Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Eigenzinnige hypnotiseur

(voor George-Pierre Seurat (1859 1891))

Je bent geboren in een prachtig huis in Parijs, waar je vader Antoine Chrysostomos als juridisch ambtenaar grof geld verdiende, hij kwam uit de Champagne en je moeder Ernestine Faivre kwam uit Parijs, waar ze elkaar het hof hebben gemaakt en samen tot grote rijkdom opklommen. Er hingen op de meest onmogelijke plekken schilderijtjes van onbekende kunstschilders, ook hele oude, die een kapitaal waard waren. Je kwam als jongen in de leer bij de respectabele beeldhouwer Justin Lequien, die je sterkte in je zelfbewustzijn en je continu aanmoedigde, de moedige waaghals in jou aanwakkerde. Op je negentiende ging je voor twee jaar naar de School voor Schone Kunsten, waar je sterk beïnvloed werd door het werk van Rembrandt en Goya, maar waar je ook tegen de academische starheid en stagnatie aanliep, waardoor je zelf je biezen pakte, want je onvrede escaleerde en je wilde als Renoir schilderen, en je diende voor een jaar op de militaire academie in Brest, wat je nog minder beviel, dus ging je opgelucht terug naar je vrije leven in Parijs, waar je aan de linkeroever een atelier deelde met twee studerende vrienden. Twee jaar lang wijdde je je alleen aan zwart-wit tekeningen, want je wilde dat geheel onder de knie krijgen, alvorens met schilderen te beginnen. De voetstappen van Rimbaud en Verlaine lagen her en der nog in de cafés als stoffige souvenirs, terwijl ook jij je rondjes draaide en iedere nacht beschonken huiswaarts keerde, weer enkele ideeën rijker. Je maakte je eerste grote schilderij 'Baders bij Asnières', wat tot je grote teleurstelling door de Salon werd afgewezen, waardoor je ook hen de rug toekeerde en het Genootschap van Onafhankelijke Kunstenaars oprichtte, ook met Maximilien Luce, die zeker niets van die arrogante, uitbuitende, uitzuigende Salonheren moest hebben. Liever de onterechte armoede, dan je ziel aan zulke minne lui verkopen, want ze lichten je voor miljoenen op, zonder een spier te vertrekken, als gewiekste, vermomde elitedieven. Je raakte dik bevriend met je collega Paul Signac, die net als jou verzot was op de pointillistische schilderstijl. In de bloedhete zomer van 1884 begon je aan je grootste meesterwerk 'Een zondagmiddag op het eiland van La Grande Jatte', wat je situeerde op een langgerekt, smal eiland in de Seine. Het is tien meter breed en je werkte er twee jaar aan. Later schilderde je 'De modellen', met drie naakte modellen voor 'Een zondagmiddag...', alsof ze na het poseren zich weer omkleden, wat je zo eindeloos liet duren. Je verborg je schalkse, verlekkerde glimlach achter een lange snor en een spitse baard, maar de jongedame met de handen voor haar kruis gevouwen, heb je nog vele nachten in alle hoeken en gaten besnuffeld en gelikt, wat ze overheerlijk vond. Je verhuisde van de Boulevard de Clichy naar een rustig atelier wat verderop, waar je nauwelijks mensen over de vloer duldde, vooral omdat je je liefdesrelatie met een jeugdig model niet wilde verraden. Je geheime minnares heette Madeleine Knobloch en ze was een mollige, behaagzuchtige, sensuele, extreem geile Française met lang, opgestoken haar. Je schilderde haar op 'Jonge vrouw die zichzelf bepoedert', waardoor je haar zwoele zigeunerinnenuitstraling vereeuwigde. Was ze minderjarig of was haar afkomst beschamend, wat was het probleem toch? Of was je zelf inmiddels een wereldvreemde angsthaas geworden? Werd je gekweld door paranoia en beschermde je uiterst argwanend je fragiele schilderijen? Of maskeerde je zonderlinge gedrag een pijnlijke geestesziekte, die je enkel in eentonige woestijngebieden onder de knoet kon houden? Toch ging je vaak met Madeleine naar de Gaite Rochechouart en het Eden Concert, waar jullie anoniem genoten van het artistieke nachtleven. In 1890 werd jullie zoon Pierre Georges geboren en het leven lachte jullie toe, want je verdiende volop en de ideeën stroomden onophoudelijk bij je naar binnen. Toch sloeg een jaar later het onafwendbare noodlot toe en kreeg je een zware longontsteking gepaard met difterie, waardoor je uiteindelijk het loodje legde en twee weken later ook je zoon, die aan dezelfde ziekte bezweek. Madeleine bleef ontroostbaar en gebroken achter, terwijl ze ineenkromp van ondragelijk verdriet onder je laatste, onafgewerkte schilderij 'Het circus', waar een vrouw in het geel op één been op een ronddravend wit paard staat. Ze wist dat dat jij en haar zijn. Ik zal je haar latere levensloop besparen, want je hebt genoeg geleden.

Schrijver: Joanan Rutgers, 23 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 2 stemmen 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)