Graven
Hij keek nog steeds angstig om zich heen, bang om betrapt te worden wanneer hij begon te graven. De steel van de spade lag strak in zijn beide vuisten en zijn vingers zagen wit van het knijpen in de houten steel. Hij deed zijn T-shirt uit, zijn bezwete lichaam zag er strak en gebronsd van de zon uit en zijn sixpack was een genot voor de dames die hem altijd nakeken wanneer hij op het strand liep.
Nu interesseerde hem dit totaal niet. Hier moest een deel van zijn leven afgesloten worden, hier moest een einde aan komen. Dit was het einde van zijn angsten die hij zijn hele leven als een zware last met zich meegedragen had. Dit was zijn moment, alleen van hem en niemand anders.
Hij keek nog angstig om zich heen en hoopte ondertussen dat er geen boswachter of wandelaars langs kwamen en zagen wat hij aan het doen was.
Hij keek eens naar de kuil, pakte zijn meetlat en liep om het diepe gat heen. Zijn bezwete lichaam zat onder het zand en vuile uitgesmeerde vlekken. Het kon hem niet deren. Zakelijk nam hij de maten op van wat een graf leek te zijn en zijdelings keek hij naar het pakket dat ingepakt in een dikke deken naast de kuil lag.
Dit was de afsluiting van zijn angsten, dit was zijn moment. En niemand die hem tegen kon houden. De spade weer in de grond drukkende merkte hij dat hij ineens floot. Hij moest er zelf om lachen. Hij bleef fluiten terwijl hij de maten opnam van de kuil en ondertussen af en toe een schep zand over zijn schouder gooiend
Zó, de kuil was diep genoeg, hier zou de angst begraven worden en geen haan die er meer naar kraaide. Niemand zou het gemis opvallen, zolang hij er maar met niemand over sprak.
Hij klom uit de kuil en sloeg het zand van zijn vuile spijkerbroek, een handdoek die vol met zand zat sloeg hij uit tegen een boom en veegde daarmee zijn bovenlichaam en zijn handen af.
En nu het pakket. Gelukkig niet zwaar, het scheppen van het graf was een zwaardere klus geweest bedacht hij. Nog fluitend liep hij naar de deken en met één hand pakte hij het pakket op alsof het een zakje met kleine boodschappen was.
Met een volle boog mikte hij het pakket zo in het graf, hij deed alsof hij het in een basketbalnet mikte. Zijn lach was hard en hysterisch. Het pak kwam met een harde klap op het zand in het graf en het gekraak en gerinkel was hoorbaar in het zo stille bos.
Ineens was daar die stilte die hem zo overviel. Zijn spade liet hij uit zijn ene hand vallen en vol afschuw keek hij om zich heen. Niemand die hem zag, hij zag ook geen mens. Dus waarom die angst dan toch? Waarom die stilte ineens? Het zweet brak hem aan alle kanten van zijn poriën uit, het kwam weer terug. Daar waar hij zijn leven lang bang voor was geweest was weer teruggekomen. Dit had hij niet gewild, dit was niet de bedoeling van dit alles. Dit was niet het eind
van het verhaal.
Hij pakte snel de spade weer op en ging als een tornado de kuil vullen met het zand dat rondom de kuil lag. Steeds sneller en sneller, steeds vlugger vulde de kuil zich met het zand dat hij er eerst uitgeschept had. Dicht moest het, nooit meer open die nachtmerrie. Nooit meer zien, nooit meer kijken naar die felle kleuren die hem als kind al verblindde. Dit was het einde. Dit moest het einde zijn van wat eens zijn nachtmerrie van zijn leven was.
De zweetdruppels die als parels over zijn lichaam gleden raakten de bosgrond, vulden de zandkorrels die waren blijven liggen. Toen de kuil helemaal vol was met zand stampte hij het nog eens extra aan met zijn laarzen die hij speciaal voor deze gelegenheid had aangetrokken. Vlak moest het zijn, helemaal vlak en egaal en dan bladeren erop en sterrenmos zodat niemand zou weten wat hieronder begraven lag.
Nadat hij de bladeren verzamelt had en het sterrenmos eroverheen had gedrapeerd, wat losse takken her en der op de plek, kon niemand ook maar iets zien van een net gedolven graf. Hij was tevreden met zijn klus.
Hij glimlachte oprecht, voor het eerst in zijn leven was hij ineens niet bang meer. Hij stak vol kracht de spade in de bosgrond en ging bij het graf zitten. Hoewel de grond vochtig was deerde hem dit nu niets. Niets kon hem meer schelen. Hij was bevrijd, bevrijd van het juk dat hem zijn hele leven al beheerst had in de vorm van angsten die hij nooit met iemand kon delen, omdat niemand hem begreep.
Nu was het einde hier, nu was zijn leven eindelijk compleet. Zijn taak was volbracht. Vol van hernieuwde kracht en met een voldaan gevoel stond hij op, salueerde spottend naar het graf en pakte de spa en de handdoek op, gooide zijn T-shirt over zijn nek en liep richting auto. Dit was zijn geheim, dit was zijn eigen stukje mysterie. Niemand zou het ooit te weten komen.
Want hoe vertel je dat je als volwassen vent je tuinkabouter begraven hebt waar jij je leven lang al zo bang voor was geweest? Niemand toch!
Inzender: Leny, 2 augustus 2013
Geplaatst in de categorie: emoties