Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kameraadschap

(opgedragen aan Jean-Nicolas Arthur Rimbaud, 1854 - 1891)

Merde, mon ami, ik ben zo moe als een krekel die verdoofd is door een shot heroïne. Hero? Alsof je een held bent met die troep in je lijf! Al mijn weten is weggegleden in een zwart gat, ik heb besloten zelf een gedicht te zijn en het daarbij te laten. De nieuwe stenen willen maar niet aarden. Achter oude gevels verrijst de nepcultuur van supermoderne bejaardentehuizen. Die oudjes weten wel beter. De architecten zeggen dat de verrekijker nog werkt, maar ik zie niets in de verte en niets dichtbij. Een bloem zegt mij meer dan alle culturen op aarde. Je hebt woord gehouden, mijn dierbare vriend, we dansen als nachtelijke vuurvliegen boven het kabbelende water. In mijn geheime crypte is het lekker koel en ik brand aan een stuk door de klompen hasj, die je me iedere dag brengt. Heel de wereld is een permanent simpelhuis, waar ik ook liever niets meer aan toevoeg, zoals jij wel durfde, maar ik kan de leegte zonder de woorden nog niet aan, de stemmen gaan maar door en jij bent de bovenstem, dat weet je, dat was ons pact, onze literaire deal. Iedereen imiteert de de grenzeloosheid, behalve jij en ik, wij hoeven geen ongeremde massa-psychose om te ontvluchten aan onszelf, wij drinken liever de ontwaakte waanzin van oprechte eenzaamheid. Ritmisch verstoorde bijen in hun vastgepinde, fluwelen korf nemen maskers voor spiegels, verraden hun schoonheid als treurwilgpauwen op afstand, krampachtig vasthoudend aan een afgetakeld imperium. Narcissus en Echo liggen uitgeput in de voorheen volgepropte etalages van de imperialistische kathedralen, uitpuilend van de zoutzuursnuisterijen en begeerteverduisterende parfums, gemaakt door krijsende holbewoners, die theatraal de show stelen, maar het absurdisme vernederen. De troebele wetten van van de jachthorens sluiten naadloos aan, stinkzwamwalmen vermengen zich onherkenbaar in weggewaaide territoria, terwijl men kernraketten op de sterrenhemel afvuurt, gedrogeerd door apestront en moerbeisap. Wij weten hoe je bronzen klokken kunt verorberen en hoe je wereldbibliotheken kunt verslinden in een rake hap, hoe je engelen kunt opzuigen, godinnen de pen laat hanteren, een leeuw zijn, een draak, een fee, een levenselixer, Een met de Eerste Dichter. Ik weet nog wel waar ik zat, toen jij bij me kwam, heel ver uit mijn eigen lichaam, bijna helemaal, maar jij duwde me terug en je sloot voor altijd vriendschap met mij, mits ik mijn uiterste best zou doen om ons gedachtengoed te verspreiden, waar ik mijn sierlijke handtekening onder zette. Soms, als ik als een tweede Komrijtje maar doordender met mijn literaire business, krijg ik wel eens heimwee naar onze hoogtijdagen, toen we als een Siamese tweeling door het leven gingen, zo volop literair bewust genietend. Als kluizenaarstype zitten we op dezelfde golflengte, ons trillingsgetal is eender, onze literaire eenzaamheidsbeleving komt overeen. Je suis un poète maudit à Hollande. Zie naar mij en ontdek niets. Ik ben de projector, de films blijven verborgen. Jij communiceert met mij, jouw klanken en beelden zijn niet van deze wereld, jij herrijst in mij en ik in jou, onze tovenaarskunsten zitten boordevol compassie, wij gaan dwars door alle botsingen heen, achter de spiegels houden wij contact met de vogels, witte ridders omcirkelen ons, moordenaarsfantomen verschrompelen tot as, wij verdwijnen wederom uit het wrede letterland voor de jaloerse hakbijl toeslaat, ons als huilende prairiewolven achterlaat. Occulte meesters zullen zich over ons ontfermen, zij zullen ons terugbrengen naar de oerbronnen van het mysterieuze eeuwige leven, ons voor eeuwig verlossen van de woorddwang, het onder woorden brengen van de diepten en hoogten in de mens, wat een sisyfusarbeid is, daar en dan zullen wij elkaar opnieuw omarmen, mijn beste vriend, zoals ik je soms 's nachts nabij voel sluipen, terwijl ik vol vuur onze afspraak nakom. Dan leg je je rechterhand op mijn rechterschouder, je klopt een paar keer goedkeurend, zoals een goede klopgeest dat kan doen, al twijfel ik op die momenten diep aan mijn roeping, jij weet me op te beuren, uit het gevoel van zinloosheid te halen, als iemand die zijn leven voor mij zou geven en je weet dat dat wederkerig is, laatst viel je portret zomaar op de grond, terwijl er geen raam openstond, toen wist ik zeker dat je weer zo nabij bent als ooit, kocht ik een fles supercognac en blies ik de hasj door alle straten en stegen van mijn woonstede. Kon niemand raden waarom mijn glimlach stolde.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 juni 2011


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 2 stemmen 142



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Monique Methorst
Datum:
13 juni 2011
Email:
moimoniquelive.nl
Zo vind ik je op je best, rauw, de woorden bijten je tegemoet. mooi hoor!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)