De rat
“En het Slechte daalde neer en ontfermde zich over hem.”
Marbus was psychiater in het grootste psychiatrische centrum van de stad. Hij was moe. Hij verlangde naar zijn twee wijntjes die hij iedere avond voor het slapen gaan placht te drinken.
Tot zijn ergernis zou dat er nog niet van komen. De politie had een vent binnengebracht die schreeuwend door de straten had gerend. De politie wist niet wat ze met hem aanmoesten. Hij raaskalde iets over ratten.
Marbus had opdracht gegeven de schreeuwende man via injecties te kalmeren. En nu zat hij tegenover hem.
De man bleek een stel jonge ratjes te hebben doodgereden. En volgens de arme ziel werd hij nu achtervolgd door de moederrat die hem uit wraak wilde doden. Marbus kon zijn lachen bijna niet inhouden. Hij had al veel idiote verhalen aan moeten horen. Maar dit sloeg werkelijk alles. Plotseling sprong de man op en begon wild om zich heen te slaan met uitpuilende ogen. Het angstzweet liep langs zijn gezicht toen hij Marbus bij zijn arm greep en schreeuwde dat de moederrat op hem aan het wachten was. Marbus liet de man platspuiten en gaf de opdracht hem naar de slaapzaal te brengen.
Het was al laat toen de vermoeide Marbus de trappen van het psychiatrische centrum afliep om naar huis te gaan. Plotseling stopte Marbus. De adem stokte in zijn keel. Aan de overkant van de straat zat een rat. Het beest scheen de psychiater niet eens waar te nemen terwijl de ogen van het dier gefixeerd waren op een plek van de muur van het psychiatrisch centrum. De muur waarachter de slaapzaal lag waar de patiënt van Marbus doodsangsten uitstond.
Geplaatst in de categorie: algemeen