Geniet u zelf ook maar."
De engel klopte de baron bemoedigend op zijn schouder.
De baron keek in stilte naar de bogen en spitsen, die de pracht en de stevigheid van het kerkgebouw versterkten.
"Ja, nu zie ik pas wat ze in Breda wilden doen. Hoe kon ik er zo onverschillig over denken? Maar nu ik eens om me heen zie... Wat hebben al die mensen eigenaardige kleren aan! Ik zie zulke vreemde voertuigen. Sommige maken een brommend geluid. Wat zal ik toch beleven?"

De baron lag in bed, bij een brandende kaars. Plezierig nadenkend genoot hij van een beker warme melk met honing.
"Ik had vanavond het voorrecht om in de verre toekomst te kijken. Ik mocht de latere rijkdom en trots van Breda aanschouwen. Ik zal daar maar met niemand over praten. Tevreden leef ik verder in mijn eigen tijd: het jaar 1410."

Schrijver: Han Messie, 13 mei 2010


Geplaatst in de categorie: adel

2.0 met 3 stemmen 792



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)