Het lievelingsgerecht
“Waar heb ik die schaar nu gelaten?” Jenny trok aan een keukenla, die soepel rollend op haar afkwam en haar bijna omver wierp. Ze zag potjes met kruiden, boterhamzakjes, een schroevendraaier en nogal wat troep, maar alles behalve een schaar. Na nog twee laden te hebben opengetrokken vond ze wat ze zocht. Ze pakte de schaar en knipte een hoekje van het zakje poeder af.
De keuken was gloednieuw en pas opgeleverd. Vorige week had Jenny een hele dag doorgebracht met de spullen een plek te geven in de laden en kastjes, maar ze moest nog even zien te onthouden waar ze alles zo zorgvuldig had opgeborgen. Het was een prachtige keuken, hoogglanzend wit met roestvrijstalen handgrepen en voorzien van alle denkbare gemakken. Ze was er trots op, vooral op het zespits fornuis met een enorme oven eronder.
Het was sowieso een drukke tijd. Vier dagen geleden was ze jarig geweest en vandaag vierden zij en haar man Herman hun 12,5 jarige huwelijksdag. Voor haar verjaardag had ze van Herman een set ovenschalen gekregen, voor bij de nieuwe keuken. Natuurlijk was het geen erg romantisch cadeau, maar ze was er toch heel blij mee geweest. Herman was dol op haar kookkunsten en ze genoot als ze zag dat hij genoot.
Jenny kon fantastisch koken. Toen ze met Herman trouwde, had ze haar baan als kokkin in het Franse restaurant opgegeven. Herman wilde dat graag en zij wilde niets liever dan hem plezieren. Ze hield tenslotte van hem. Bovendien kon hij niet bepaald overweg met haar baas. Ze had zelfs het idee dat Herman jaloers op hem was, omdat hij zo vaak in de buurt van zijn geliefde was en de twee goed met elkaar konden opschieten. Dat had ze wel grappig gevonden en ook wel schattig, dat Herman haar zo voor zichzelf wilde houden.
Er hadden gelukkige jaren gevolgd. Herman was vaak weg voor zijn werk, maar als hij weer thuis was, was het dubbel zo fijn. Jenny kookte dan uitgebreid en zorgde dat het huis en zijzelf er picobello uitzagen. Dat waardeerde Herman altijd zo.
Jenny strooide het poeder in de borrelende rode saus en roerde het met een houten lepel door, totdat het volledig was opgelost. In de oven stond een ovenschaal met een enorm stuk vlees. De geur die uit de oven kwam was heerlijk. Jenny begon neuriënd enkele lente-uitjes te snijden en vervolgens een gele paprika, een aubergine en twee tomaten. Ze had dit recept al vaak gemaakt, het was haar eigen bedenksel en de favoriet van Herman.
Ditmaal had ze echter de kip vervangen door een andere vleessoort.
De bel ging. Jenny veegde haar handen af aan een keukendoek en liep naar de voordeur. Daar stond buurman Ton. “He Jenny,” zei Ton, “is Herman thuis? We moeten nog even afspreken voor het vissen zaterdag.”
“Hij kan nu even niet komen,” zei Jenny, “maar ik haal hem er zo uit.”
“O, ligt hij er even in, dan kom ik later wel terug. Wat ruikt het trouwens weer heerlijk, Jenny.”
“Dank je,” zei Jenny.
Ton bleef nog wat aarzelen, enigszins verrast door de korte reactie van Jenny, tikte met zijn hand tegen zijn pet en liep het tuinpad af.
Jenny liep terug naar de keuken en struikelde bijna over een uitpuilende zwarte zak, die op de keukenvloer lag. Ze schopte er geïrriteerd tegenaan, draaide het gas iets lager en liet de saus nog wat doorkoken. Vervolgens schonk ze een glas wijn in en nam plaats aan de keukentafel. Haar gedachten dwaalden af naar gisteravond. Herman was thuisgekomen, laat zoals altijd. Hij had als eerste gevraagd wat ze gingen eten en was aan de grote eettafel gaan zitten, die Jenny natuurlijk met de grootste zorg gedekt had, compleet met kaarsen en prachtige linnen servetten. Trots had ze de gerechten op tafel gezet en Herman had er, zonder woorden, van gesmuld. Toen had hij zijn mes en vork neergelegd en gezegd “Het was weer top, Jen. O, ik heb trouwens een ander. Morgen vertrek ik.”
De kookwekker rinkelde ongeduldig en Jenny stond op. Ze pakte een paar pannenlappen en opende de ovendeur. Daar stond de grote schaal met het enorme stuk vlees, voorzien van een goudbruin korstje. Ze schoof de schaal naar voren en zette hem snel op het aanrecht. Die geur! Ze glimlachte en met twee vleesvorken legde ze het stuk vlees op een snijplank. Ze sneed er dikke plakken af, legde ze op twee borden en overgoot ze met de rode saus. Ze garneerde de borden met wat tomatenroosjes. Tenslotte strooide ze er wat gesnipperde peterselie over.
Als een volleerde ober liep Jenny met de twee borden naar de grote eettafel, die ze met de grootste zorg had gedekt, compleet met kaarsen en prachtige linnen servetten. Ze zette aan beide zijden van de tafel een bord neer en nam plaats. Ze zette haar vork in een plak vlees en sneed er een stukje af. Ze hield de vork in de lucht en zei “Eet smakelijk, Herman.” Er kwam geen antwoord.
Geplaatst in de categorie: algemeen