Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Rotsen in de branding

Zo aan het begin van de een-en-twintigste eeuw van onze jaartelling is de poëzie in een stroomversnelling terecht gekomen, alleen is het de vraag of zij nu bergopwaarts of bergafwaarts gaat. In hoeverre kun je het heden modern noemen, werkelijk vernieuwend? Het huidige computertijdperk lijkt vooruitgang te betekenen, vervoermiddelen gaan steeds sneller, nieuwere snufjes en uitvoeringen beloven meer comfort, betere resultaten en meer en meer plezier in het leven. De wereld richt zichzelf te gronde door een chronisch gebrek aan verinnerlijking, een tot ware krankzinnigheid opgevoerd tempo, kant-en-klaar-seks alsof je het als funkfood uit de muren kunt trekken. Onze overspannen hersens durven geen tijd meer te nemen om relaties rustig op te bouwen, terwijl dat de beste weg tot duurzaamheid is. Met forcerend gedrag gaat alles vroeg of laat crashen, uit de bocht vliegen, over de kop. Het uiterlijk vertoon en de glimmende, gelikte, steriele materie voert de boventoon. Verzieking van de ware menselijkheid is overal aan de orde van de dag, in het klein en in het groot, overal broeit het leed van de verscheuring, de dualiteit, het leven niet meer als een heel-al ervaren. Men is prooi van de chaos geworden, afgesneden van de natuur, slaaf van onbezielde overlevingsmechanismen, treurig eenzaam. In aanbidding voor de techniek verkillen de harten. Individualisme isoleert mensen. Verblind en murw gemaakt door een massale indoctrinatie van geestdodende media, in een gemakzuchtige beeldcultuur, verslaafd aan voedingsloze maagvulling, is het sterven van een verdrongen woordcultuur langzaam maar zeker (ook op topsnelheid) ingeluid. Of is dit sterfproces in wezen een geboorteproces? Misschien is de in het nauw gedreven heks (de poëzie) nog te redden van de impulsieve brandstapel? Feit is wel dat de poëzie meer dan ooit alleen is komen te staan. Haar rol en haar taak is er een geworden van zachtheid verspreiden via respectvol omgaan met woorden. Het epos is weliswaar zichtbaar verdwenen, maar in stilte zijn de dichters en dichteressen van nu verzetshelden bij uitstek, verwikkeld in een oorlog met de alom woekerende vervlakking en afstomping. Kwantiteit is niet direct kwaliteit, ook al denken de meesten dat, meestal in onwetendheid. In deze jachtige, rumoerige wereld is verstilling een heilzaam unicum geworden, evenals poëzie uit de verstilling voortkomend. Poëzie-makers moeten meer en meer moeite doen om alsmaar dieper in te keren, omdat de brutale buitenwereld zich steeds dominanter opdringt. Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen dichters die zich aanpassen aan de wereldse gewoonten en dichters die blijven rebelleren, voor zover dit niet een verkapte aanpassing is. De eerste groep dichters schreeuwt zich de kelen schor in een belachelijke snelheid, waardoor men de echte gevoelens overschreeuwt, junkfood voor de massa. De tweede groep dichters en dat zijn de zeldzame 'rotsen in de branding', die vindt men in oorden van stilte en afzondering, dat zijn de dappere eenlingen, die het wezen van de poëzie brandende houden, dit is: authenticiteit, originaliteit en in diepste essentie liefde voor het scheppende woord als magisch middel tot levende, bewegende, ruimte creërende communicatie.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 maart 2011


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 1 stemmen 2.536



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)