Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Elitaire estheticus

(voor Sir William Newenham Montague Orpen (1878 - 1931))

Je bent geboren in Stillorgan, een dorpje op het Ierse platteland, waar je vader Arthur Herbert als advocaat in Dublin de kost verdiende en je moeder je al vroeg aan het tekenen zette, wat ze grondig stimuleerde, tot ongenoegen van je norse vader, die je een rechtenstudie wilde aansmeren. Op je dertiende ging je naar de Metropolitan School in Dublin, waar je kennismaakte met de vijf jaar jongere Beatrice Glenary, maar op je negentiende zat je in Londen en studeerde je aan de Slade School of Fine Art, waar je een liefdesaffaire kreeg met de flierefluitende, seksbeluste medestudente Edna Waugh, die grote molshopen meesjouwde, die jij graag vertroetelde, wat zij fantastisch vond. Je raakte bevriend met de kunstschilder Augustus John, met wie je de binnenstadskroegen verkende en later een zomervakantie in Frankrijk deelde. Op je eenentwintigste schilderde je 'Gespeelde scene uit Hamlet' en je ontmoette je latere vrouw daar in Frankrijk, waar zij in rood badpak jouw hart stal en je gezonde jongeheer deed opzwepen tot knallende, gekmakende stijfheid, wat haar erotische verlangens deed opzwepen. Haar tepels werden keihard, waardoor je bevestigd werd in je geile vermoedens. Twee jaar later trouwde je met deze wonderschone Grace Knewstub, die een uiterst edele geest bezat en een subliem gevoel voor ware esthetische kunstwerken, ook al omdat haar vader een preraphaëlische kunstschilder was. Samen met Augustus begon je een atelier in Chelsea en je werkte ook in Ierland. Samen met Grace kreeg je drie dochters en de portretopdrachten stroomden binnen. Na zeven jaar huwelijk, met veel afschuwelijke onenigheden en fysieke vernederingen, kwam je in een diepe crisis terecht, met als resultaat dat je zwichtte voor de sexuele verleidingen van de smeuïge lady Saint-George, die je op geraffineerde wijze wist in te palmen. Ze was jong, rijk en bovendien getrouwd met een saai heerschap met een uitgeblust kruisleven. Je had Grace nog geschilderd in een betoverende, zwarte mantel met lange, zwarte handschoenen, alsof ze in een riddergewaad poseerde, wat ze wel nodig had vanwege je latere seksescapades, want het bleef niet bij de tochtige Saint-George, je kwam weer in contact met Beatrice, die vijf jaar jonger je stoutste dromen wist te verwezenlijken. Grace accepteerde je aapachtige wildgroei, want ze kende ook je onderliggende, depressieve klachten, die je op het randje van de waanzin deden balanceren. Je tijd als oorlogskunstenaar verergerde dat grotendeels, maar je vond het een hele eer om het oorlogsgeweld te mogen uitbeelden, al hebben al die dode soldaten je voorgoed gebroken en heeft de gruwelijke naschok tot aan je laatste adem geduurd. Je schilderde Duitse krijgsgevangenen, maar ook generaals en militaire politici als Winston Churchill, 'Effe chillen!', zei hij met een vette sigaar als een kanon op jou gericht. Je mocht de 'Vrede van Versailles' schilderen, maar inwendig ging je alsnog over je nek van al die zinloos gestorven soldaten, terwijl je 'Voor de onbekende, Britse soldaat gedood in Frankrijk' concessies moest doen en de halfnaakte soldaten in hun trotse uniform moest hijsen. Met groot verdriet willigde je hun banale eisen in, alsof je daarmee alle oorlogsslachtoffers verraadde. Je ging nooit meer naar Ierland, omdat het stikte van de landverraders, en je melancholische, zwaarbedroefde uitstraling versteende. Je schilderde graag knappe, adellijke dames tegen een zwarte achtergrond en op 'Vroege ochtend' zit een naakte, betrapte blondine. Op 'De handspiegel' zit een vrouw zichzelf te bewonderen, terwijl ze naakt is onder een doorzichtige japon, over supersofte porno gesproken, waanzinnig prikkelend. Op 'Zonlicht' streelt een naakte vrouw zichzelf, wat het sluimerende taboe rondom vrouwelijke masturbatie natuurlijk opheft. Vies bestaat enkel bij viespeuken, alhoewel 'Het Engelse naakt' nauwelijks iemand doet verlangen naar een Engelse vrouw, die zo walgelijk slonzig in bed zit. Je schilderde een ultramodern portret van Lily Carstairs, wat helaas momenteel in privé-bezit is. Je tragische zelfportretten spatten van de doeken, maar je persoonlijke leven was dan ook niet zo florissant als de honderden portretten van voorname mensen, je zakte weg in een zwart dal, waar je enkel als zware alcoholist wist te overleven. Ook al werd je Commandeur in de Orde van het Britse Rijk en lid van de Koninklijke Kunstacademie, het deerde je niets, daar je getormenteerde psyche zienderogen aftakelde en je geen weerstand meer had tegen de alledaagse beslommeringen. Het verval zette in, ook al verzette je je hevig met de deftige dames en de vitaliserende naaktmodellen, de rek was eruit en op een gespannen avond in je atelier te Londen kreeg je een fikse hartaanval, ook omdat je lever opgebruikt was, je lichaam je hoogstvermoeide psyche weerspiegelde, en het was Augustus die je vond, terwijl hij wenend je lichaam urenlang aan zijn hart koesterde, als dierbare vriend je geleden leed kende en meegevoeld had.

Schrijver: Joanan Rutgers, 25 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 74



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)