Woede
Te Parijs zag ik een man diep verwikkeld in een telefonisch onderhoud. Tenminste, in zoverre dat waarvan hij sprak vol woede was. Zo vol woede waren de woorden, dat hij dat wat hij zei door zijn telefoon schreeuwde in plaats van dat hij het zei, laat staan besprak.
Ik zag hem het plein waaraan ik zat naderen, met haastige stappen kwam de man dichterbij. De mensen aan het plein zagen hem naderen, wat kwam door de snelheid van zijn stappen, in combinatie met het lawaai.
Wat er toen gebeurde sloeg echt alles; na een laatste, finale schreeuw liet hij het voor wat betreft het schreeuwen erbij. Hij gooide in het licht van de bijstaanders zijn telefoon op straat aan diggelen en staarde vervolgens wezenloos naar de mensen op de terrassen aan het plein.
Ik zag daarna hoe de man tussen de mensen plaats nam, hoe hij geleidelijk aan in de stilte der onopvallendheid verdween. Ik zag hem zitten, kijken, luisteren, naar de mensen, tussen de mensen, zonder telefoon weliswaar, maar niet alleen.
Geplaatst in de categorie: woede