De nachtzuster
De jonge buurvrouw Carla was bij Ingrid op de koffie. Ingrid is al twintig jaar getrouwd met Nelis. Hij is pas uit het ziekenhuis wegens een alcoholvergiftiging ontslagen en moet nog een poosje het bed houden. Elke avond komt een zuster bij hem bloed afnemen en zorgt ze, dat hij zijn medicijnen slikt, want zijn lever is gevaarlijk gekrompen.
Ingrid had gezien, dat de zuster, een knappe blondine, het toeliet, dat hij zijn hand onder haar rok hield. Zijn vrouw was woedend op hem, maar liet het niet blijken.
Buurvrouw zei nog:
''Je mag hem wel in de gaten houden.''
''Dat doe ik ook Carla, maar ik mag niet bij hem slapen. Dat vond hij lastig. Toch ga ik naast het bed op en stoel zitten om te waken. Van slapen komt weinig en daarom ben ik overdag uitgeput. Laat ik nou vannacht horen, dat een sleutel in de huisdeur werd gestopt. Ik keek om het hoekje en zag die zuster zachtjes de trap opkomen. Ik was benieuwd waarom ze kwam, het was drie uur. Misschien voor zijn medicijnen. Ik ging gauw de huiskamer in en kroop onder een deken op de bank.
Ik hoorde Nelis zeggen, kom bij me leggen, Chantal. Een hele tijd hoorde ik niks en ik ging de bank af om te kijken of ze al weg was. Mooi niet, ze zat naast hem op bed en ze zoenden elkaar.''
Carla genoot met een glimlach om haar mond. Ze dacht, wat is buurvrouw toch naïef.
Carla had een doosje blauwe druiven voor hem meegenomen.
''Mag ik het hem geven?'', vroeg ze.
''Natuurlijk, maar ik denk, dat hij nog slaapt. Ik ga vast koffie zetten.''
Ze liep de slaapkamer is om hem de druiven te geven, maar kennelijk dacht hij, dat het de zuster was en betastte de buurvrouw. Hij had pech, want ze droeg een spijkerbroek.
Ze sprong gauw opzij en ze dacht wat een smeerlap.
Geplaatst in de categorie: woede