Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Feuilleton 7

Uit het moeizame leven van Otto Berendse
( een feuilleton dat maar voortdendert)

Otto Berendsen, docent Onduidelijke Vakken aan gefuseerde Scholengemeenschap de Vallei
(waar binnenkort de instroom en de doorstroom tegen het licht werd gehouden) stond voor de spiegel in de badkamer en wreef voorzichtig een likje dagcreme in de rimpels onder zijn ogen.

Hij masseerde het vette spul met de vingertoppen van beide handen langzaam in de huid. Cirkelvormige bewegingen, van het voorhoofd naar beneden, precies zoals hij dat Janneke zo vaak had zien doen.
Het kleine potje met de goudkleurige deksel rook een beetje naar banaan en vanille.
Het was een impuls. Otto had vanochtend zijn gezicht in de spiegel eens kritisch bekeken en geconstateerd dat de veroudering zich nu wel heel snel begon te manifesteren. Dikke wallen zag hij, hangende oogleden en veel horizontale groeven.

‘Onder zijn ogen zaait de tijd zich uit’, herinnerde hij zich een dichtregel uit een van zijn eigen vroegere gedichten. Maar dat was geschreven in de jaren dat hij nog strak in het vel zat en zijn poëzie het moest hebben van de bedachtzame, diepzinnige melancholie die hem het aureool van een vroegrijpe jongeman bezorgde.
Ook de pijp die hem onafscheidelijk vergezelde had aan dit effect bijgedragen. Op een gegeven moment was de Weltschmerz hem echter de neus uitgekomen en droogde zijn dichtader op.
Dat viel niet geheel toevallig samen met het verkennen van Janneke en hun prille relatie,waardoor hij al zijn energie nodig had voor de verrukkelijke aardse zaken waar hij op papier al zo hevig naar verlangd had. Hij had de bewaarde schriften sinds die tijd ook niet meer in willen kijken.

Nu werd het ernst en wat deed de oude dichter, hij smeerde zich in met L’oreaal in een wanhopige poging zijn jeugdige trekken te bewaren.
In zijn tijd als lid van het linkse studentenverzet had hij deze vrije val gelukkig niet kunnen voorzien. Natuurlijk was die hele obsessie met jong blijven een val van het bedrijfsleven dat spullen wil verkopen. Maar het leek wel of er de laatste tijd steeds minder mensen waren die dat door hadden. En dus verzette iedereen zich tegen het onverbiddelijk verstrijken van de tijd. Aan de andere kant mocht je toch ook als man het leven wel een beetje naar je hand zetten?

Goed, wat nu. De dag lag voor hem als een opgemaakt bed.
Janneke was vertrokken voor een Gemeentelijk Beleidsweekend op de hei. De neuzen in het College moesten weer eens dezelfde kant op gezet worden. Henk Jan de Geus wethouder Verkeer was haar in zijn oude Mercedes op komen halen en had vrolijk getoeterd toen hij de straat inreed. Janneke had al naar hem uitgekeken en was in haar nieuwe deux pièces van H&M met een charmant hupje op haar hakken vanaf het stoepje overgestoken.
Henk Jan was uitgestapt en had met een overdreven attent gebaar het achterportier geopend en haar trolley in de auto gelegd. Daarna had hij haar geholpen met instappen door galant zijn arm aan te bieden, zodat ze ongehinderd door de strakke rok op de bijrijderstoel plaats kon nemen.
Tijdens het wegrijden had ze zich nog even langs Henk Jan voorovergebogen om naar hem te zwaaien, maar ruim voor het eind van de straat zag Otto haar al in geanimeerd gesprek met de chauffeur.

Het gaf hem een weeïg gevoel in zijn maag en terwijl hij nog voor het raam stond en naar het vochtige asfalt staarde zat hij plotseling weer naast zijn vader in de grijze Deux Chevaux.
Hij is 9 en weet dat zijn vader morgen voor anderhalf jaar naar Het Buitenland vertrekt om te werken. Ze komen net bij opa en oma vandaan waar met een kus en een handdruk afscheid is genomen. De zon schettert door het raam en danst over de sterke, bruinverbrande onderarmen van zijn vader aan het stuur. Otto heeft ineens het gevoel alsof hij moet overgeven tranen schieten uit zijn ogen. Hij probeert niks te laten merken door naar buiten te kijken. Maar zijn schouders schokken. Vader kijkt opzij en vraagt of hij trek heeft in een ijsje, van Jamin.
De volgende dag als hij uit school komt is zijn vader weg.
Het is 4 uur. ‘Nu vliegt hij al ver boven zee’, zegt zijn moeder.

Otto liep de kamer in en zette werktuigelijk het espressoapparaat aan.

Schrijver: trawant, 27 december 2014


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 2 stemmen 59



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)