Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hij moest weer bouten

Mien zat de sokken van haar man te stoppen toen de huisbel rinkelde. Ze liep naar het raam en zag de postbode met een enveloppe in zijn hand voor de deur staan.
''Doe jij effen open ouwe, misschien moet je tekenen voor de bekeuring die je hebt gehad voor het stelen van die jas.''
Wouter slofte op zijn pantoffels naar de deur en opende die.
De postbode:
''Dag mijnheer Jansen, hier een aangetekende brief van de regering. Of u effen wilt tekenen. Misschien moet u de staatsfinanciën weer in orde maken'', grapte de postbode.
''Ze kunnen van mij het heen en weer krijgen'', zei Wouter.
Terug in de huiskamer opende hij de brief en las het met opperste verbazing en zei:

De minister-president heeft ons uitgenodigd voor een bezoek aan het Parlement. Hij was zo tevreden over ons bij het feestje van de Commissaris van de Koning toen ik als butler optrad en jij voortreffelijk de snacks had klaar gemaakt. Uit dankbaarheid heeft hij dat ons aangeboden. Overmorgen om negen uur haalt hij ons persoonlijk op met zijn dienstwagen. Hij verzoekt ons netjes gekleed te zijn en we gaan eerst bij hem thuis koffie drinken.''

''Attenoje ouwe, wat moet ik aantrekken, ik heb alleen maar die lange jurk, geen gezicht?''
''Trek dan je spijkerbroek aan, die heb je pas gekocht, staat netjes met een bloes.''
''Dan zien ze mijn dikke kont, ouwe.''
''Ach mens, al die vrouwen hebben daar een dikke kont van het zitten, je valt alleen op door je lengte, dat maakt indruk.''

De afgesproken ochtend waren de oudjes vroeg op. Mien was erg zenuwachtig en kon met de grootste moeite haar spijkerbroek aantrekken. Ze zweette zich kapot. Ze zei:
''Wat moeten we godsnaam daar doen en wij maar bezuinigen, zelf hebben ze daar geen last van.''
''Als ze ons maar goed te vreten geven vandaag, dan ben ik tevreden'', zei hij.
Het begon buiten al warm te worden, het zou zeer warm worden.
''Ik zweet nou al en ik moet nog beginnen'',zei ze.

Precies om negen uur hoorden de oudjes een enorme herrie van een versleten uitlaat. Ze keken naar buiten en schrokken zich een hoedje.
''Krijg nou wat ouwe, het is weer die lelijke eend vol met deuken. Hij staat stil voor onze deur.''
Wouter keek ook, en zei:
''Krijg nou wat, het is de minister-president zelf. Kijk, hij zwaait naar ons om te komen. Hij wil zich natuurlijk niet laten zien.''

Ze sloten de deur achter zich en begaven zich naar de auto. Ze werden zeer hartelijk begroet door de president.
''Kom binnen lieve mensen. Gaat u maar naast mij zitten, mevrouw. Uw man past beter achterin, hij is zo klein. Ik moet u even zeggen, dat de rondleiding in het Parlement niet doorgaat vanwege een ernstige muizenplaag. De vrouwelijke leden durven niet binnen te komen. Er zijn wel veertig muizen geteld.

We maken het bij mij thuis wel gezellig en het spijt mij verschrikkelijk, ik mocht u alleen met de dienstwagen, een lelijke eend, afhalen wegens de bezuinigingen.''
Mien was al lang blij.
De president:
''Lieve mensen, lusten jullie erwtensoep? Ik heb een grote pan erwtensoep klaargemaakt met veel kluif en spek, lekker bij dit warme weer.''
''Heerlijk'', zei ze en dacht wat een armoedig zooitje daar in Den Haag.

De genodigden dachten in een rijk gemeubileerd huis van de president te komen, maar dat viel even tegen. In de huiskamer stonden twee stalen kasten, die de militairen gebruiken. Verder een paar rieten versleten stoelen en een tafeltje met daarop een gebroken glasplaat. Aan de muur hing alleen een foto van de Koning en de Koningin.
''Gaat u maar lekker zitten. Rooie Sien zet een lekker bakkie koffie voor ons en ze heeft bij de warme bakker om de hoek heerlijke tompoezen gehaald. Dat wordt smullen, mensen'', zei de minister-president.

Toen Mien plaats nam in de rieten stoel hoorde zij een krakend geluid. Ze zag het al, er was een poot gebroken.
''Attenoje, dat heb ik weer'', zei ze.
''Geeft niet mevrouw, morgen koop ik wel een andere stoel bij de kringloop.''
Eindelijk werd de koffie geserveerd met de tompoezen. Mien keek al bedenkelijk naar haar vent, want ze wist, dat Wouter bij het nuttigen van een tompoes meteen moest poepen.

Ja hoor, dat was het geval. Hij stond op uit zijn stoel en hield zijn handen op zijn kont. Hij riep:
''Er is een bout onderweg, ik houd het niet meer.''
De president keek verschrikt en schreeuwde:
''Wat is er onderweg?''
Op een ordinaire toon zei Mien:
''Die hufter moet altijd bouten als hij een tompoes heeft gegeten.''

De president kwam niet bij van het lachen, en zei:
''Hij kan boven poepen bij de barones, want mijn wc is verstopt, morgen komt de loodgieter.''
Wouter rende de trap op, maar het was al te laat. Zijn hele broek zat vol onder de poep. Hij schaamde zich dood en de lucht op de trap was verschrikkelijk. De barones stond al te spuiten met eau de cologne en sprak er schande van, dat de minister-president schorem had uitgenodigd om te komen eten.

Schrijver: kees niesse, 4 augustus 2016


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 1 stemmen 57



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)