Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Terug naar Oranjewoud

Ik kreeg nog bijna warme roombotercroissants met rookkaas mee en een thermosfles met sterke koffie. Ik reed hard de oprijlaan af. Mijn trouwe butler zwaaide me tot het laatst uit, dat zag ik in mijn linkerachteruitkijkspiegeltje. 'Tot vanavond, lieve Lodewijk!', zei ik hardop, terwijl ik vaart zette richting Friesland en dan vooral Oranjewoud, een soort chic dorp naast Heerenveen, gescheiden door de snelweg richting Leeuwarden.

Hoe vaak was ik als kind niet in het donker daar rechts afgeslagen richting onze vrijstaande villa aldaar. Nu zou ik bij daglicht mijn verleden inspecteren, of ik nog iets herken, of er nog oude herinneringen naar boven springen. De reis verliep vlot, op een onaangename ervaring met een boze vrachtwagenchauffeur na, maar dat is peanuts. Toen ik in mijn eigen BMW afsloeg naar rechts ging er een vreemde gewaarwording door mij heen, ik voelde me duizend jaren ouder geworden.

Ik weet het nog, hier moet ik zijn, de Prinses Marijkelaan helemaal achterin deze doodlopende straat. Het laatste huis. Associatie met 'Het lege huis' van Marga Minco, ooit gelezen. Ik reed op wandeldraf de straat in, huis na huis verschoof voor mijn ogen, tot ik op een soort parkeerplaats stilstond. Ik ben er en inderdaad, het huis staat er nog, weliswaar met andere gordijnen en andere spullen en overbodige prullaria, maar ik herken het als ons vroegere woonhuis. We woonden eigenlijks boven onze stand, maar het ging twee jaar lang tot de kosten te hoog werden en we afzakten naar een nieuwbouwwoning in Heerenveen.
Er was een voorkamer, waar ik ooit een embryo in een glazen pot had gezien, waar ik Elvis op Hawaï had gezien. Er was zelfs een ruime achterkamer met een open haard en mooi uitzicht op de florissante achtertuin. Dat was de studeerkamer van mijn vader. Ik had er een prachtige slaapkamer, waar ik mijn schriftelijke tekencursus invulde. Ik had altijd goede cijfers en ik wilde later kunstschilder worden, maar daar heeft de poëzie een streep door getrokken.
Ik heb daar dingen ervaren, die ik liever voor mezelf houd, omdat ze te grof voor woorden zijn. Incestueuze dingen, gedwongen homoseksuele dingen. Meer zeg ik niet. Die ene gemene groette nog vriendelijk die andere gemene. Beiden zwaar gestoord en mij beschadigend. Stop.
In de garage stond een tafeltennistafel, die we vaak gebruikten, ik en mijn broers. Mijn oudste broer ging daar vaak uit stappen en dan kwam hij laat dronken thuis, met gebruikte condooms in zijn jaszakken. Eén keer was er midden in de nacht zo'n ernstige ruzie met onze vader, dat ik echt bang werd, maar wel achter mijn broer stond. Hij schreeuwde tegen mijn vader: 'Ik sla je hartstikke dood, man!'.

Ik kijk naar het huis, het is zwijgzaam, misschien wel blij dat wij eruit zijn. Ik zie nog mijn broer met een ronkende motor de oprijlaan kapot knetteren, prachtig! Net Jan Cremer, wat een lef! Toen hij op de politieschool te Harlingen opgeleid werd, werd hij minder aardig, liet me vaak voelen wat zijn karatelessen opleverden. Ik vergeet nooit hoe mijn moeder hem de schenen blauw trapte, maar ik koos terecht zijn partij. Dé incestueuze feeks!
Hier was het dat mijn oom Harry kwaad wegliep tijdens een verjaardagsbezoek, omdat hij niet binnen mocht roken. Vanaf hier liep ik vaak joggend de bossen in. Ook langs de bezoedelde plek, waar een Griekse medescholier mij dwong om hem af te trekken in een soort boshut. Later hetzelfde in een oorlogsbunker, opdringerig gedrag. Hij terroriseerde mij door te stellen dat ik dat nooit mocht vertellen aan anderen. Zelfs bij hem thuis wilde hij mij dwingen tot onzedelijk gedrag. Hij vernederde mij op diverse manieren. Zo moest ik o.a. een zakdoek in mijn onderbroek stoppen om vrouwen te versieren. Hij had het gedaan met een scholiere, die inderdaad nogal gretig leek. Zelfs met mijn eerste liefde, dat was het ergste. In de pashokken van het zwembad zat hij ook aan mij te frunniken. Hij zei dat dat normaal was onder jonge jongens, maar hij zag er geslachtelijk uit als een volwassen man, de vuile rat!

Ik kijk naar het huis, het huis kan er niets aan doen, achter in de tuin had mijn broer nog eigenhandig een snoek geslacht en heerlijke sangria geserveerd, terwijl zijn rondborstige vriendin om hem heen danste als een honingminnende berin. Ik weet nog hoe mijn broer de muziek van Emmerson, Lake en Palmer keihard liet weergalmen vanaf zijn zolderverblijf. Evenals 'Black Betty', Stevie Wonder, Dire Straits en Queen. De enige buren waren net zulke vreemde vogels als wij, dus we lagen elkaar niet.
We speelden ijshockey op straat met harde pucks, die ons somtijds flink veel pijn bezorgden. Op een veldje verderop speelden we voetbal. Ik weet nog hoe de fietsenmaker eruit zag, echt een man van de oude stempel, heerlijk om in zijn verwarmde herstelruimte te vertoeven, met posters uit vervlogen tijden en een chaos, die uniek was.
Een dichter kan nooit weten waar zijn inspiratie plotsklaps vandaan komt. Ik eet van de croissants en ik drink van de nog superhete koffie, ik zet 'All we are is dust in the wind' van Gerry Rafferty op en ik buig mijn hoofd deemoedig naar voren, stop de cassette, zoek naar een andere cassette, 'I still haven't found what I'm looking for' van U2 weergalmt in mijn statige auto en na een laatste blik van onbegrip en afkeuring rijd ik als een haas terug naar mijn geliefde 'Goldmund' en verlang ik extra naar de geopende flessen witte wijn.

Lodewijk begroet mij hartelijk. Hij ziet mijn verdriet en walging. 'Kom, heer, hier wacht u een zeer warm bad, toast met zalm en tonijn, wijn van grote allure!'. 'Het Oranjewoud was een Zwartewoud!', zeg ik uitleggend. 'Kom heer, laat u niet onderdrukken, u bent nu hier, geniet met volle teugen!'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: woede

5.0 met 2 stemmen 240



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)