Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Feestelijke dronkaard

(voor Jan Havickszoon Steen (1626 - 1679))

Je bent geboren in een degelijk huis te Leiden, waar je vader Havick graanhandelaar en bierbrouwer was en je moeder Elisabeth Capiteyn de huidhouding deed, wat een dagtaak was, want jij was de oudste van acht kinderen en er moest dus heel wat gekookt, gewassen en gekuist worden. Je vader werkte in jullie café 'De Rode Halbert', waar hij een ruime omzet draaide, dus zat een lekker stukje vlees er om de zoveel tijd wel in en je vader verzorgde 's zondags natuurlijk de miswijn, terwijl je van de zoete wierookgeuren genoot en naar mooie meisjes loerde. Je ging met frisse tegenzin naar de Latijnse school, waar je het liefste de meester een poets bakte of dromerig alles langs je heen liet gaan. Je zat ook graag op een stoel voor het huis voorbijgangers na te tekenen, terwijl het zonlicht je bolle snoet verwarmde. Je wist nog wat door te studeren, maar puur voor de vorm, want je vaders kroeg was heus niet de enige waar je vertier vond en als de jongedames eenmaal beschonken zijn, dan begint het levensfeest pas echt op gang te komen, er zijn er die dan striptease-acts niet schuwen, tot luid gebulder van de zwaarbezopen biermannen, die nauwelijks nog een poot kunnen verzetten. Zoveel bloots zagen ze nooit eerder en ook nog zomaar voor handen, ja, daar werd wat afgeknepen en gelebberd, de uitpuilende drilpuddingbortsten werden rijkelijk overgoten met gerstenat en dan driftig afgelikt door bebaarde saters. Van jou mocht het leven één langgerekte feestnacht in een erotisch-opwindend dranklokaal zijn. Je kreeg echter serieuze schilderlessen van de Duitse kunstschilder Nicolaes Knupfer, die in Utrecht zijn atelier had en zelf Utrechtse taferelen schilderde. Hij leerde je enkele zeer bruikbare schildersgeheimen en in je vrije tijd dook je de Utrechtse cafés in, waar het lustige vrouwvolk je leven veraangenaamde, naast het nodige bier, wat in elke stad weer opperbest smaakte. Later werd je onderwezen door de Haarlemse boerenlevenschilder Adriaen van Ostade, wiens invloed duidelijk in je latere werk tot uiting kwam. Op je tweeëntwintigste richtte je samen met je collega Gabriël Metsu het Schildersgilde van Sint-Lucas op en je werd de vlijtige schildersknecht van de landschapsschilder Jan van Goyen in Den Haag, waar je, hoe kan het ook anders, aan de Bierkade woonde. Toen je Jans dochter Margriet zag, twinkelde het in je gehypnotiseerde ogen en werd je onhoudbaar als een geile bok, terwijl zij net zo goed in katzwijm viel voor jouw robuuste mannelijkheid en de erotische beloften. Na een avondje stappen met haar, terwijl de bier al behoorlijk had gevloeid, eindigden jullie halfdronken in jouw bedstede, waar jullie liefdesband in alle heftigheid bezegeld werd en jij voor het eerst heel ver in het vrouwelijke paradijs afgedaald bent. Dat smaakte net als het bier naar veel meer. Je trouwde met Margriet en jullie kregen samen acht kinderen, terwijl je vijf jaar met je schoonvader samenwerkte, maar hij zeurde steeds over je overmatige drankgebruik en het slechte voorbeeld wat je gaf, terwijl je daardoor wel meesterwerken als 'Het dronken stel', die echt ver heen waren, en 'Leven in de brouwerij' schilderde, waarop de wijn van hoge hoogte wordt ingeschonken bij een lekkere, mollige, volkse sloerie, terwijl er iemand op een doedelzak speelt. Je verhuisde naar het eveneens deftige Delft, waar je je brouwerij 'De Slang' begon, maar je dronk er zelf het meeste en uit financiële wanhoop schilderde je 'De burgemeester van Delft en zijn dochter', wat een commerciële topper bleek en het geld rolde als biervaten naar binnen, ondanks de slechte kunsttijden. Je woonde vier jaar in Warmond en tien jaar in Haarlem, wat zeer welvarende jaren waren, je schilderde aan een stuk door en alles bleek goud in jouw handen, tijdloos geniaal is 'De wijn is een spotter', waarop een stomdronken vrouw in een kruiwagen wordt weggevoerd. Oer-Hollands en Rembrandt overstijgend is je 'Het Sinterklaasfeest', waarop een huilende jongen staat, dolblijde kinderen, en een vader die betekenisvol in de schoorsteen wijst. Je psychologische en humoristische inzichten spannen de kroon, je was nauw verweven met je beminde medemensen, een uiterst betrokken humanist. Op je drieënveertigste stierf je zielsverwante, hoogstbeminde Margriet en van verbitterd verdriet ben je maandenlang gaan drinken, zonder één verfstreek te maken, je legde bijna het loodje, maar door de shock van je vaders overlijden keerde je terug naar je geboorteplaats en vanwege de kunstdepressie begon je een Leidse taverne, want bier en wijn lustte iedereen en deed de algemene armoede vergeten. Je werd verliefd op de weduwe Maria van Egmont, die een flinke voorgevel had met twee lange kaneelstokken, waar je als orale zuignap verzot op was. Jullie kregen twee kinderen en je werd de voorzitter van het Sint-Lucas Gilde. Terwijl je met je linkerhand je trouwe kooikerhondje streelde, schilderde je met je rechterhand de blote rechterborst van Bathsheba, waar je dorst van kreeg en dus goot je vele bierpullen door je piepende keel, piepend van onderdrukte verlangens naar wilde seks met de sexy vrouwen die je zoal passeerden, want je gesublimeerde libido omringde de aarde, spatte van al je doeken, gelukkig maar, want daarmee maak je ons deelgenoot van je feestelijke orgieën. Op je drieënvijftigste kon je met een gerust hart de laatste biertonnen legen en lamlendig van de drank je hemelse droombeelden na gedane arbeid als onbekende, tongstrelende, eeuwige roesverwekkende biersoorten tegemoettreden.

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.8 met 4 stemmen 102



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
26 november 2011
Email:
hmessielive.nl
Een daverend levendige beschrijving van de ruige schilder van het gangbare volksleven. Heerlijk om door jouw geschrift deze bewonderde man pas goed te leren kennen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)