Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De draaiorgelhater

Het gaat al maanden bergafwaarts met de psyche van Karel Knoest, maar hij laat zich niet zomaar kisten, daarvoor is hij niet jarenlang beroepsmilitair geweest, kapitein bij de commando's nog wel, nee, een doetje is hij zeker niet. Hij is onlangs verhuisd van Gouda naar Utrecht, want verandering van omgeving kan ook wel eens opbeurend werken. Zijn herenhuis aan de Oosthaven van Gouda leverde hem heel wat euro's op en zodoende kon hij een nagenoeg hetzelfde ruime binnenstadshuis aanschaffen in het altijd gezellige Utrecht. Karel is voor één ding uiterst allergisch, dat zijn draaiorgels, zelfs de aanblik van zo'n potsierlijk ding op wielen wekt bij hem zeer veel agressie op, dan wil hij met een mitrailleur dat ding aan flarden schieten of er een vlammenwerper op richten of een handgranaat werpen. Het toeval wil dat hij nu niet ver van het Utrechtse draaiorgelmuseum afwoont, maar dat verdringt hij met zijn whiskyverslaving. Sinds kort heeft hij een verhouding met een studente Letteren, die hij ontmoette tijdens zijn kroegentochten, want het drinken en feesten heeft hij nog niet verleerd. Ze heet Christel en ze doet niets liever dan lichamelijke verwenning tot het uiterste doorzetten. Christel zit in haar derde jaar studie en ze is vier-en-twintig. Dat Karel drie-en-vijftig is maakt haar geen reet uit, want ze vindt dat hij er fysiek beter uitziet, dan menige lefgozer van haar eigen leeftijd, die meestal baggervet nog steeds doorgaan met hun snackverslavingen. 'Vind je mijn borsten groot genoeg?', vroeg ze een keer. 'Groot genoeg?', zei karel, 'ik voel me de koning zo rijk bij jouw borstenpaleis!'. 'En vind jij mijn je-weet-wel groot genoeg?', vroeg hij direct daarna. Ze kneep in zijn kruis en gromde supergeil. Dat zei genoeg. In Gouda had hij al de neiging om die koperen centenbak in de onderbroek van zo'n achterlijke bedelaar te duwen, alsof hij ook nog geld zou willen geven voor die irritante namaakklanken van populaire deuntjes. Het toppunt van arrogante domheid, die draaimolenlui en maar simpel lachen, het centenbakje nerveus op en neer bewegend, ongeduldig naar makkelijk centen verdienen. En dan die schreeuwerige kleuren op die vooroorlogse machines, die walgelijke tierelantijntjes en overromantische kitschbeeldjes, báh! wat voelde hij een immense haat voor die zogenaamd oerhollandse straatbeeldverpesters! En dan het volume van die pornografische valsspelers, over dominantie, nee, tirannie gesproken. Plus, ze staan altijd pontificaal in de weg en ze hebben een slakkegang waar een slak heilig bij is. Maar goed, Karel hoeft zich nu niet zo'n zorgen meer te maken, want in Utrecht is men minder achterlijk, denkt hij. Omdat Christel vanavond geen tijd heeft om te koken, heeft hij beloofd met haar uit eten te gaan bij een Grieks restaurant. Het werd hem aanbevolen door zijn collega op zijn werk in de computershop, Timmetje, omdat hij heel schriel en kleingebouwd is en om de tien minuten een sigaretje nodig heeft. 'Dat kost je toch een fortuin, Timmie!', zei Karel. 'Valt mee, hoor, ik klus zwart bij in de avonduren.'. 'Als wat dan, gigolo?' 'Exact!' en hij stak weer één op. Het etentje bij de Griek verloopt die avond vlekkeloos en Christel wrijft met haar been langs zijn been. Ze streelt hem over het bovenbeen en er reageert direct iets, ook omdat de harswijn naar zijn hoofd stijgt. Het is winkelavond, dus krioelt het van de kooplustige mensen op straat. Gearmd lopen ze terug naar de woning van Karel, hier een hoek om, daar een hoek om, totdat ze ineens oog in oog met een draaiorgel staan, die tot overmaat van ramp juist op dat moment 'Love is all' van The Beatles begint te bléren. Christel wordt er nog vrolijker van en begint Karel hartstochtelijk te kussen. Dan duwt hij haar ineens ruw van zich af en waant zich de meest erge aartsvijand voor zich. 'Verstop je! Ren weg! Doe het, Christel!', schreeuwt hij. Eerst trekt hij die rare bruine flappen met gaatjes eruit en kapot en daarna begint hij het gevecht met de draaiorgelmensen. De vrouw met het centenbakje schakelt hij in één karateklap uit, de twee banggeworden voetzoekers daarnaast smijt hij al ras in de gracht. Daarna moest het orgel het geheel ontgelden, terwijl Christel hem probeerde te kalmeren, maar tevergeefs. Agenten wisten hem te overmeesteren en momenteel zit hij in een psychiatrische kliniek, versuft door slaapmiddelen en antidepressiva. Tijdens draaiorgelmuziek op de radio gaan zijn ogen heel raar staan en wordt de dienstdoende zuster extra bang van hem, maar hij doet haar niets, nee, hij bonkt alleen maar keihard met zijn voorhoofd tegen de muur. 'Door draaiorgels doorgedraaid!', zegt een medepatiënt tegen de zuster, die minzaam en gerustgesteld glimlacht.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 april 2011


Geplaatst in de categorie: woede

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 89



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)