Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Verhuisd

Toen ik dertig jaar was en dat is al weer ruim zestig jaar geleden, kreeg ik voor het eerst een huurwoning als vrijgezel. Niet in Amsterdam, maar in een dorp in Drenthe. Dat was mijn grote wens, lekker rustig wonen. In genoemde stad woonde ik bij een hospita, een aardige Indische mevrouw. Zij had haar man verloren toen hij in de oorlog in een Jappenkamp door uitputting bij de aanleg van de Birma spoorlijn om het leven was gekomen.

Toen ik afscheid van haar nam huilde ze, want ze had graag, dat ik bij haar bleef wonen, omdat ze mij een nette rustige man vond en op tijd de huur betaalde. Ze nodigde mij vaak uit bij haar een kopje koffie te komen drinken en een gesprek te voeren. Ik moet zeggen, dat ik veel van haar kon leren, want wat intellect betreft stond zij ver boven mij.

In Nederlands-Indië had zij hoger onderwijs genoten en ik alleen na de lagere school twee jaar Ambachtsschool en daarna werken bij een baas. Wat algemene ontwikkeling betreft was zij mij verre de baas en dat liet ze soms denigrerend merken. In Nederlands-Indië had ze een hoge positie.

De woning in Drenthe was gauw ingericht. De meeste meubels had ik gekregen van familie. Vlak na de oorlog verdiende ik niet veel in Amsterdam en bij mijn nieuwe baas in Assen nog minder, maar ik voelde mij gelukkig als einzelgänger en ik had nu een tuin achter de woning. Heerlijk vond ik het daar te werken en bij mooi weer van de zon te genieten.

Ik dacht nu rustig te wonen, maar dat viel tegen. Ik had al gezien, dat een jong stel naast mij woonde. Toen ik mij ging voorstellen werd ik door haar binnen gelaten. Ze heette Sonja en ze schonk een kopje koffie voor me in. Op de aanrecht in de keuken stonden wel tien flessen bier en terwijl ik van de koffie dronk lurkte zij aan een flesje bier en ze bleef maar kletsen met haar schelle stem.

Toen ze van mij hoorde, dat ik vrijgezel was zag ik haar ogen twinkelen. Ze zei toen:
''Gezellig, kom maar vaak langs Kees, mijn vent is vanmorgen vroeg door de politie opgehaald, want hij moest nog een gevangenisstraf uitzitten. Kunnen we lekker samen een biertje drinken.''
Dat zag ik natuurlijk niet zitten. Je weet immers dat er gekletst wordt in zo'n dorp.

Wat ik mij ook herinner van haar, dat ze zei:
''Ga jij je ook nog voorstellen bij de andere buurvrouw. Moet je niet schrikken hoor. Ze is kaal van de bestralingen.''
Dat vond ik naar. Toen ik bij haar aanbelde en de deur openging zag ik een knappe blonde vrouw met lang blond stijl haar. Ik stelde mij voor als de nieuwe buurman en ze keek heel vriendelijk naar me en liet mij binnen.

Ik mocht plaatsnemen in een fauteuil bij het raam en ze vroeg mij of ik een kopje koffie wilde drinken. Ik schudde mijn hoofd van ja. Bij de koffie vertelde ze een vreselijk verhaal, als volgt:
''Ik ben kapster in een kapperszaak. Toen ik thuis kwam en ging douchen voelde ik een knobbel op mijn linkerborst. Ik schrok geweldig en het zweet brak mij uit. Meteen de huisarts gebeld en ik kon komen.

Hij stuurde mij naar het ziekenhuis. Na een uitgebreid onderzoek hoorde ik de uitslag, het was kanker. Ik was helemaal van slag. Ne vele bestralingen werd ik kaal. Gelukkig kon ik na een poosje weer naar huis, ik was kankervrij, maar bleef onder controle. Ik mocht weer naar huis en belde mijn man, maar die nam niet op. Ik dacht die zal wel op zijn werk zijn en dus zou het een verrassing zijn als hij mij thuis treft. In het ziekenhuis bekwam ik via een arts een blonde pruik.

Ik nam een taxi en liet mij thuis brengen. Ik zag de auto van mijn man voor de deur staan. Hij zal wel opkijken als ik binnen kom, dacht ik. Voorzichtig opende ik de huisdeur en deed ik zachtjes de kamerdeur open en wat ik toen zag was verbijsterend, buurman. Hij lag op zijn rug op de bank en bovenop hem een naakte jonge vrouw. Ze lagen te wippen. Dat mens zag mij en kwam van mijn man af, pakte haar kleren en rende de kamer uit. Ik kon geen woord uit mijn mond krijgen en mijn hart bonsde in mijn keel.''

Ademloos luisterde ik.
Ze vertelde verder:
''Mijn man kwam van de bank af en deed snel zijn broek aan. Dat had hij niet verwacht, dat ik eerder thuis kwam. Achteraf hoorde ik, dat het zijn secretaresse was. Hij is namelijk mededirecteur van een machinefabriek. Ik ben van hem afgegaan.''
Tot zover mijn herinnering van vroeger. Nu ben ik 82 en woon in een verzorgingshuis.

Schrijver: kees niesse, 22 november 2013


Geplaatst in de categorie: partner

4.0 met 1 stemmen 94



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)