Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Geloof

Vanmorgen vroeg was ik in de koffiekamer bezig, een aantal documenten te kopiëren. Bij ons, op de derde verdieping van het B-complex is het zo, dat de kopieermachine in de koffiekamer staat. Zo kan een ieder die er toegang tot heeft, en het wil, er gebruik van maken.

Het was er inmiddels al een stuk drukker geworden. Een collega of zes waren de kamer binnengekomen en hadden zich achter in de rij voor het koffieapparaat aangesloten, in afwachting van dat eerste, bijna heilige kopje koffie of thee.

Aangezien de kopieermachine ten opzichte van het koffieapparaat tegen de linker muur staat geplaatst, en hierdoor de processie naar het koffieapparaat achter mij verliep, kreeg ik, gericht dat ik was op mijn werk, aan de hand van het geluid, van het gebeuren achter mij slechts een indruk, het vermoeden mee.

Gaandeweg de voortgang werd ik als buitenstaander bij de gang der zaken betrokken en sprak ik in toenemende mate menigeen. Op grappige wijze, over dagelijkse, kleine en suggestieve onderwerpen, steeds zonder om te kijken, om te achterhalen wie het was die ik sprak; de collega die in navolging van het wachten ongetwijfeld voor het koffieapparaat verscheen.

Voor een moment zag ik mezelf als pastoor, afgezonderd in zijn biechthok gezeten, blindelings de menselijkheden van de gelovigen aanhorende, vrij van oordeel aan het zicht ontleend.

Terwijl ik even later het laatste document uit het laatste dossier haalde, en het op de glasplaat van de kopieermachine plaatste, viel het me op hoe stil het in de koffiekamer was geworden. Zelfs de geluiden vanuit de gang, waar het altijd druk is, waren nauwelijks hoorbaar.

Het herkenbare, draaiende geluid van de koffieautomaat, wat mij vertelde dat er een koffie werd bereid, maakte mij bewust van het gegeven, dat naast mij, of om zo precies te zijn, achter mij, er nog een collega zich in de koffiekamer bevond.

In navolging van het voorgaande, was het zo dat ik diegene achter mij, zo ineens, tussen neus en lippen door, zonder om te kijken, met veel enthousiasme, op suggestieve wijze toesprak.

Maar het bleef stil in de koffiekamer, er volgde geen reactie, alsof niemand ooit iets had gevraagd. Het deed mij afvragen of er wel echt nog iemand in de kamer aanwezig was, hetgeen mij onrustig stemde en me het blinde vertrouwen ontnam.

Doordat ik niet langer van het vermoeden durfde uit te gaan, te veronderstellen dat er echt iemand was, kwam ik tot de verleiding over mijn schouder, achterom te kijken, waarom, als antwoord op mijn roep, er geen reactie had geklonken. Daar was ik dan toch bijna van mijn geloof gevallen!

Gelukkig wist ik door hem te herkennen, de zonde te voorkomen, en verliet ik even later nadat de laatste pagina was gekopieerd, met onder mijn arm de gekopieerde dossiers, als enige de koffiekamer, zonder ook maar iemand te hebben gezien.

Eenmaal terug op de afdeling, achter mijn bureau gezeten, speelde ik nog wat met diverse veronderstellingen in mijn hoofd. Wat betreft de onbekende collega, of er wel of niet iemand was en wie het had kunnen zijn geweest.

Maar ik had besloten niet om te kijken, dus hield ik het, voor wat betreft mijn twijfel, bij het vermoeden, en ging ik, vol toewijding, verder met het werk voorhanden.

Schrijver: Marco Miceli, 16 september 2012


Geplaatst in de categorie: werk

3.0 met 4 stemmen 171



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)