Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over literatuur

De literaire anti-fan

De dichter Adam Bintjes loopt tegen de zestig en hij geniet de laatste jaren van zijn poëtisch geploeter enige landelijke bekendheid, wat hij overigens meer dan verdiend vindt.
Tien jaar geleden is hij in Stedum komen wonen, omdat het huisje niet duur was en de stilte zeer inspirerend. Hij heeft er een ruime tuin, waarin hij graag wat schoffelt en plant, steevast op de vrijdagmiddagen, want dan gaat zijn buurvrouw meestal onder de douche en loopt ze soms eerst wat naakt door haar tuin. Er is toch niemand die haar kan zien. Behalve Adam dan en dat weet ze wel, maar ze doet net alsof ze hem niet ziet.
Het is Berta Koenders en het is een best wijf, vindt Adam, gewoon lekker maf, daar houdt hij van. In het begin groette hij haar gewoon, maar dan dook ze als een bloem zonder zonlicht in elkaar. Nu zegt Adam niets meer en kijkt hij des te meer. Hij schat haar van dezelfde leeftijd. Hij is eens een gedichtencyclus over haar begonnen, maar die belandde al gauw in de houtkachel.

Ook Adam heeft sinds enkele jaren enorm veel last van de aardbevingen, die door de gasboringen worden veroorzaakt. Hij heeft al eens een claim ingediend en er is toen een schade-expert langsgekomen, die de lengte en de diepte van de scheuren in zijn huis heeft opgemeten. 'Ik ga er rapport van uitbrengen!', zei de bierbuikman met de door nicotine vergeelde snor. 'En wanneer krijg ik dan de uitslag?', vroeg Adam. 'Binnen een half jaar!', zei de lolbroek grijnzend. Na twee maanden kreeg Adam een brief van de NAM. Er was vastgesteld, dat hij recht had op 1200 euro schadevergoeding. Het bedrag werd zo snel mogelijk gestort. Hij heeft zijn muren zelf gedicht en van het overige geld heeft hij enkele dozen whisky gekocht, een voorraad inspiratie.

De laatste weken is Adam Spaans benauwd en supernerveus, want hij heeft het idee, dat hij door een jonge, verwarde vrouw gestalkt wordt. Vanuit zijn werkkamertje kijkt hij uit over de weg en er loopt bijna iedere dag een wat verwaarloosde jongevrouw met lange, zwarte haren langs zijn huis, waarbij ze met een verrekijker bij hem naar binnen tuurt. Soms wel tien minuten lang. 'Die is flink gestoord!', denkt hij dan, terwijl hij dan naar de keuken gaat om een sjekkie met zelfgekweekte wiet te roken en een Duveltje te drinken. Hij wacht ongeveer een kwartier en daarna is zij inderdaad weer verdwenen.
Hij heeft bij Berta al navraag gedaan, of zij haar misschien kent, maar die heeft haar nog nooit zien lopen, beweert ze. Zijn overbuurman Geert Woesteling kent haar ook niet, maar het zal wel een ontsnapte gek uit de stad zijn, vermoedt hij. 'Misschien snakt ze naar de man achter je gedichten?', grapte Geert. 'Nou, dat kan zo zijn', reageerde Adam, 'maar daarvoor is mijn libido niet meer toereikend!'.

Op een snikhete vrijdag in juli doet Adam zijn boodschappen in de dorpswinkel; cornflakes, melk, pindakaas, paprikachips, dipsaus, een pond Leerdammer, yoghurt en flessen rode wijn. Ineens ziet hij buiten het mysterieuze vrouwtje weer met haar verrekijker naar hem gluren. Hij schrikt ineen. Eenmaal weer buiten is de straat leeg, op Geert na, die vanaf zijn opoefiets naar hem zwaait. 'Lekker weertje, hé, buurman?', zegt hij vrolijk. 'Ja, ja', zegt Adam. Met snelle pas snelt hij naar huis en bergt hij zo snel mogelijk zijn boodschappen op. Hij neemt een Duveltje mee naar zijn werkkamertje en hij zit al gauw aan een nieuw gedicht te sleutelen. Hij durft bijna niet meer uit het raam te kijken. De klok slaat vijf uur en hij kijkt automatisch naar buiten. Ze staart hem aan, nu zonder verrekijker, en ze steekt haar beide middelvingers omhoog. 'Verdomme', denkt hij, 'wie denkt ze wel dat ze is, wat heb ik haar gedaan, wat wil die gestoorde griet van mij?', denkt hij woedend. Hij gooit zijn stoel naar achteren en hij rent naar de voordeur, maar ze is alweer sneller dan hij.

In de achtertuin paft hij een Wieteke van Dort en loert hij naar Berta, die in haar oud belegen blootje de bloemen water geeft. 'Die zullen wel dorst hebben vandaag!', zegt hij ineens. Berta krimpt gek genoeg niet in elkaar en ze antwoordt: 'Ik zag haar wegrennen, een vreemd tiep, ik zou de deuren maar extra op slot doen!'. 'Doe ik!', zegt Adam en hij begint te duizelen. Rond tienen 's avonds belt zijn uitgever hem met de mededeling, dat zijn tiende dichtbundel 'Hoe ver kijkt de verrekijker' volgende maand in de boekhandels zal liggen. Hij belt nog om een datum te prikken voor een etentje.
Adam haalt meteen een flesje whisky uit de voorraadkelder. Rond enen wordt er gebeld. Hij doet open en zij staat daar. 'Ik kom op bezoek en ik kom wat uitleggen!', zegt ze. Door de drank laat hij haar binnen. 'Je stinkt!', zegt ze. 'Jij ruikt naar duizendschoon!', zegt hij. 'Je hebt me gek gemaakt met je gedichten!', zegt zij. 'Hoezo dat?' 'Ik neem alle woorden serieus en daardoor ben ik geestelijk ontspoord en zit ik in een kliniek, zat ik, ben er weg, weet je, ik vind jou een vuile klootzak en je hebt mijn leven verwoest met je zogenaamde, edele poëzie!'
'Wijs me dan eens aan waar precies!' en Adam opende een verzamelbundel. 'Dáár! Vuilak, dáár!' en de kwade tante stak een scherpe dolk diep in Adams hart. Binnen enkele seconden was hij overleden.

De daderes is nog steeds voortvluchtig. Adams dichtbundels gaan sindsdien als zoete broodjes over de toonbank.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 september 2014


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 6 stemmen 153



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
11 september 2014
Mucho gracias, Han, want ik stel je reactie zeer op prijs, ook omdat ik weet hoe belezen je bent. Je mening is volop to the point. Het doet me goed dat ik een professionele schrijver als jou geraakt heb!...
Naam:
Han Messie
Datum:
10 september 2014
Email:
hmessielive.nl
Een aangrijpend verhaal.
Maar al te vaak gebeurt het dat een onbekende kunstenaar door een tragisch einde opeens zijn verdiende roem krijgt en zelfs meer dan dat.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)