Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Feuilleton 8

Uit het moeizame leven van Otto Berendsen
(een feuilleton dat langzaam ergens op begint te lijken)

Otto Berendsen docent Onduidelijke Vakken aan gefuseerde Scholengemeenschap De Vallei (waar men drievoudig ging kwalificeren) stond in de open keuken een plankje kaas en worst te snijden.

Achter hem had zijn oude vriend Bas Tommel het zich gemakkelijk gemaakt. Hij lag languit op de driezitsbank met zijn voeten op de leuning. Gelukkig had hij zijn schoenen, waarvan de zolen zoals gewoonlijk vol aangekoekte kippenstront zaten op Otto’s uitdrukkelijke verzoek buiten uitgedaan. Bas was zijn maatje binnen het studentenverzet geweest.
Samen organiseerden ze demonstraties tegen het verkalkte onderwijssysteem en schuwden niet de boel te bezetten als dat nodig was.
Dat schepte een band, maar de laatste tijd vroeg Otto zich af of het gezamenlijk koesteren van herinneringen genoeg was om de vriendschap levenslang voort te zetten.

Zonder zijn vrouw in huis kon hij Bas ook eens buiten het café treffen en ze hadden al aardig aan de Duvel gezeten, die Belse biertjes hakten er stevig in vond Otto terwijl hij de snacks voorzichtig op het bijzettafeltje zette.
Bas was al die jaren vrijgezel gebleven met relaties die nooit langer dan drie maanden stand hielden. Met zijn resterende energie had hij zich op het hobbyboeren gestort. Kippen, konijnen, een paard, geiten, tropische vogels je kon geen dier verzinnen of het was in de ark van Bas aanwezig.
In de loop der jaren had hij zich ook het bijbehorende gedrag eigen gemaakt. Een van de redenen waarom Janneke liever niet had dat Otto hem nog langer thuis ontving.
Op een zomeravond toen ze gedrieën in de stijlvol aangelegde achtertuin een drankje deden, had Bas een boer gelaten was opgestaan en stond even later in de coniferen te plassen.
‘Zo dat moest er even uit’ had hij gezegd. Dat was de spreekwoordelijke druppel geweest, hij kwam er niet meer in.

‘Geloof me Otto ze ligt dit weekend met die gladjakker onder de wol.’
‘Ja, ga me ook nog een beetje op zitten lieren.’
Bas lachte sarcastisch.
‘ Drankje na een drukke dag, nog ‘n drankje, de rest al afgetaaid, twee kamers naast elkaar, broeierige blikken aan de bar en hupsakee, wie knutselt mee met Piet Parree.’
Otto zag het beeld een moment voor zich en gruwde er van. Die vadsige patser van een de Geus die aan zijn Janneke zat.
‘Ja, hou nou maar op.’
‘Zullen we er een keiltje naast zetten’, zei Bas terwijl hij twee nieuwe flesjes opende door de kroonkurken hard tegen elkaar aan te duwen.
Otto dronk zelden jenever, de fles die achter in de koelkast stond was voornamelijk voor zijn schoonvader die er prijs op stelde dat ze zijn merk jonge klare in huis hadden.
Hij pakte twee kleine glaasjes uit het keukenkastje en nam de nog bijna volle fles mee de kamer in.
‘Vrouwen, hernam Bas het onderwerp, ‘breek me de bek niet open, je moet met ze praten, ze zijn er de hele dag, ze herhalen alles drie keer, en voor je het weet zijn ze de baas in huis. Nou ben jij natuurlijk al helemaal afgericht dus je hebt het niet eens meer in de gaten, maar vrijheid jongen, dat is je ware.’
Die zogenaamde vrijheid, dacht Otto had hem maar mooi alleen de alcohol en de verloedering gebracht. Zijn huis was een puinhoop, zijn veelbelovende carrière als onderzoeker aan de Universiteit verprutst en nu zat Bas met een uitkering tussen zijn levende have of bietste in het café.

De sterke drank gleed verrassend soepel door zijn keelgat, dat door het bier al was voorbewerkt en Otto kreeg er een warm gevoel van.
Toch had hij wat met die hobbezak en zijn grote bek.
Hij zag hen samen weer de idiootste eisen formuleren voor de onderhandelingen met de leiding van de faculteit. Meerderheid van studenten in het bestuur, het aannemen en ontslaan van docenten en een systeem van zelfbeoordeling van de eigen scripties en toetsen.
‘Alle macht aan het volk’ stond met zwarte verf op de buitenmuur van
de afdeling Sociologie.

‘Weet je wie ik wel een lekkere vind Ot, Astrid Kerssendinges..eh boom.
Die lacht altijd zo leuk aan het eind van het journaal. En het zit allemaal zo stevig in de heupen.’
Ze waren alweer enkele consumpties verder en hoewel het nog ergens tot Otto doordrong dat het peil van hun conversatie daalde, deed hij uit een vreemd soort solidariteit toch zijn seksistische duit in het zakje.
‘Ze hebben allemaal wel wat, neem Annechien met die stem.’
'Dat had Froukje ook, vulde Bas aan, weet je nog? Froukje Besten..eh broer het stuk van de werkgroep Zelfbestuur. Daar heb ik nog …’
‘Daar heb jij helemaal niks mee gehad jongen.’
‘Oh jij wel zeker huh …?’
‘Zullen we die nog eens googelen?’
De twee mannen wankelden naar Otto’s werkkamer.

Toen Joris de volgende ochtend de huiskamer binnenkwam lagen Otto en Bas op de witte Berber tussen een berg lege flessen en chipszakken met een arm om elkaar heen te ronken. Er sijpelde een klein sliertje spuug uit de mondhoek van zijn vader. Toen hij naar het raam liep om de gordijnen open te doen, stootte hij tegen een lege jeneverfles die met luid geratel over het parket onder de bank rolde.

Schrijver: trawant, 31 december 2014


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.6 met 5 stemmen 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)