Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Flierefluiter

Mijnheer Jansen speelt fluit. Hij is tachtig jaar en denkt, dat hij goed dat instrument kan bespelen, maar zijn vrouw denkt daar anders over. Elke ochtend zit hij in de kleine huiskamer aan de grote tafel en begint te spelen. Zijn vrouw neemt dan de benen om haar oren te sparen. Hij wilde zijn vrouw niet meer plagen en hij nam vandaag een besluit. Hij deed de fluit in een tas en wandelde naar het dichtbij zijnde bos.

Achter zijn huis ligt een smal pad naar het bos, ongeveer 500 meter lopen. Heerlijk wandelen is het daar. Aan weerszijden van het pad zijn weilanden waar het vee graast. Jansen liep daar vrolijk met zijn fluit leuke melodietjes te spelen. Het weer was prachtig, vrij zacht en een hemel met hier en daar een haastig wolkje.

Een paard in de wei kwam dichterbij, en riep:
''Hé flierefluiter speel eens wat voor mij.''
''Doe ik'', en hij speelde hop hop hop, paardje in galop.
Een koe hoorde dat aan de andere kant van het pad en kwam dichterbij en wilde ook een liedje horen.
En Jansen speelde koetje boe. Een kikker in het slootje naast het pad, liet zich ook zien, en riep:
''Ik wil ook een liedje horen.''
Dus speelde de flierefluiter: ''Ik ben een kikker en ik kwak.''

De dieren waren tevreden en gingen doen wat ze altijd doen.
Toen Jansen in het bos kwam ging hij goedgemutst op een bankje zitten en hij begon weer op zijn fluit te spelen. Het duurde niet lang of dieren verzamelden zich vlak voor de flierefluiter. Drie konijnen, een paar muizen en een eekhoorntje hadden zich verzameld voor de voeten van de speler, maar moesten snel de benen nemen toen de vos naderde. De vos sprong op de bank en probeerde de fluit af te pakken, maar dat werd verhinderd door Kniezel, de boskabouter.

Kniezel:
''Jij hebt bijzondere kwaliteiten, mijnheer. Je speelt schitterend. Wil jij met mij meekomen en spelen voor mijn kameraden?''
''Oké, ik ga met je mee'', en samen liepen naar het diepste punt in het bos. Daar trof hij wel twintig kabouters, die angstig keken naar die grote mijnheer, maar ze werden gerustgesteld door Kniezel, het hoofd van de groep.
''Rustig lieve vriendjes, die mijnheer gaat voor jullie het kabouterlied spelen en jullie moeten meezingen.''

Jansen pakte weer zijn fluit en speelde:
''Ik ben een kabouter, die heel gewoon en aardig doet. Wil je weten hoe ik ben, nou kijk dan maar goed.''
De kabouters zongen mee en klapten in hun handjes toen het lied eindigde. Wat waren ze bij, dat iemand uit de grote mensenwereld dat lied kon spelen.
Kniezel riep:'
''Dat was goddelijk.''

Jansen ging voortaan elke dag naar het bos om voor de dieren te spelen en de oren van mevrouw Jansen deden geen pijn meer.

Schrijver: kees niesse, 14 juni 2013


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 129

Er is 1 reactie op deze inzending:

Han Messie, 12 jaar geleden
Een verhaal dat doet denken aan Orpheus. Deze Griekse musicus speelde zowel voor mensen als voor dieren.
Jansen is begenadigd met talenten, die begrepen worden door dieren en door wezentjes, die de mensen niet kennen.
Veel buitensporige mensen hebben zo ook gaven, die Jan en Alleman niet kan begrijpen of waarderen. Wereldvreemde mensen of begrippen kunnen in bepaald daglicht ook zeer zegenrijk zijn.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)