Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Liefdevolle kleurenmagiër

(voor Pierre-Auguste Renoir (1841 - 1919))

Je bent geboren in Limoges aan de Vienne in een groot arbeidersgezin, waarbij je vader als kleermaker de kost verdiende en je moeder met weinig geld toch de heerlijkste gerechten creëerde. Op je vijfde verhuisde je gezin naar Parijs, waar je vader een grotere klantenkring kreeg. Op je dertiende verdiende je wat bij in een porseleinfabriek, waar je steeds nieuwe bloemmotieven op de keramiek schilderde, ook op gordijnen en andere decoratieve snuisterijen van porselein. Je besloot om naar de kunstacademie te gaan, mede door de loftuitingen van de porseleinfabriekarbeiders. Op je eenentwintigste ontmoette je Bazille, Monet en Sisley, later Pissarro en Cézanne.
Je verkeerde voortdurend in geldnood, waardoor je geen schilderdoeken kon kopen, maar doordat je bij Bazille ging wonen, kreeg je van hem wel eens wat voor een paar glazen absint. Daarna woonde je bij Monet in zijn woonboot, die eveneens de gulheid zelve was, want ook hij herkende je rillingen verwekkende natuurtalent.
In 1870 stierf jullie dierbare vriend Bazille tijdens oorlogshandelingen, jullie waren geschokt en ingezakt van verdriet, maar ook omwille van hem gingen jullie door met de heilige missie, met het unieke vuur dat in jullie kunstenaarszielen brandde. Op je dertigste werd je bijna in de Seine gesmeten door woeste Commune-leden, als niet een leider je herkende. Drie jaar later werd het contact met de rijke Jules Le Coeur verbroken, waardoor je niet meer in het bosrijke Fontainebleau kon schilderen, waardoor je onderwerpen sterk veranderden.
Je werkte vele jaren samen met het parmantige model Lise Tréhot, die o.a. poseerde voor 'Diana' en met wie je vaak genoeg het liefdesbed deelde, waardoor je weer nieuwe energieën opdeed voor nieuwe schilderwerken. Je hebt veel aan haar te danken, want ze heeft veel obstakels in jou losgebroken. Trouwens, zonder model geen kunstwerk.

De eerste impressionistische tentoonstelling onderstreepte je succes. Je reisde naar Spanje, Algerije en Italië. Waarschijnlijk door verkochte schilderijen. Zo zag je werk van Vélázquez, Titiaan en Raphael. Je besloot donkerder te gaan schilderen. Je reisde door naar Palermo, waar je op visite ging bij de componist Richard Wagner, die je in een half uur had geportretteerd. Hij stond erop je volop te betalen. Je zei geen nee, want Italiaanse wijn smaakte prima. Door een nare longontsteking werden je longen voorgoed beschadigd. Via Algerije stoomde je door naar het eiland Guernsy, waar je in een maand vijftien kunstwerken maakte, vooral van een baai in Saint Martin's. Terug in je inmiddels eigen atelier te Montmartre bofte je enorm met je nieuwe model en minnares Suzanne Valadon, die ook schilderde, geleerd van de ondeugende billenknijper Toulouse-Lautrec. Suzanne was werkelijk een heel knappe vrouw met mooie zwarte haren en een scheiding in het midden, een wat verbitterde blik, die haar juist zo uitzonderlijk sensueel maakte. Zij was net als de kerels een liefhebster van sterke drank en caféfeesten tot diep in de nachten. Je wilde haar voor geen goud missen, voor één nacht vrijen met haar zou je al je kunstwerken weggeven, gelukkig waren het talloze nachten en gaf je koningin Victoria uit eerbied enkele werken cadeau. Wist zij veel waar ze dat in wezen aan te danken had.

Jouw kronkelgedachten gingen heel ver. Op je negenenveertigste trouwde je met Aline Victorine Charigot, een van je modellen. Vijf jaar daarvoor kregen jullie al een kind, Pierre, later nog Jean en Claude. Je seksleven met Aline liep op rolletjes, dus had je geen minnaressen meer nodig. Wel modellen, mode-dellen - grapje - die je vele beroemde naaktschilderijen opleverden, zoals 'Naakt in de zon', met een link naar Van Gogh.
Naakte vrouwen beheersten een groot deel van je kunstenaarsdromen, omdat je naar de onschuld van het paradijselijke terugverlangde.
Kledij irriteerde je, je schaamde je ervoor. In hart en nieren een naturist.
Doordat je reumaklachten kreeg ging je in het Zuid-Franse Cagnes-sur-Mer wonen, in een boerderij met een imposante tuin vol knoestige olijfbomen. Je maakte het superidyllische 'Meisjes aan de piano' en bovendien 'Dansfeest bij La Moulin de la Galette' op de hoogste berg te Parijs. Later een van de duurste schilderijen ooit, kan ik je verklappen.
Je zwom in extase in de Middellandse Zee en zelfs als je artritis te pijnlijk was, bleef je toch met een vastgebonden penseel schilderen. Je hand zat vol pleisters tegen eventuele huidirritatie.
In 1915 stierf je diepbeminde Aline, waardoor je met grote moeite verder wilde. De jonge kleikunstenaar Guino verlevendigde je laatste schilderjaren, terwijl je meer en meer mijmerde over je geslaagde kunstenaarscarrière. Het streelde je hart bovenmate toen je in het Louvre je werk naast al die oude meesters zag hangen, die je als jonge kunstschilder had nagebootst.
Aan invloeden ontkomt geen enkele artiest. Jij had Delacroix, Corot, Courbet, Manet, Degas en Boucher. Van elkaar kun je leren en met elkaar kom je tot hogere doeleinden.
Je stierf in je heerlijke woning in Cagnes-sur-Mer, waar je laatste werk, het hoogst sublieme 'De Baadsters' nog op je schildersezel stond na te drogen. Een paradijselijk tafereel. Je had de mannelijke oerziel niet beter kunnen treffen.
Lise stierf drie jaar later en Suzanne negentien jaar later. Beiden droomden nog vaak over jou. Dan stapten ze uit je schilderijen om je hartstochtelijk te beminnen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

2.0 met 2 stemmen 785



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)