Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bodemloze put

(voor Robert Lowell (1917 - 1977))

Je wieg stond in Boston, waar je vader Robert als marine-officier een aardig huis gekocht had, waar vervolgens je moeder Charlotte de lakens uitdeelde en dominant de boel bestierde, al kreeg ze je vader natuurlijk niet klein, maar jou wel, want ze foeterde om het minste geringste en de protestantse, puriteinse huissfeer was niet om te harden, het leek wel een gevangenis voor zwaargestraften. Gelukkig kreeg je enige veerkracht en armslag op de St. Mark's school, waar je sympathieke leraar Richard Eberhart les gaf, die je aanstuurde om ook poëzie te gaan schrijven. Aan de universiteit van Harvard ging je Engelse literatuur bestuderen en je vriend Robert Frost hielp je daarbij, 's nachts lazen jullie beiden in poëziebundels. In wezen deden jullie aan een hoge vorm van occulte magie, want jullie zielen vermengden zich en met elkaar en met de gelezen dichters. Jullie leessessies waren stille seances. Om voorgoed te breken met je geestvernauwende, plezier verpestende, eigenheid onderdrukkende, van opgedrongen zondebesef doorspekte, steriel dogmatische, dodelijke protestantisme, koos je voor de religieuze tegenpool, althans voor dat moment, en besloot je rooms te worden, waardoor je in de ogen van je familie een afvallige was, rijp voor de hel. Toen je met je aanstaande vrouw Jean Stafford voor de dag kwam, werden ze helemaal knettergek, want die was veel te vrijzinnig in hun ogen, aan alle kanten lieten ze blijken dat ze niet geaccepteerd werd, waardoor jij voor eens en altijd brak met je hypocriete, arrogante, liefdeloze familie. Afgestudeeerd op poëzie en kritiek dook je met liefde onder de lakens met je pittige kinderboekenschrijfster, de twee typemachines ratelden maar door. Toch kwam de keerzijde ook om de hoek kijken en jullie reageerden de schrijfspanningen op elkander af en het seksleven verpieterde en de drankzucht vermeerderde en de ruzies verergerden. Na vele nachten fysiek gevochten te hebben, hebben jullie er na wijs beraad een streep onder gezet. De nachtschade werd te bloederig, de liefde een kapot gevallen knikkertje. Vanwege je manisch-depressieve geestestoestand werd je vele malen opgenomen in een psychiatrische inrichting, waar ze je talloze elektroshockbehandelingen gaven. Je herkende Robert nog nauwelijks, toen hij je bezocht, je hebt nooit geweten dat hij na zijn bezoek heel hard gehuild heeft om jou, dat hij zijn rechter vuist tot bloedens toe tegen een boomstam geslagen heeft. Je trouwde met de schrijfster Elisabeth Hardwick, qua intelligentie zaten jullie op één lijn. Twee jaar eerder had je de dichteres Elizabeth Bishop ontmoet en met haar bleef je corresponderen. Samen met Elisabeth kreeg je een dochter genaamd Harriet. Je had een goede baan aan de Louisiana State University, maar door je depressies maakte je veel ruzie met Elisabeth en ook omdat je die nare gevoelens dempte met alcohol, waardoor je nog agressiever werd en onredelijker. In 1943 werd je voor vijf maanden opgesloten in de gevangenis van New York en Danbury, omdat je weigerde je dienstplicht te vervullen uit religieuze bezwaren, want je wenste gewoonweg niet te doden. Die grauwe gevangenismaanden waren traumatisch voor jou, omdat je al zo opgesloten zat in jezelf en dit je depressies aanwakkerden. Als gewetensbezwaarde werd je door de cipiers extra minachtend bejegend en dus was het schoonmaken van een ziekenhuis in Bridgeport een verademing, ook omdat er zoetsappige verpleegsters rondliepen, die graag iets verder vooroverbogen voor een dichter in de bloei van zijn leven. Na de oorlog werd je in een inrichting verliefd op Anne, die ook verpleegd werd, voor wie je 'Walking in the Blue' schreef. Je verliet de roomse kerk, al net zo'n zootje als iedere kerkrichting. Je won de Harriet Monroe Poëzie Award en de Guinness Poëzie Award en je werd leraar aan de Universiteit van Boston, waar je les gaf aan niemand minder dan Sylvia Plath en Anne Sexton, twee bloedmooie, bloedsexy, bloedlieve, hoogbegaafde jongedames van in de twintig. Je kon niet weten dat zij nog veel tragischer in elkaar staken dan jij, je herkende vooral hun talenten en die stimuleerde je zoveel mogelijk, ook omdat je griezelde van hun verbijsterende schoonheid, al was je dan enkele jaren ouder, je had hen gerust kunnen beminnen, dat deed je ook, maar net zoals je met je penvriendin Bishop deed, met erotische fantasieën, seks-op-afstand. Ze droomden natuurlijk ook van jou, want ze lagen aan je lippen gekluisterd als kalfjes aan de gezwollen uiers van een koe. Die astrale seksbelevenissen werken behoorlijk positief door, al moeten we de effecten niet overdrijven. Ondertussen vertaalde je Baudelaire, Rimbaud en Rilke en je deed als rasechte pacifist mee aan de anti-oorlog-demonstraties aangaande dat arme Vietnam. Je was zeven jaar leraar aan Harvard en daarna vertrok je naar Engeland, waar je aan diverse universiteiten colleges mocht geven en je terecht hooggeëerd werd. Na twee jaar Engeland ontmoette je de charmante, hoogst artistieke schrijfster Caroline Blackwood, waardoor je scheidde van Elisabeth en bij haar in haar frisgeurende hemelbed dook. Omdat je op de cover van Time Magazine had gepronkt als beste dichter van je generatie had je geen drempelvrees om met Caroline de Kama Soetra van A tot Z uit te voeren. Je hield zielsveel van haar en jullie kregen samen een zoon genaamd Sheridan. Inmiddels sloeg de lithium aardig aan en verdwenen je tergende schuldgevoelens, maar de depressies sloegen zo af en toe nog genadeloos toe. De zelfdodingen van je ex-leerlingen hebben je veel verdriet gedaan en je drankzucht nam ernstig toe. Na een fikse ruzie met Caroline scheidde je van haar en je verlangde hevig naar de vrouw van je leven terug, op weg naar Elisabeth en je dochter Harriet werd de spanning je teveel, de taxichauffeur in New York schrok zich het apezuur toen hij je in zijn achteruitkijkspiegeltje pijnlijk zag ineenkrimpen en als een kegel zag omvallen, je hartaanval was fataal, terwijl je zo graag wilde thuiskomen, maar vanuit de ethersfeer heb je gezien hoe je diepbeminde Elisabeth en Harriet je edele voorhoofd hebben gekust. Je was toch magisch en metafysisch herenigd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 57



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)