Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Van verf goud gemaakt

(voor Maria Anna Angelica Katharina Kauffmann (1741-1807))

Je bent geboren in het Zwitserse Chur, maar je bent voornamelijk opgegroeid in het Oostenrijkse Schwarzenberg, waar je vader Joseph Johann een nogal armoedige frescoschilder was, dat wil zeggen, hij reisde naar kerken en paleizen om zijn arbeid uit te voeren. Ondanks zijn harde inzet bleken de opdrachtgevers niet zo gul als hij had gedacht, maar hij hield zijn hoofd boven water en het was hem een hele eer om jou het schildersvak te leren. Van je moeder Cleophea Lutz kreeg je les in Engels, Duits, Frans en Italiaans, wat je je gemakkelijk eigen maakte, daarbij las je klassieke boeken en je speelde voortreffelijk muziek. Had je niet voor de schilderkunst gekozen, dan was je zeker een groot geleerde geworden, een betekenisvolle filosoof of een beroemde musicus. Op je dertiende verhuisde je naar Milaan, waar je vooral met je vader uitstapjes maakte naar de musea om de oude meesters te bewonderen en om hun betoverende schilderstijl te doorgronden. Op je zestiende stierf je geliefde moeder en je was lange tijd ontroostbaar en zwaar vereenzaamd, maar je vader liet je nog dieper in de geheimen van de schilderkunst doordringen en zo kwam je er weer bovenop, waardoor je op je achttiende samen met hem naar Rome, Bologna, Florence en Venetië reisde om daar wederom de oude meesters na te bootsen. In Rome portretteerde je Engelse toeristen en je werd alom bemind door je geniale talent, je zachtaardige charme en je kwetsbare schoonheid. In Venetië zat je met je vader in een deinende gondel en je vader zag hoe somber je naar het water keek, wat hem veel verdriet deed, hij kon het gemis van je moeder niet goedmaken, maar hij bracht je wel in contact met mevrouw Wentworth, de echtgenote van de Engelse ambassadeur, die lyrisch werd van je schilderijen en je onmiddellijk meenam naar Londen. Je vader bleef met pijn en hoop achter. Je schilderde de acteur en toneelschrijver David Garrick, die getrouwd was met de Duitse danseres Eva Marie Veigel, jaloers loerend naar haar manlief, die zo verheven werd geportretteerd in het pand van meneer Moreing, want die slimme mevrouw Wentworth loodste je soepel binnen in de allerhoogste kringen, want voordat je het wist, stond je al leden van de koninklijke familie te schilderen en allen waren buitengewoon verheugd. Je allerbeste vriend werd Sir Joshua Reynolds, al was hij achttien jaar ouder, hij had de flair van een universiteitsstudent en aangezien hij levenslang vrijgezel bleef, nam hij de erotiek met een korreltje zout. Hij had een seksaffaire met de hoedenmaakster en courtisane Kitty Fisher, die opvallend vaak kwam poseren en dan was er nog een rondborstige Nelly en natuurlijk jij, want ook jij was één van de gelukkigen, die zijn langdurige erectie binnenin zich gevoeld hebben. Je schoof als een bezetene op en neer, tot je door engelen toegewuifde orgasme nieuwe schilderimpulsen in je openbaarde. Maar je had ook een seksaffaire met Jean-Paul Marat, een felle aanhanger van de Franse Revolutie, die in bed al even revolutionair was en je trakteerde op de meest vreemde standjes. Gelukkig kon je uitstekend met hem converseren en deed je niet aan al zijn heksentoeren mee. Op je zesentwintigste ging je trouwen met een zogenaamde Zweedse graaf, maar deze Frederick de Horn was een vrouwenoplichter en hij stal je spaargeld en verdween. Het huwelijk werd snel ontbonden en meneer Reynolds ving je op, wat resulteerde in hernieuwde liefdesnachten. De kunstschilder Nathaniel Hone sloeg jullie honend gade en hij maakte een spottend schilderij van jou en Sir Joshua, waarbij hij de Italiaanse Renaissance-kunst hekelde en jou naakt en karikaturistisch afbeeldde. Het schaadde je reputatie, maar je werkte moedig voorwaarts en samen met anderen schilderde je de St. Pauls Cathedral en met Biagio Rebecca de collegezaal bij Somerset House, middelpunt van de Koninklijke Academie. Deze opgewonden Italiaan kon het niet laten om je ook te veroveren en dat liet je maar graag toe, want je rilde al bij het zien van zijn donkere schaamhaar. Niet dat de maat ertoe deed, maar hij versloeg werkelijk iedereen. Je schilderde Leonardo da Vinci, die in de armen van Frans de Eerste stierf en ieder jaar was je met minimaal zeven schilderijen present op de exposities van de Koninklijke Academie. Je schilderde graag historische taferelen, maar de Engelsen hielden daar niet zo van, dus verliet je Engeland en je trouwde met de Venetiaanse kunstschilder Antonio Zucchi, die dertien jaar jonger was, lekker, zo'n jonge hengst, dacht je terecht. Hij had Engelse landhuizen versierd, maar je sleepte hem mee naar Rome, waar jullie in het voormalige huis van Anton Raphael Mengs gingen wonen, bovenaan de Spaanse Trappen. De correcte sfeer van de Duitse kunstschilder hing er nog volop, maar dat veranderde je snel en je ontving zelfs de achtendertigjarige Johann Wolfgang von Goethe, die je vlijmscherp portretteerde. Antonio wist het niet, maar je hebt hem hartstochtelijk op de mond gekust, maar de Jan Doedel reageerde niet, hij begon verward één van zijn gedichten te reciteren. 'Schön, Johann!', terwijl je hem wel kon kelen. Ook de dichter Johann Gottfried von Herder kwam langs, maar die nodigde nog niet eens uit om een handdruk te geven, wat een teruggehouden stoethaspel. Blijkbaar kwam met de ouderdom ook minder bronstig manvolk in beeld, laat staan in aanmerking. Op je vierenvijftigste zijn je man en je vader gestorven, wat je de betrekkelijkheid van het leven en zeker de kunst deed inzien, waardoor je de laatste jaren van je leven weinig meer geschilderd hebt, niet verbitterd, maar wel murw geslagen, gestagneerd, in de overtuiging dat je het beste van jezelf gegeven hebt en meer mocht men ook niet eisen. Die zelf ingelaste vakantie was zeer terecht. Toen je in Rome stierf, werd de begrafenis geleid door de fabuleuze beeldhouwer Antonio Canova en er gingen twee schilderijen mee in de lange begrafenisstoet naar de basiliek Sant'Andrea della Tratte, je laatste rustplaats, je kreeg net zoveel laatste eer als Michelangelo, Da Vinci, Raphael, Titiaan en Tintoretto.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 januari 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

5.0 met 1 stemmen 116



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)