Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kinderen

Kinderen. Daarover schrijft Tirza mooi. Hoe ze doorgeeft wat ze in zich heeft, ze liedjes laat zingen die ze ze heeft geleerd, ze naar de vogels leert luisteren en met ze naar de sterren kijkt. Hoe ze ze troost als ze verdriet hebben en met ze meeleeft als ze geluk hebben, een tien halen op school of mee mogen doen met het volleybaltoernooi. Hoe ze ze naar school brengt en blauwbekt op het voetbalveld, om te zien dat ze hetzelfde ontalent hebben voor een balsport als hun vader.

Kinderen. Dat is ook: tevergeefs ze van dat verkeerde vriendje af proberen te houden, ze dronken zien zijn en opstandig. Ze groot zien worden, zien trouwen, scheiden, zelf weer kinderen zien krijgen.
En dan, als je zelf vegeterend en volkomen dement in je rolstoel hangt, geen lieve ergotherapeute verandert daar meer een malle moer aan, ze bij je te weten, ze je de aardbeien voerend die je zelf ooit ook hebt gevoerd aan ze, totdat je je verslikt in zelfs het kleinste slokje water en ze onaangeroerd naast je bed blijven staan, als een offer aan de bijna-dode. Zover is het nog niet, zover is het nog lang niet, ze is zelf pas zes en twintig, mijn Tirza.

Kinderen, wat had ik ze graag gehad. Ik was op twee verjaardagen met kinderen, heel veel kinderen. Wat een herrie, wat een drukte, wat een gezelligheid en wat een liefde. De ouders komen vaak niet toe aan een gewoon gesprek, de helft van de tijd wordt verder gevuld met baby-praat. er is nauwelijks oor voor grote verhalen over het verre vreemde Marokko, zo ver komen ze de eerste driehonderd jaar zelf toch niet meer, alle geld, tijd en aandacht gaat naar hun kroost.
En toch mis ik ze. Toen ik de oude Charlotte, die omgeven is door liefde en aandacht, de kerstdagen duurden voor haar minstens een week, iedereen wilde haar hebben, vroeg: 'en wie gaat er naar mij omkijken, later?' antwoordde ze realistisch: 'niemand'.
Dat lijkt me wel erg weinig, zo erg zal het niet worden hoop ik, maar toch lekker, zo'n nuchter antwoord. Zelf heeft ze bijna elke dag wel iemand over de vloer, een schoonzuster komt elke dag, ik zo'n twee keer per week, zoons en dochter wat minder maar toch minstens elke week, met dagen zoals nu wordt er haast om haar gevochten.
Maar voor mij zal het wel te laat zijn allemaal.

Dan maar naar Antarctica. Alleen. Of met Evert, die wil wel, als ik betaal. Want Tirza is er niet meer. Antarctica, mijn fantasie, onze droom.
Toen ik geboren werd was het weeralarm. Er was een sneeuwstorm, en de sneeuw was opgewaaid tot aan de klink van de garagedeur. De dokter kwam, hij had zijn vrouw met sneeuwschop meegenomen om zijn kever, zo'n zwarte met nog een spijltje in het kleine achterraam, uit te graven toen ze weggingen. Echt vrouwenwerk, vind je niet. En dat was midden in de nacht, want om even over twaalven kwam ik op de wereld.
Voordat ik een jaar oud was liep ik op de klompjes die mijn opa me gegeven had, en voordat ik vier jaar oud was was ik al over het hekje geklommen, Dikke Jimmy, mijn reusachtige teddybeer, grote dan mijn kleine broertje die nog in de kinderwagen zat, met me meenemend, de weide wereld in.
Ik had nog geen korte broek aan, dat kwam later. Ik liep er in in korte broek over de bevroren Noordzee, we sprongen van de ene op de andere schots.
De A2 waarover we altijd reden als we naar het Zuiden gingen was nog vierbaans, maar bij Oudenrijn had je toen ook al file, het was er nog maar een rotonde met stoplichten namelijk. Een keer hebben we daar een uur of wat achter een sneeuwschuiver stilgestaan. Tegen onze koude voeten had Charlotte een stoofje meegenomen, met kooltjes erin. Bij Vinkeveen moesten we eraf als we van de snelweg gingen, bij een prachtig benzinestationnetje. Dan ging het binnendoor verder.

Dan moet je wel stokoud zijn, als je dat allemaal nog weet en hebt meegemaakt. Ik heb Engeland onterecht wereldkampioen zien worden, door de beroemdste goal die geen goal was, met Woemi was ik verliefd geworden op de mooie blonde god die Haller heette. Geen idee waarom ik die onzin altijd nog weet en belangrijke dingen, zoals de plek waar je je sleutels of je geld hebt gelaten kwijt bent.
Geen idee ook waarom ik me een paar maanden zo jong voelde. Geen idee. Geen idee waarom ik even, heel even maar droomde van kinderen.

Schrijver: jorrit, 30 december 2012


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.4 met 7 stemmen 179



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)