Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Huis te Bergen

( voor Adriaan Roland Holst )

Ik weet dat je een riant onderkomen had ergens in de mondaine kustplaats Bergen, misschien een gift van een adorerende weldoener of zelf gespaard van je honorariums voor je romantische gedichten, wat me overdreven lijkt of je schreef ook wel als hofdichter voor de Oranje's, die konden natuurlijk wel behoorlijk wat schuiven voor wat promotiemateriaal van de gevierde Holst. Ik heb al je gedichten intens gelezen en ik heb ervan genoten, al moet ik wel eerlijk toegeven, dat je een bepaalde truccendoos hanteerde, je smeerde je ervaringen nog eens extra lang uit, ging bewust langdradig en doolhofachtig doen, zodat ik als lezer dronken werd van al die bewegingen en associaties, je trok me naar binnen in een eindeloos woud vol hoge sparren en dennen, je draaide me wreed in de rondte, mijn evenwicht verloren viel ik met mijn blote benen in de dennenaalden en de snelweg van rode mieren. Wat me vooral opviel bij je bezweringsformule's was het nare feit dat ik zo leeg achterbleef na die diepe ervaringen met jouw binnenwereld, was het die wazige ijlheid, die hartverpulverende eenzaamheid, die als bliksemschichten overal weer opdoemden, met name als je dieper en dieper afdaalde in de krochten van je somberheden, zo tergend dwingend ons in de ziel smijtend als overtollige ballast van een uit de koers geraakte piratenkapitein. Ligt je verrotte schip nog ergens in de duinen misschien en heb je dat huis in Bergen veroverd op een markant notarisechtpaar, die vanwege hun leeftijd toch niet meer opvielen. Ik vond dat verknepen bekkie van jou als jongeling al niets, die dracula-ogen erboven maakten je portret nog gestoorder, maar ja, echte dichters moeten nu eenmaal kantjeboordtrekken hebben, hun bizarre fantasie moet ergens vandaan komen, dus bij tijd en wijle over de grens naar volstrekte krankzinnigheid ( flink veel beelden en wijsheden bijeen graaien ) en dan weer snel terug, liefst zonder kleerscheuren of andere nadelen. Die grote, Griekse neus schijnt voor daadkracht te staan, nou, je hebt er heel wat mee bereikt, dat moet gezegd, in de Slegte te Den Haag verkochten ze je originele krabbels voor flink wat geld, helaas te duur voor mij (klein Bambi-neusje ja!). Je sierlijke inktkrabbels zullen wel bij verveelde politici in de marmeren gangen terechtkomen of erger, in hun Franse, antieke boekenkasten met glaswerk en sloten. Eén anekdote over jou zit in mijn geheugen gegrift, dat is je reactie op een omstander, toen je ergens aan het fietsen was, diegene groette jou toen, omdat die jou herkende, waarop jij bits antwoordde: 'Wilt u mij niet storen tijdens het fietsen, want ik ben mijzelf aan het concentreren!'. Die bijna autistische eenzelvigheid, prachtig! Ook natuurlijk het zelfbesef van een waarlijk dichter te zijn, je kende de grote eer, die de Kelten hadden voor lieremannen en je traditiegetrouwe inborst vond zo'n hoog aanzien dan ook terecht. Hoe jij over de Ierse Deidre schreef heeft mij compleet verliefd gemaakt op je schrijfstijl, ondanks de bovengenoemde analyse. Dat jij een rare vogel bent geweest, dat is wel zeker, maar ook een verdrietig gegeven, want een kunstenaar is vaak een zeer teder en sensitief mens, maar door de daaraan gekoppelde afweermechanismen van gek-doen en apart-zijn blijft hij of zij vaak een eenzaam bestaan bewandelen. Door de menselijke natuur geregelde zelfbescherming. Nou ja, het was de kunstwerken wel waard, hé, oude kameraad! Natuurlijk was jij ook een vrouwenjager, al die geestelijke inspanningen hadden fysieke uitlaatkleppen nodig en drank en tabak alleen waren niet voldoende om je onrustige ziel te stillen. Er waren heel wat mooie vrouwen, die jouw bed in dat Bergense huis gedeeld hebben, je luste er wel pap van, zij trouwens ook, alle borstenvormen en alle vulvavormen heb jij wel betast en gezien en genoten. Het was je volop gegund, lyrische leeuw, nogmaals merci beaucoup voor je literaire erfenis! Die avonden met Slauerhoff en jij had ik graag gedeeld, volop wijn en sterkere drank, tabak en hasj van Jan, soms wat opium, champagne, op niveau liggende scharrelkippen, geestvermenging die tot hemelse hoogten steeg, te dronken om het op te schrijven, helaas, en dan die keer dat Jan de kachel gevaarlijk had laten branden en dat je huis bijna in de fik had gestaan, omdat hij zo slordig was, zo roekeloos en fatalistisch. Bij Du Perron maakte hij altijd expres eerste drukken vies en boog ze schadelijk om, hij was wars van iedere dweepzuchtige muggezifterij, wat hem grotendeels sierde.
Jij was het die hem als laatste hebt opgezocht op zijn sterfbed te Hilversum,
dat was terecht een groot historisch moment, jullie waren qua grootheid aan elkaar gewaagd, maar dat speelde nooit mee in jullie meest geheim gebleven, zeer intieme, bovenal hoogst mystieke vriendschap. Ik durf hier te stellen, bijna homo-erotisch, of op zijn minst als wapenbroeders. Jullie snaren waren in ieder geval zo hooggespannen, dat de hemelsferen er de bibbers van kregen. Pegasus kon zijn vleugels maar amper in bedwang houden, zo hoog was de geestelijke druk. Je kon niet zonder 'dat brandend ongeduld van de lusten van bed en beker', zoals je schreef in 'Weer een dag', zonder dat was zelfs je hele oeuvre vergeefs geweest, beweerde je, daar spreekt de ware dichter, die weet dat woorden niet het dichterlijke leven kunnen vervangen, voor geen centimeter.

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 augustus 2010


Geplaatst in de categorie: idool

2.0 met 1 stemmen 188



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)