Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vergezichten - slot

Plotseling sprong hij op van zijn bureaustoel. Dat hij dáár niet eerder aan had gedacht! Hij liep naar de hal, pakte zijn autosleutels, stond even in gepeins verzonken en stormde toen weer de trap op naar zijn studeerkamer. Uit een bergkast griste hij een regisseursstoeltje dat hij ooit van een vriend had gekregen. Snel beende hij de trappen af. Even later reed hij in zijn rappe Japanner naar de kust.

Het strandje lag er op dit uur verlaten bij. Donkere wolkenformaties dreven over, voortgejaagd door een harde noordwestenwind. De rubberen zolen van zijn laarzen lieten in de schemering lichtende sporen na in het zand. Hij huiverde. Behendig klapte hij het regisseursstoeltje open dat hij vanaf de parkeerplaats had meegezeuld. Omdat het eb was, moest hij nu zo'n honderd meter lopen om de branding te bereiken. Een tiental meters voor de waterlijn ging hij zitten. Hij sloot zijn ogen en stelde zich in op het geestelijk schouwen van haar persoonlijkheid. Steeds dieper en dieper verbond hij zich met haar tot zij van gevoel tot gevoel met elkaar waren verbonden. Geleidelijk raakte hij daarbij in trance. Af en toe hief hij daarbij zijn armen in de lucht boven het woest opspattende water, om ze daarna weer met een bezwerend gebaar te laten dalen. Zo bereikte hij steeds diepere stadia van de hypnose.

Enkele minuten later was hij gereed. Uit alle macht die in hem was begon hij haar beeld op te bouwen uit pure gedachtenenergie. Van haar kruin tot haar voeten laadde hij haar op met zijn verbeeldingskracht. Zo ontstond een levend, trillend, vibrerend evenbeeld van Sofie, een beetje slaapdronken nog, maar toenemend in vitaliteit en bezieling. Zij was een levensechte gestalte, zwevend boven de wit opspattende branding van het wad. Haar donkere ogen staarden hem levendig aan, haar armen hingen slap langs haar zij. Haar lange, zwarte haren wapperden in de wind. Dit was Sofie, zó kunstig met gedachtenkracht geboetseerd dat zij niet van het echte exemplaar was te onderscheiden. Hij opende zijn ogen en zag haar nog steeds: de trance werkte onverminderd door. Dunne straaltjes zweet dropen als koude adertjes uit zijn oksels naar beneden. Het kostte hem moeite om de suggestie in stand te houden, maar het lukte.

Toen begon het totale oplossen van haar majestueuze gestalte. Prevelend in het zangerige ritme van een lang vervlogen taal, begeleid door ritmische bewegingen van zijn handen, liet hij rondom haar evenbeeld een witte nevel ontstaan die zich om haar hoofd begon te verdichten. Langzaam begon haar hoofd te vervluchtigen; het loste in de nevel op alsof het erdoor werd verteerd. Haar lange, zwarte haren verbleekten, haar voorhoofd, ogen en mond vervaagden. Tenslotte bereikte de nevel haar keel.
Hij hapte naar adem, pauzeerde even. Vervolgens kwamen haar hals, schouders en borsten aan de beurt. Witte dampen sloegen uit haar borstkas en breidden zich geleidelijk uit totdat ze haar buik bereikten. De nevel werd steeds helderder en begon een fel wit licht uit te stralen.

Sneller ging het nu: haar onderbuik en benen, en tenslotte ook haar welgevormde voeten verdampten, losten op in puur energetisch licht. Van haar oorspronkelijke gedaante was slechts een stralende nevel over. Toen trok het licht zich geleidelijk terug. Het was alsof zij in kleine lichtpartikeltjes uiteenviel, die zich op hun beurt weer deelden in myriaden lichtvonkjes. Als een zwerm vuurvliegjes wiegden de resten van haar gestalte boven de branding, totdat zij op den duur, door herhaald delen, zó klein geworden waren dat er alleen nog maar een heel ijl waas overgebleven was. Die nevel werd steeds ijler en groter en wierp een zwakke lichtgloed op de golven. Nog even gloeide het na, daarna doofde het uit, even spoorloos als het gekomen was.

'Semper requiescat', mompelde hij, 'requiem in aeternitate'. Een huivering doorvoer hem. De inspanning die hem dit gekost had deed hem over al zijn leden rillen. Hij ademde een paar maal diep en besteeg in omgekeerde volgorde de trappen van de trance. Langzaam keerde hij zo terug naar het normale waakbewustzijn.

Kalm zag hij uit over de watervlakte voor hem. Als op een afgesproken teken floepten de vuurtorens van de beide eilanden vóór hem aan. Ritmisch zwaaiden zij hun brede lichtbundels over de golven, in eindeloze keer en wederkeer, roeislagen van het licht door de verten.
Hij wiste zich het zweet van zijn voorhoofd. Al zijn gehechtheid aan haar was verdwenen. Een diepe rust was over hem gekomen als de eerste frisse regendroppels na een zware onweersbui. Hij was bevrijd! Nog even bleef hij zitten. Toen stond hij op, klapte het regisseursstoeltje dicht en liep kalmpjes over de dijk naar de parkeerplaats. In de auto zette hij de radio aan op Radio Ten Gold. Zachtjes neuriede hij mee, één hand losjes aan het stuur. Weldra zou hij thuis zijn, hij, de magister in de witte kunst!
Veni vidi vici!

Schrijver: Astraios, 28 november 2010


Geplaatst in de categorie: liefde

4.8 met 4 stemmen 167



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Wee
Datum:
5 december 2010
Genoten van je vergezichten en wat een verrassend slot!
Naam:
katty
Datum:
30 november 2010
Een prachtige beeldspraak in het los-laten. Sterke bevrijdende visualisatie...Mooi weergegeven en opbouw naar spanning wederkerend naar een innerlijke rust.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)