Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

INGESLOTEN

Een jonge negerjager van een jaar of zeventien liep over de rotsachtige Afrikaanse heuvels, dichtbij zijn dorpje.
In zijn hand hield hij een grote, scherpe lans; aan zijn rug hing een bundel pijlen met boog. De sterke heupgordel was voorzien van een zebraleren buideltje, vol wilde honing uit een rotsspleet.
"Ik ga nu schreeuwen," dacht de jager. "Dan zullen de smakelijke vogels schrikken en uit de struiken opvliegen."
Ja, dor gras en wat struiken waren hier de voornaamste begroeiing. Daarin huisden hoenderachtige vogels. Slechts enkele bomen gaven hier en daar een beetje schaduw.
Hij schraapte zijn keel, stampte met de lans op de grond, maar stond opeens stokstijf... Een grote leeuw kwam op de jager af!
Stapvoets kwam het dier steeds dichterbij.
De jongeman wilde op de leeuw wachten, dan hard toestoten met zijn lans. De snuivende kop met zware manen schoof al sneller voort...
De jager was àl te moedig, wierp met grote kracht zijn lans naar die geduchte belager. Geschrokken dook de leeuw ineen. De scherpe speerpunt schampte de heup van de rover, die erbarmelijk brulde!
"Dat dier is niet heel ernstig gewond," dacht de jager. "Straks zal hij me toch weer achtervolgen. Ik kan mijn lans nu niet meer pakken. Gauw de spelonk in, die hier gelukkig heel dichtbij is!"
Terwijl de leeuw zijn heup likte, snelde de jager naar de spelonk, die aan deze kant van de heuvel lag. Al gauw zat hij in het koele duister. Zijn lans was hij jammer genoeg kwijt. Boog en pijlen legde de jager naast zich neer op de vochtige stenen. Gespannen blikte hij even naar buiten. Warempel! Daar kwam de leeuw regelrecht naar de spelonk toe! Brommend liep het roofzuchtige dier voort...
"Naar achter! Naar achter!" bonsde het in het hoofd van de jager. "Want daar wordt de ruimte steeds nauwer en lager. Die grote leeuwenkop kan daar niet meer komen!"
In zijn angst en schrik vergat hij alle wapens mee te nemen. Slechts één pijltje pakte hij nog gauw vast, bijna onbewust. Hij wierp zich plat op zijn buik en schoof voort als een slang, tot het uiterste eind van de donkere ruimte. Hier werd de jager haast platgedrukt tussen kille, vochtige rotsen... Dit gedeelte van de spelonk was zeer laag.
Het onheilspellende donker dreigde stil. Wat zou zich hier misschien verborgen houden?
Opeens werd het nóg donkerder in de spelonk. Luid gegrom... De leeuw kroop naar binnen...
De jager ging dwars in de nauwe ruimte liggen, hoe moeilijk dat ook ging. Hij drukte zich stijf tegen de achterste rots aan, hield die ene pijl nog steeds in zijn hand. Hij lag nagenoeg klem tussen vloer, zoldering en eind van de spelonk. Eigenlijk lag de jager in een rotsspleet. Verder kon hij beslist niet meer... Met dreunende slapen en bezwete huid hoorde hij de leeuw dichter bij komen. Een harde, hete adem deed zijn lichaam haast branden!
Gebrul van bijna veroverde buit! Een windvlaag ging nu telkens langs de zij van de jongeman. Die grote klauw kon nog nét niet bij het begeerde vlees komen. Gegrauw vol teleurstelling!
Toch gaf de leeuw niet op. Zijn sterke poot bleef maaien, heen en weer gaan als een slingeruurwerk. Ha! Het zou op de lange duur vast wel lukken om die smakelijke hap uit de rotsen los te peuteren!
De jager probeerde nóg platter op de grond te liggen dan hij al lag... Wrong zich nog meer tegen de achterste rots aan. Klem lag hij! Maar zijn ene arm kon hij toch nog bewegen. Die hand omklemde ook de pijl.
"Misschien kan ik de leeuw ermee steken," dacht hij. "Al zal ik hem hiermee niet kunnen doden, zal hij misschien toch schrikken en weglopen."
Hij maakte een zwenking met zijn arm... Krak! De leeuw had de pijlschacht in twee stukken geslagen! Een woedend gebrul deed de jager sterker zweten en beven. De toppen van zijn vingers waren nog juist geschampt door de grote klauw.
De jongeman drukte zijn arm dicht tegen zijn romp aan. Hij probeerde in dit lot te berusten. Ontsnappen was volstrekt uitgesloten. Misschien kwamen hier straks wel meer leeuwen... Dan zou het die dieren zeker lukken hem te grijpen.
De leeuw legde zijn kop op de poten en zweeg... Hij wachtte blijkbaar alleen nog maar...
In het stille duister hoorde de jongen getrippel van kleine, tere pootjes. Omdat zijn ogen nu meer aan het donker gewend waren, zag hij griezelige diertjes naar zich toe kruipen. Ook voelde hij dat er iets kleverigs op zijn huid lag. Ja, want zijn buidel wilde honing had hij al kruipend en voortschuivend opengehaald aan scherpe stenen! De diertjes -nu waren de schorpioenen herkenbaar!- werden aangetrokken door die zoete honinggeur.
De jager kneep zijn ogen dicht, kon nauwelijks meer ademhalen... Hij voelde al enge kriebelpoten op zijn zij, op zijn rug... Willoos wachten op de afschuwelijke steken, die nu wel heel gauw zouden komen! Hoe sterk was het gif van deze monstertjes!?
Een ongeduldig gesnuif verwarde de gedachten van de jager nog erger. Welke dood zou het worden? Leeuwenmuil of gif uit schorpioenstekels?
De kleine, maar duivelse lijfjes gingen onophoudelijk over het zwartbruine vel heen en weer. De honing smaakte die schorpioenen kennelijk opperbest. Hun stekels werkten nog niet.
Een oorverdovend gekrijs!
De jager schrok zó dat hij een tijdje half bewusteloos lag, eigenlijk al in zwijm.
Geleidelijk aan kwam hij weer tot zichzelf. De schorpioenen lagen rustig een eindje van hem vandaan en schenen geen kwaad te willen. De honing had hen goed verzadigd. Zo goed dat ze nu loom en stil lagen?
Verlicht en dolgelukkig schoof de jongen tussen de rotsen uit. Er was geen leeuw meer te zien. Hij pakte zijn boog en pijlen op, stapte opgewekt de spelonk uit, het zonnige leven tegemoet.
Ergens onderaan de helling lag een grote, maar zielige leeuw. Het dier zoog en beet op zijn ene poot, die erg zeer scheen te doen.
De jager liep terug naar zijn dorp, dankte in stilte de schorpioenen.

Schrijver: Han Messie, 8 juli 2011


Geplaatst in de categorie: dieren

0.0 met 3 stemmen 271



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
kees niesse
Datum:
10 juli 2011
Email:
c.h.niessekpnplanet.nl
Een mooi spannend verhaal, Han. Daar lig je dan diep verscholen in het donker met en grote leeuwenkop voor je en niemand om je te helpen en toch een ander gevaarlijk dier heeft je gered, dus als de nood het hoogst is dan is de redding nabij.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)