Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Noodweer

Aan de achterkant van mijn huisje heb ik uitzicht over weilanden. Tussen het grazende vee op de weilanden loopt een smal zandpad naar het bos. Bijna elke dag maak ik een wandeling over dat twee kilometer lange pad naar het bos en neem ik plaats op een bank bij een meertje midden in het bos. Deze keer had ik er spijt van die wandeling te hebben gemaakt, want het was verschrikkelijk warm.Doodmoe nam ik plaats op een bank en viel bijna in slaap toen ik opgeschrikt werd door een harde stem, die riep:
''Hé Niesse, zuip je nog zoveel?''

Ik glimlachte, want ik wist wie dat flikte, het was namelijk kabouter Plop. Hij zit altijd boven in een boom en toen ik hem een keer sprak zei hij, dat hij avonds in het donker naar mijn huisje was gelopen en gezien had, dat hij een fles jenever op de tafel zag staan. Hij dacht dat ik een alcoholist was, maar ik heb hem verteld, dat ik elke dag maar twee borrels dronk voor mijn gezondheid. Ik reageerde deze keer niet op zijn geschreeuw en dacht opeens wat ik op de radio had gehoord, want het zou al in de middag zeer slecht weer worden met onweer en hagel en bomen zouden ontworteld kunnen worden door harde windstoten.

Ik keek op mijn horloge. Drie uur was het al en geen wolkje aan de hemel te zien, maar ik vond het vreselijk warm, dus besloot ik weer naar huis te wandelen. In het bos was het nog vrij koel tussen al die bomen, maar toen ik op het pad liep overviel mij de hitte. Een paar dagen geleden was het overdag nog maar dertien graden en nu ineens boven de dertig. Het is hollen of stilstaan in dit land voor wat het weer betreft, maar daar houd ik wel van.

Toen ik het pad naar mijn huisje op liep zag ik buurvrouw Carla op een ligstoel, die ze in de schaduw van een dikke boom had geplaatst. Ze zag mij en riep:
''Buurman, lust je een pilsje, kom effen bij me zitten.''
Ik was liever een dutje gaan doen, maar liep toch maar naar haar toe, want ze is zo aardig tegen mij. Ze had een stoel voor me neergezet en ze liep alleen gekleed in een zwarte string naar de keuken en kwam terug met twee flesjes koel bier en een schaaltje zoute pinda's.

''Blijf maar lekker zitten buurman, ik schenk het wel voor je in en ze overhandigde mij een gele rakker en tegelijk aaide ze over mijn wang. Dat betekende niks, want ze raak je nou altijd graag aan, zo is ze nou eenmaal. Mijn vrouw kan dat niet uitstaan van haar, dat gewriemel aan mij, maar vandaag is ze er niet, ze is naar haar zuster in de Beemster. Carla luisterde graag naar mijn verhalen over de oorlog, want dat vond ze interessant. Tegen vijf uur zag ik, dat de hemel dreigend donker werd, maar het bleef heet en droog.

Ik nam afscheid van Carla en ze stond op van haar stoel en gaf mij en arm en liep schuddend met haar achterwerk mee naar mijn huis. Ik dacht, ze zal toch niet met mij naar binnen gaan om mij tot stoute dingen te verleiden, het zweet brak mij al uit. Gelukkig viel het mee, ze gaf mij een kus en ging weer naar huis.
Ik had nog wat bami in de koelkast staan en heb dat in de magnetron warm gemaakt en met nog een glas bier naar binnen gewerkt. Daarna ben ik in mijn fauteuil in slaap gevallen.

Plotseling werd ik wakker door harde dreunen, ik zag het al, het onweerde en niet zo zuinig ook. De hemel was constant verlicht door verticale en horizontale bliksems. Ook begon het hard te waaien met regen en hagel. Voor alle zekerheid heb ik de stroom van de televisie eraf gehaald. Toen gebeurde het, want ik hoorde iemand luidkeels schreeuwen. Ik keek door het raam naar buiten en zag, dat Carla omringd was door een groot aantal honden, zowel Keeshondjes en herders. Ik dacht dat de buurvrouw bedreigd werd door de honden, dus ik gauw naar buiten met een stuk gekookte worst.

Het zijn wilde honden uit het bos en ze kennen mij en kwamen in een kring om mij heen staan en keken mij met een schuin hoofd aan. Wat was Carla blij, dat de honden nu bij mij stonden. Ik gaf ze om de beurt en stukje worst en van blijdschap snuffelde ze aan mijn benen. Opeens begon het hevig te onweren en ik zag, dat de honden vreselijk bang werden. Een paar lieten zelfs hun ontlasting vallen. Wat kreeg ik een medelijden met ze en ik wenkte ze mij te volgen. Het waren er wel tien en in mijn huiskamer liet ik ze netjes op de stoelen zitten. Ze zagen natuurlijk, dat ik nog een groot stuk worst in mijn handen vasthield.

In het bos had ik ze al geleerd een poot te geven, als ik ze wat gaf en dat was nu weer het geval. Om de beurt liet ik ze een poot geven en namen dan dankbaar en stuk worst van mij aan. Wat waren ze blij. Omdat het zwaar bleef onweren en de honden kennelijk erg bang waren mochten ze blijven. De kleine hondjes lagen op mijn bed aan het voeteneind en de grote sliepen in de stoelen. Ze hebben heerlijk geslapen en de volgende morgen heb ik ze weer
naar het bos gebracht, waar ik ze allemaal uitvoerig heb geknuffeld.

Schrijver: kees niesse, 30 juni 2011


Geplaatst in de categorie: dieren

1.5 met 2 stemmen 261



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)