Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE WITTE KAPEL (deel 2)

Het schip legde ergens aan de Westkust van Zuid-Amerika aan.
"Breng jij maar eens alle zakken vol cement naar buiten en het dek op," bromde de bootsman tegen Reinier.
"Dit schip wil ik nooit meer zien!" raasde Reinier, die liever weer zwerver wilde zijn.
Bliksemsnel rende hij de loopplank af, weg van de haven. In wilde draf ging het door vele lanen en straten, over drukke pleinen. Heel wat verbaasde ogen waren op hem gericht. Maar Reinier snelde onvermoeibaar door, tot hij de stad uit was.
Doodmoe liet hij zich ergens op de helling van een heuvel neervallen, sliep meteen in.

De volgende dag ging Reinier verder over heuvels, klom tegen bergen op, waarbij hij zich voedde met allerlei bessen.
Gelukkig voor Reinier zei hij het zwerversleven vaarwel. Korte tijd later was hij de metgezel van twee herders, die een grote kudde geiten hoedden.
Wat was het een heerlijk leven op die geurige bergweiden! En 's nachts slapen in die gezellige bergstallen! De hele dag was het meelopen met al die geiten en bokken. Af en toe moest je heel snel op een eigenwijs dier afspringen om het netjes bij zijn soortgenoten te houden. Het beroep van geitenhoeder met zijn twee kameraden, Pedro en Andres, beviel Reinier uitstekend.
"Met één ding ben ik nog niet tevreden," dacht hij. "In heel mijn leven hebben mijn voeten onnoemelijk veel gedaan. Daarbij vergeleken hebben mijn handen heus niet genoeg werkzaamheden verricht. Dat had anders gemoeten."
Enige tijd later stond Reinier met een houweel in een hoge, steile rotswand te hakken.
"Behalve herder kan ik ook steenbikker zijn," speelden zijn gedachten op maat van de dansende houweel. "Al die stuk gehakte stenen ga ik straks verkopen."
Pedro en Andres hielpen ook weleens met het slechten van die rots. Ja, die twee wilden best delen in het bedrag van de aanstaande stenenverkoop. Dan zouden ze zich vast nog veel meer geiten kunnen aanschaffen. Of zelfs een grote welvarende boerderij beginnen?

Opeens kregen de drie herders grote bouwlust. Van al die los gehakte stenen maakten ze vier stevige muren, waarboven een dak kwam, dat prachtig glom in de zonneschijn. En hoe was dat raam in die ene muur terecht gekomen? Niemand zal dat ooit te weten komen.
Het was een heel wonderlijk raam. Bovenin het glanzende glas keek een blauw oog uit over een stad met huizen van stralend goud onder prachtige rode daken.
Uit elk huis stroomde een straal water. Al die stralen gingen naar een hoek van het raam om daar samen te gaan en één rivier te worden. Een rivier, die zich spoedde naar onbekende verte... Dat wekte veel vragen, die nooit zo duidelijk beantwoord zouden worden. Maar ze gaven het besef van eindeloze Wijdte en nimmer eindigende Eeuwigheid.
"Dit is toch veel meer waard dan handelen in stenen," vonden Pedro en Andres.
"Wel, dit is de witte kapel, die ik eens zag in barre winterschemer!" riep Reinier uit.

Schrijver: Han Messie, 26 mei 2016


Geplaatst in de categorie: werk

4.3 met 3 stemmen 77



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)